ESA Ministerraad 2012 in Napels
Foto: ESA

Tijdens een tweedaagse ESA Ministerraad in het Italiaanse Napels zijn opnieuw enkele belangrijke beslissingen genomen die Europa verder op weg moeten brengen in de ruimte. Zo werd tijdens deze vergadering Polen officieel verwelkomd als twintigste ESA-lid en werd beslist dat Europa gaat samenwerken met NASA aan het Orion-project.

10 miljard euro

Er mag dan wel een financiële crisis waaien doorheen Europa, toch blijven de ESA-lidstaten investeren in de Europese ruimtevaartprogramma’s. Zo werd tijdens deze ESA Ministerraad in Napels beslist dat het Europese ruimtevaartagentschap 10,119 miljard euro krijgt voor de volgende drie jaar. Het grootste deel van de begroting van ESA wordt door de lidstaten bijeengebracht. De rest komt van de Europese Commissie. ESA-directeur Jean-Jacques Dordain had oorspronkelijk 12 miljard euro gevraagd aan de bevoegde ministers maar is tevreden met de verkregen 10 miljard euro. De grootste verrassing tijdens de besprekingen over het ESA-budget was de verhoogde bijdrage van Engeland. Zo zal Engeland de volgende vijf jaar 296,2 miljoen euro bijdragen aan ESA waardoor dit land een belangrijke speler wordt binnen de Europese ruimtevaart. Een groot deel van ESA's budget voor de komende jaren zal gaan naar wetenschappelijke en technologische programma's zoals de verdere verkenning van het zonnestelsel (BepiColombo), astronomisch onderzoek (Gaia), aardobservatie (Sentinel, MetOp-SG) en telecommunicatie (Advanced Research in Telecommunication Systems).

Ariane ME

Een heel belangrijk dossier tijdens deze ESA Ministerraad was de toekomst van de Europese Ariane 5 draagraket. De Ariane 5 is het werkpaard binnen de Europese ruimtevaart en heeft ervoor gezorgd dat Europa marktleider is op vlak van het lanceren van zware commerciële satellieten. Door de komst van nieuwe commerciële ruimtevaartbedrijven als SpaceX krijgt de Ariane 5 echter steeds meer concurrentie waardoor men al enkele jaren nadenkt over een opvolger, de Ariane 6. Ondanks het feit dat sommige ESA-lidstaten voor de ontwikkeling van de Ariane 6 zijn, investeerde Duitsland al zeer veel geld in een opwaardering van de bestaande Ariane 5. Tijdens deze ministerraad kwam men uiteindelijk tot een compromis dat een overgangsfase bevat met een verbeterde en meer krachtige Ariane 5 raket. Deze ‘Ariane ME’ (Midlife Evolution) zou in 2017 al voor het eerst moeten gelanceerd worden en zou beschikken over een nieuwe ‘upper stage’ en een groter vrachtruim. Zo zal de tweede rakettrap uitgerust worden met de nieuwe Vinci raketmotor die men in de ruimte tot vijfmaal opnieuw tot ontbranding kan brengen. De combinatie van verbeterde aandrijving en groter vrachtruim moet er voor zorgen dat de Ariane ME twaalf ton aan vracht tot in een geostationaire overdrachtbaan kan brengen (Ariane 5 = 10,5 ton). De opvolger van de Ariane 5, de Ariane 6, moet uiteindelijk in 2021 of 2022 voor het eerst gelanceerd worden. Een deel van het budget dat tijdens deze ministerraad werd goedgekeurd, zal de volgende jaren besteed worden aan voorbereidingswerken voor de toekomstige Ariane 6. Om kosten te sparen, zal de nieuwe tweede rakettrap van de Ariane 5 ME eveneens gebruikt worden bij de Ariane 6. Volgens sommigen was deze ESA Ministerraad dan ook de officiële ‘geboorte’ van de Ariane 6.

Ariane ME & Ariane 6Artistieke impressie van de Ariane ME en Ariane 6 - Foto: ESA

ESA en Orion

Eén van de grootste verrassingen van deze ESA Ministerraad was het nieuws dat het Europese ruimtevaartagentschap ESA gaat samenwerken met NASA in het Orion-project. Zo zal Europa de ‘Service Module’ ontwikkelen voor de Amerikaanse ‘Orion Multipurpose Crew Vehicle’. Deze ruimtecapsule moet de opvolger worden van de Space Shuttles en zal in de ruimte gebracht worden door de nieuwe Amerikaanse SLS-draagraket. De Service Module omvat alle propulsieonderdelen en energievoorzieningssystemen voor de Orion ruimtecapsule. Het ontwerp van de Service Module zal gebaseerd worden op dat van de European Transfer Vehicle (ATV) en wellicht wordt deze gebouwd door EADS Astrium in Bremen, Duitsland. De toekomstige Amerikaanse Orion ruimtecapsule zal plaats bieden aan vier ruimtevaarders en moet in staat zijn om mensen in eerste instantie naar het ISS te brengen. Later moet dit nieuwe ruimtetuig ook mensen naar de Maan en zelfs naar een asteroïde kunnen brengen. Voor NASA alsook voor ESA begint dit nieuwe ruimtevaartavontuur al in 2017 aangezien NASA dan de eerste testvlucht plant van de Orion ruimtecapsule. Tijdens deze ‘Exploration Mission 1’ staat een onbemande heen- en terugvlucht gepland naar de Maan. Het nieuws dat beide ruimtevaartnaties gaan samenwerken op vlak van bemande ruimtevaart is zeer belangrijk aangezien zowel Europa alsook de Verenigde Staten momenteel op eigen kracht geen mensen in de ruimte kunnen brengen. Het zou de eerste maal zijn dat Europa intensief meewerkt aan de ontwikkeling van een bemand ruimtetuig. De samenwerking tussen ESA en NASA is voor een groot deel te danken aan Engeland dat maar liefst 20 miljoen euro investeert in dit project.

ExoMars gered door Rusland

Het Europese ruimtevaartagentschap ESA liet ook weten dat het gaat samenwerken met Rusland in het kader van het ExoMars project. Zo zal Rusland ondermeer twee draagraketten leveren aan Europa die in 2016 en 2018 een ruimtesonde en een Marsrover op weg naar de 'rode planeet' moeten brengen. Daarnaast zal Rusland voor de ruimtesonde en de rover ook een wetenschappelijk instrument ontwikkelen evenals het landingssysteem voor de rover. Oorspronkelijk zou ESA in het ExoMars project samenwerken met de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Uiteindelijk trok NASA zich terug uit het project omwille van financiële redenen waarna het ambitieuze Europese Marsproject op de helling kwam te staan. Na lang onderhandelen, werd uiteindelijk deze week, tijdens een belangrijke vergadering van de ESA-lidstaten in Napels, beslist dat Rusland mee aan boord stapt in het ExoMars project. Zo zal Rusland twee Proton draagraketten leveren om de ExoMars ruimtesonde en rover in de ruimte te brengen. Het Russische ruimtevaartagentschap Roscosmos zal ook verantwoordelijk zijn voor de landing van de ExoMars rover op Mars in 2018. Het volledige ExoMars project heeft nu een prijskaartje van 1,2 miljard euro. Met het ExoMars project wil men op Mars vooral zoeken naar sporen van leven. Zo zal de ruimtesonde vanuit een baan om Mars speuren naar methaan en andere gassen in de Marsatmosfeer en zal de kleine rover met behulp van een boor zoeken naar sporen van leven in het Marsoppervlak. Volgens ESA is de kans ook heel groot dat de Europese JUICE ruimtesonde, die de planeet Jupiter moet bestuderen, in 2022 zal gelanceerd worden door middel van een Russische Proton draagraket.

Toekomst ISS verzekerd

ESA en de bevoegde ruimtevaart-ministers besloten ook dat Europa nog tot 2020 blijft investeren en ontwikkelen in het internationaal ruimtestation ISS. Aanvankelijk zou Europa zijn deel aan boord van het ISS nog tot 2016 onderhouden maar deze plannen zijn nu omgegooid. Hierdoor is ook duidelijk geworden dat het ISS in elk geval nog tot 2020 in een baan om de Aarde blijft draaien.

Buy buy Europese Maanlander

Wanneer er projecten zijn die winnen, zijn er ongetwijfeld ook projecten die verliezen. Zo liet Duitsland tijdens deze ESA Ministerraad weten dat het geen financiering meer vond voor het het ‘Lunar Lander’ project. Met dit ambitieuze project wou ESA een onbemande Maanlander tot op eigen kracht tot op het oppervlak van onze trouwe buur brengen. Op die manier wou men de technologie achter het landen op een hemellichaam als de Maan in de praktijk uittesten en demonstreren. Deze technologie zou men later ook gebruiken voor toekomstige bemande ruimtereizen naar andere hemellichamen. Duitsland was bereid 45% van de totale kostprijs van het Lunar Lander project op zich te nemen maar trok zich uiteindelijk terug omdat de andere ESA-lidstaten de overige 55% niet konden garanderen. Het Lunar Lander project werd nu officieel op ‘hold’ gezet.

Belgische bijdrage

De Belgische Minister voor Wetenschapsbeleid Paul Magnette was eveneens in Napels aanwezig op de Ministerraad van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Zo maakte Paul Magnette op deze Ministerraad bekend dat België de komende vijf jaar (2013 - 2018) 1,018 miljard euro zal investeren in de ruimtevaartsector. De Belgische bijdrage werd in de periode van 2013 tot 2018 met jaarlijks 5 miljoen euro verhoogd (5 x 5 miljoen euro: 25 miljoen euro). Deze verhoging heeft Paul Magnette toch kunnen verkrijgen tijdens het recente begrotingsconclaaf waarin de financiële crisis de rode draad was. Hierbij bevestigt België zijn progressieve groei die haar 'ruimtevaartenveloppe' kent sinds 2008. België maakt op deze manier haar belang in de ruimtevaartsector duidelijk waarin vandaag de dag zo'n 2 000 directe, hoogopgeleide en niet-verplaatsbare, mensen werkzaam zijn. De steeds groter wordende 'ruimtevaartenveloppe' is dan ook zeer goed nieuws voor de 41 bedrijven, 9 universiteiten, federale wetenschappelijke instellingen en onderzoekscentra die in de ruimtevaart actief zijn. De OESO heeft berekend dat elke euro, die door de Belgische regering in de ruimtevaart wordt geïnvesteerd, tussen de 1,4 en 4,9 euro directe en indirecte voordelen oplevert. Door de verhoogde bijdrage van België aan de Europese ruimtevaart bevestigt België ook zijn positie als zesde nettobetaler aan de ESA. Volgens Paul Magnette moet de 25 miljoen euro extra voor de ruimtevaart op termijn zorgen voor bijkomende banen voor hoger opgeleiden en bijkomende economische voordelen die zo'n 100 miljoen euro kunnen opleveren.

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 1999

Het gebeurde toen

Twee kleine sondes maken zich los van de Amerikaanse ruimtesonde Deep Space 2 en begeven zich naar het Marsoppervlak. Helaas verloor men tijdens de afdaling naar het Marsoppervlak alle communicatie met de twee sondes. De probes wogen in totaal slechts 3,6 kg en waren bedoeld om als eerste ruimtetuigen ooit onder de oppervlakte van een andere planeet door te dringen. Het onderste deel zou zich 0,6 meter diep in de Marsbodem penetreren en het bovenste deel zou op het oppervlak blijven om data door te sturen naar de Mars Global Surveyor. Foto: NASA

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

100%

Sociale netwerken