Venera betekent in het Russisch zoveel als "Venus" en het Venera project van de Sovjet-Unie had dan ook als doel de planeet Venus voor het eerst te verkennen en het oppervlak ervan in kaart brengen. Tussen februari 1961 en december 1984 werden meer dan 15 Russische ruimtesondes gelanceerd onder het Venera project en hiermee werd Rusland het eerste land in de wereld dat een ruimtesonde in een baan van een andere planeet kon brengen.
Niet alle Russische Venusverkenners werden een succes en zorgden voor wetenschappelijke primeurs. Algemeen kan aangenomen worden dat het Venera programma een enorm succes werd doordat de Sovjet-Unie erin slaagde als eerste onze naaste buur in kaart te brengen en het oppervlak ervan te fotograferen. Net zoals vele andere Russische ruimtesondes werden de Venera ruimtetuigen gelanceerd vanop de Baikonur lanceerbasis in Kazachstan. Omdat ingenieurs en wetenschappers niet wisten uit welke materialen de atmosfeer van Venus bestond en schrik hadden dat hun ruimtetuigen zouden falen door een te grote atmosferische druk werden er telkens twee identiek dezelfde ruimtetuigen ontwikkeld en gelanceerd.
Venera prototype 1VA
De eerste Venera ruimtesonde die gebouwd werd had als belangrijkste taak een "flyby" uit te voeren langs de planeet Venus om de samenstelling van de atmosfeer te kunnen achterhalen. Het ruimtetuig slaagde er echter niet op 4 februari 1961om uit een baan om de Aarde te geraken en de missie werd dan ook zonder succes beeindigd.
Venera 1
De eerste Venera ruimtesonde die wel met succes de aarde achter zich liet had een gewicht van 644 kilogram, was twee meter hoog en zijn missie was onderzoek verrichten naar de kosmische straling en magnetische velden rondom de planeet Venus. De sonde werd op 4 februari 1961 gelanceerd van op de Baikonur cosmodrome door middel van een Molniya raket maar toen Venera 1 zich op 23 miljoen kilometer van de aarde bevond werd het contact verbroken en zette deze sonde zijn weg verder in alle stilte.
De Venera 1 ruimtesonde en de lancering van de Venera 1 door middel van een
Molniya raket.
Venera 2 & 3
Op 12 en 16 november 1965 worden de Venera 2 en Venera 3 ruimtesondes gelanceerd vanop Baikonur maar net als bij de eerste Venera missie liep dit slecht af doordat het contact verloren ging op weg naar Venus. Beide sondes hadden een gewicht van 960 kilogram en werden gelanceerd door middel van een Molniya drie traps raket. De Venera 3 sonde slaagde er bijna in de atmosfeer van Venus te bereiken en hiermee werd deze ruimtesonde het eerste ruimtetuig die zich bijna in de atmosfeer van een andere planeet begaf.
Venera 3 ruimtesonde
Venera 4
De Venera 4 ruimtemissie kende een betere afloop dan zijn vier voorgangers. Deze sonde werd op 12 juni 1967 gelanceerd en bereikte op 18 oktober 1967 als eerste ruimtetuig de atmosfeer van de planeet Venus. Het ruimtetuig stuurde informatie terug naar de aarde over de chemische samenstelling van de atmosfeer en hij slaagde er ook nog eens in om de dichte atmosfeer binnen te dringen en data terug naar de aarde te sturen tot op een hoogte van 27 kilometer van het oppervlak waarna het contact verbroken werd en de sonde te pletter sloeg. Voor de sonde op 12 juni succesvol gelanceerd werd had de Sovjet Unie al eens een poging ondernomen om Venera 4 te lanceren op 23 november 1965 maar het ruimtetuig geraakte niet uit zijn baan om de aarde en keerde terug in de atmosfeer waarna hij crashte nabij het dorpje Kecksburg in de staat Pensylvania. Dit incident zorgde voor enorm veel ophef omdat UFO onderzoekers geloofden dat er een buitenaards object was neergestort in de bossen van Kecksburg en pas vele jaren later werd bekend gemaakt dat het ging om een Russische planetaire ruimtesonde.
De Venera 4 ruimtesonde
Venera 5 & 6
Deze twee ruimtesondes kenden hetzelfde succes als de Venera 4 missie. Beide ruimtetuigen slaagden er een mini sonde los te koppelen die in mei 1969 in de atmosfeer van Venus kon binnendringen. De Venera 6 atmosferische mini sonde stuurde tot op 10 kilometer boven het Venus oppervlak nog data terug naar de aarde waarna het zich te pletter sloeg op de Venus bodem. Zowel Venera 5 als Venera 6 hadden een gewicht van 1.128 kilogram en de twee mini tuigjes die ze aan boord hadden hadden een massa van 405 kilogram.
Venera 5
Venera 7
De Sovjet-Unie wou niet enkel de samenstelling van de Venus atmosfeer kennen maar wou ook foto's van het oppervlak en eventuele bodemonderzoeken uitvoeren op deze planeet. Op 17 augustus 1970 werd voor het eerst een Venuslander gelanceerd dat deel uitmaakte van de Venera 7 missie. Op 15 december 1970 werd de lander succesvol tot op het Venus oppervlak geplaatst. Deze lander had een gewicht van 500 kilogram en stuurde gedurende 23 minuten, na zijn landing, data door naar de Aarde. Venera 7 lander was gebouwd uit materialen die gedurende meer dan een uur tegen temperaturen bestand waren van meer dan 500°C maar toch stopte de lander al na 23 minuten met functioneren. Hiermee werd voor het eerst bewezen dat het oppervlak van Venus enorm heet is en de atmosferische druk op Venus 90 maal hoger ligt dan die op Aarde.
Venera 7 ruimtesonde
Venera 8
Op 27 maart 1972 werd de Venera 8 ruimtesonde gelanceerd die evenals de Venera 7 met succes een lander tot op het oppervlak van Venus bracht. Dit keer werd er gedurende 50 minuten data terugstuurde naar de Aarde. Venera 8 maakte een reis van 117 dagen voor het tuig aankwam bij Venus. Op 22 juli 1972 drong de ruimtesonde met een snelheid van meer dan 41.600 kilometer per uur de atmosfeer binnen van de planeet. Door wrijving met atmosferische luchtlagen zakte deze snelheid naar 900 kilometer per uur. Op een hoogte van ongeveer 60 kilometer boven het Venusoppervlak opende de 2,5 meter diameter grote parachute zich waardoor het ruimtetuig een zachte landing maakte.
Venera 8 lander en ruimtesonde
Venera 9
Na het succes van de Venera 7 en 8 missies wou Rusland nog een stap verder gaan en wou als eerste land foto's hebben die afkomstig waren van het oppervlak van de planeet Venus. Op 8 juni 1975 werd door middel van een Proton raket de Venera 9 ruimtesonde gelanceerd die een gewicht had van 4.936 kilogram waarvan 1.500 kilogram bestemd waren voor een lander. Vier maand later, op 20 oktober, en na een tocht van 300 miljoen kilometer had Venera 9 Venus bereikt. Twee dagen later, voor de sonde de atmosfeer zou ingaan, werd het ruimtetuig in twee gesplitst waarvan één helft in een baan om de planeet bleef en de andere helft op het Venus oppervlak moest landen. Omstreeks 6u58 (Moskouse tijd), 22 oktober 1975, drong de lander de atmosfeer van Venus binnen met een snelheid van 38 000 kilometer per uur. De atmosfeer verminderde deze hoge snelheid tot ongeveer 1 145 kilometer per uur waarna de parachutes zich openden en de lander een zachte landing maakte op het oppervlak van Venus. Om 8u13 (Moskouse tijd) landde deze module op Venus en stuurde een ruimtetuig het voor het eerst in de geschiedenis van ruimtevaart foto's terug naar de Aarde vanop het Venus oppervlak. Wetenschappers hadden er tot dan geen flauw idee hoe het oppervlak van deze planeet er zou uitzien. Tot ieders grootste verwondering waren de zwart-wit foto's van zeer goede kwaliteit.
Foto’s genomen door de Venera 9 lander vanop het Venus oppervlak
Venera 10
Enkele dagen nadat de Venera 9 gelanceerd werd vanop Baikonur werd op 14 juni 1975 Venera 10 gelanceerd die evenals zijn voorganger in de ruimte gebracht werd door een Proton raket. Dit ruimtetuig beschikte net als Venera 9 over een lander die foto's naar de Aarde moest terugsturen vanop het oppervlak van Venus. De Venera 10 lander bevond zich op 2 200 kilomter van de Venera 9 lander en overleefde 65 minuten lang de enorme temperatuur en druk van de planeet. Dit ruimtetuig had een gewicht bij het lanceren van 5 033 kilogram en net zoals bij de Venera 9 had ook deze sonde enkele camera’s mee aan boord waarmee ondermeer panoramische opnames konden gemaakt worden met een gezichtsveld van 360°. Toen beide sondes veilig geland waren op het Venus oppervlak faalden enkele camera’s en kon men enkel nog foto’s nemen die een gezichtsveld hadden van 180°.
Foto’s genomen door de Venera 10 lander.
Venera 11 & 12
In 1978 werden Venera 11 en 12 gelanceerd die opnieuw allebei een lander met zich meedroegen. In tegenstelling tot de vorige missies verbleef de eerste module van de Venera 11 en 12 niet in een baan om Venus maar zette zij hun reis verder tot ze zich in een heliocentrische baan om de zon bevonden. De Venera 11 en 12 landers maakten een succesvolle landing in december 1978 maar stuurden helaas geen foto's terug naar de Aarde. Beide ruimtetuigen hadden voor het eerst ook een instrument mee aan boord waarmee men de Venusbodem kon onderzoeken. Ook dit instrument faalde bij deze twee missies. De Venera 12 lander stuurde gedurende 110 minuten data terug naar de Aarde. Ook deze twee ruimtetuigen, die een gewicht hadden van 4.715 kilogram, werden gelanceerd door middel van een Russische Proton raket.
Ingenieurs werken aan de Venera 11 ruimtesonde
Venera 13 & 14
De Venera 13 en 14 ruimtesondes werden op 30 oktober en 3 november 1981 gelanceerd. Net als bij de Venera 11 en 12 missies werden de twee moederschepen in een heliocentrische baan om de zon gebracht en werden twee modules losgekoppeld, nabij de planeet, die op 1 en 5 maart 1982 met succes een zachte landing maakten op het oppervlak van Venus. Deze twee identieke ruimtesondes hadden een reis achter de rug van 4 maanden voor ze aankwamen bij Venus en hadden een gewicht van ongeveer 4 000 kilogram. Beide landers bevonden zich op 1 000 kilometer van elkaar. Voor eerst stuurden ruimtetuigen kleurenfoto's terug naar de Aarde van het verlaten Venus oppervlak. De Venera 13 lander werkte gedurende 127 minuten perfect en op de foto's die beide landers terugstuurden was duidelijk te zien dat het oppervlak van de planeet oranje en bruin gekleurd was. Na het maken van de eerste panoramische kleurenfoto’s van het Venus oppervlak startte men een experiment waarbij een mechanische arm een gat boorde in het Venusoppervlak en enkele bodemstalen nam die in de lander onderzocht werden door middel van een X-ray Flourescence Spectrometer. Dankzij de prachtige foto’s en bodemstalen konden wetenschappers zich voor het eerst een goed beeld vormen over de chemische samenstelling van het oppervlak en konden geologen voor het eerst een uitgebreide studie maken van de planeet.
Venera 15 & 16
De laatste Venera ruimtemisies hadden een totaal ander doel dan hun voorgangers. Op 2 en 7 juni 1983 werden de Venera 15 en 16 gelanceerd vanop Baikonur door twee Proton raketten en kwamen op 14 oktober aan bij de planeet Venus. Beide sondes werden uitgerust met een SAR (Synthetische Apparatuur Radar) instrument dat het oppervlak van Venus moest in kaart brengen door middel van radartechnologie. Allebei de ruimtetuigen verkenden gedurende 8 maanden lang nauwkeurig het noordelijk halfrond van Venus en brachten het oppervlak met een resolutie van 1 tot 2 kilometer in kaart.
Maquette op ware grootte van de
Venera 15 en 16 ruimtesondes