Europa heeft op donderdag 17 december 2015 twee Galileo-navigatiesatellieten succesvol in de ruimte gebracht. Vanop de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana vertrokken de twee kunstmanen om 12u51 Belgische tijd aan boord van een Russische Sojoez draagraket die het duo enkele uren later uitzette in een baan om de Aarde op een hoogte van ongeveer 23 522 kilometer.
Dit was de dertiende maal dat een Russische Sojoez draagraket werd gelanceerd vanop de Europese lanceerbasis in Zuid-Amerika. Europa investeerde 800 miljoen dollar in dit gloednieuw Sojoez-lanceercomplex dat in 2011 voor het eerst werd gebruikt. De reden waarom men heeft gekozen voor het Centre Spatial Guyanais (CSG) als nieuwe thuisbasis voor de Russische Sojoez is omdat deze locatie veel dichter bij de evenaar ligt waar de draaisnelheid van de Aarde het hoogst is. Een raket die vanop de evenaar gelanceerd wordt, heeft dus een grotere beginsnelheid waardoor deze zwaardere vrachten kan lanceren. In het geval van de Russische Sojoez-raket kan deze vanuit Frans-Guyana bijna drie ton in een geostationaire overdrachtbaan brengen in plaats van 1,7 ton vanuit Bajkonoer of Plesetsk. Rusland hoopt op deze manier de Sojoez-raket meer te kunnen gebruiken voor commerciële missies. Voor het Europese lanceerbedrijf Arianespace, die alle lanceringen in Frans-Guyana verzorgt, was de komst van de Russische Sojoez-draagraket van zeer groot belang aangezien het bedrijf nu diensten kan aanbieden voor het lanceren van zowel zware, middelzware alsook lichte vrachten. Om de twee nieuwe Galileo-satellieten tot op een hoogte van 23 500 kilometer te kunnen brengen, werd de Fregat-rakettrap tweemaal gedurende enkele minuten tot ontbranding gebracht. Uiteindelijk werden de twee Europese navigatiesatellieten 3 uur en 48 minuten na de start van de lancering uitgezet in de juiste baan om de Aarde. Dankzij deze geslaagde lancering heeft Europa zijn aantal Galileo navigatiesatellieten in een periode van negen maanden kunnen verdubbelen. Onderaan dit artikel kan u de videobeelden van deze lancering herbekijken!
Full Operation Capability (FOC) satellieten
De twee Galileo-navigatiesatellieten hebben elk een gewicht van 730 kilogram en werden gebouwd door het Duitse bedrijf OHB System in samenwerking met het Britse bedrijf Surrey Satellite Technology Limited (SSTL). Beide satellieten zijn 2,5 meter lang en hebben met opengevouwen zonnepanelen een spanwijdte van 14,7 meter. Deze zonnepanelen kunnen 1,4 kilowatt aan energie leveren waardoor deze satellieten een geschatte levensduur hebben van twaalf jaar. Dit zijn de derde en vierde Galileo-navigatiesatellieten deel uitmaken van de 'Galileo-Full Operational Capability' (FOC) fase dat als doel heeft de eerste veertien volledig operationele Galileo-satellieten in de ruimte te brengen. Voor Europa is deze geslaagde lancering een grote opsteker na de problematische lancering van de eerste twee FOC-satellieten in augustus 2014. Toen zette de Sojoez draagraket de twee navigatiesatellieten uit in een veel te lage baan om de Aarde. Uiteindelijk slaagde men er wel in de twee satellieten in de juiste baan te positioneren. Alles samen zijn dit al de zevende en achtste satellieten die deel uitmaken van het Europese Galileo navigatiesysteem. Deze eerste twee FOC-satellieten kregen de bijnamen 'Doresa' en 'Milena' en werden genoemd naar twee kinderen uit Duitsland en Estland die in 2011 een wedstrijd hadden gewonnen. Ook de derde en vierde FOC-satellieten kregen bijnamen als 'Adam' en 'Anatacia'. In 2005 en 2008 werden twee 'Galileo In-Orbit Validation Element' (GIOVE) satellieten in de ruimte gebracht die werden gebruikt als testplatform om het navigatiesysteem en zijn grondapparatuur zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen en te testen. Europa lanceerde in oktober 2011 vervolgens de eerste twee 'Galileo In-Orbit Validation' (IOV) satellieten waarna in oktober 2012 nog eens twee IOV-satellieten in de ruimte werden gebracht. Met de vier IOV-satellieten wou men het Europese navigatiesysteem een laatste maal valideren en aanpassen waar nodig alvorens men zou overgaan tot de Full Operational Capability (FOC) fase. De eerste twee fasen waren van cruciaal belang indien men van start wou gaan met het verder uitbouwen van het Europese navigatienetwerk. Uiteindelijk werden in 2014 de eerste Full Operation Capability (FOC) satellieten gelanceerd en werden in maart en september 2015 nog eens vier FOC-satellieten in de ruimte gebracht. Nu de zevende en de achtste FOC-satellieten succesvol in de ruimte werden gebracht, is de weg vrij om in 2016 meer Galileo-satellieten in de ruimte te brengen. Zo wil men na de zomer van 2016 voor het eerst vier Galileo-satellieten tegelijk lanceren met behulp van een krachtige Ariane 5 draagraket. Wanneer de Full Operationel Capability (FOC) fase zal zijn afgerond, zal het navigatiesysteem bestaan uit 27 operationele satellieten en drie reservesatellieten. Verwacht wordt dat alles satellieten tegen 2020 in de ruimte zijn gebracht. Alle Galileo-navigatiesatellieten zullen zich in drie cirkelvormige banen om de Aarde bevinden onder een hoek van 56 graden ten opzichte van het evenaarsvlak. Door het grote aantal satellieten, de positie, en de reservesatellieten moet het systeem buitengewoon betrouwbaar worden.
Galileo: Europa's grootste ruimtevaartproject
De realisatie van het Europese Galileo-navigatienetwerk is een werk van lange adem. Nadat Europese staats- en regeringsleiders in 1999 officieel groen licht gaven voor dit ambitieuze project ging pas negen jaar later de Europese Commissie en het parlement akkoord over de financiering van een eigen navigatiesysteem. Door ondermeer de vertraging van het project en enkele technische obstakels liep het kostenplaatje dan ook enorm hoog op. Zo werd sinds 2000 al meer dan één miljard euro in Galileo gepompt. Het Europese Galileo-navigatienetwerk zal uiteindelijk een totaal prijskaartje hebben van meer dan drie miljard euro en moet, eenmaal operationeel, een geduchte concurrent worden van het Amerikaanse Global Positioning System (GPS). Galileo zal in enkele opzichten beter zijn dan het bestaande GPS-systeem doordat Galileo een betere dekking van satellietsignalen op hogere geografische breedten biedt en het Europese systeem een betere precisie zal bieden voor alle gebruikers. Het satellietnavigatiesysteem wordt gebouwd in opdracht van de Europese Unie in samenwerking met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Het belangrijkste doel achter het project is om uiteindelijk minder afhankelijk te zijn van het Amerikaanse militaire GPS-systeem. Galileo zal door zijn betere precisie voor alle gebruikers en betere dekking op hogere geografische breedten in enkele opzichten beter zijn dan het huidige GPS-systeem. De belangrijkste troef is wellicht dat het Europese Galileo-systeem tot op één meter nauwkeurig is in plaats van GPS dat tot tien meter nauwkeurig is voor civiele gebruikers. Daarnaast kan Galileo zowel autonoom alsook met zowel GPS en het Russische Glonass-systeem werken om toegang tot en continuïteit van een gezamenlijk Global Navigation Satellite System (GNSS) te waarborgen. Galileo moet uiteindelijk ook gebruikt worden door hulpdiensten, de luchtvaart - en scheepvaartsector, de industrie en moet uiteindelijk ook in Europa voor enkele duizenden nieuwe jobs zorgen. In de aanloop naar het Galileo navigatiesysteem werd in juli 2005 door ESA, de Europese gemeenschap en Eurocontrol begonnen met de uitbouw van het European Geostationary Navigation Overlay Service (EGNOS) systeem. Dit systeem maakt gebruik van drie Inmarsat-3 geostationaire satellieten en de Europese Artemis satelliet in combinatie met verschillende grondstations. EGNOS verbetert de nauwkeurigheid van de positie die verkregen wordt via het Amerikaanse GPS-systeem tot vijf meter. Vergelijkbare systemen zijn ook WAAS en LAAS in de Verenigde Staten en MSAS in Japan. Het EGNOS-systeem is sinds 1 oktober 2009 operationeel en werd ook goedgekeurd in de luchtvaart voor de nadering van vliegvelden.