Op donderdag 17 mei 2012 heeft Japan succesvol vier satellieten in een baan om de Aarde gebracht. Vanop het aan de zee gelegen Tanegashima Space Center vertrok om 18u39 Belgische tijd de 21ste H-2A draagraket. Deze draagraket is het werkpaard uit het Japanse ruimtevaartprogramma en kan tot 10 ton aan vracht in een lage baan om de Aarde brengen.
De twee hoofdvrachten tijdens deze missie waren de Japanse Global Change Observation Mission - Water (GCOM-W) aardobservatiesatelliet en de Zuid-Koreaanse KOMPSat-3 aardobservatiesatelliet. De GCOM-W kunstmaan, die ook gekend is onder de naam 'Shizuku', werd ontwikkeld door het Japanse ruimtevaartagentschap JAXA met als doel de volgende tien jaar de waterkringloop op Aarde vanuit de ruimte te bestuderen. Deze 1,8 ton zware kunstmaan werd door de H-2A draagraket uitgezet in een lage baan om de Aarde op een hoogte van 700 kilometer. Vanuit deze positie zal de satelliet, door middel van zijn Advanced Microwave Scanning Radiometer 2 instrument, de bedekking van het zee ijs, de temperatuur van de oceaan, de hoeveelheid waterdamp en de neerslag meten op basis van zwakke radiogolven van de Aarde. Het voordeel van deze technologie is dat je met deze methode geen last hebt van bijvoorbeeld bewolking. De tweede hoofdvracht aan boord van de H-2A draagraket, de Zuid-Koreaanse KOMPSat-3 satelliet, werd ontwikkeld door het Korea Aerospace Research Institute (KARI) en moet net als zijn voorgangers het Koreaanse grondgebied zo gedetailleerd mogelijk in beeld brengen. KOMPSat-3 heeft een gewicht van 800 kilogram en het optische instrument aan boord van de satelliet werd ontwikkeld door het Europese bedrijf Astrium. Naast de twee hoofdvrachten werden tijdens deze lancering ook twee kleine satellieten in de ruimte uitgezet. De Small Demonstration Satellite-4 (SDS-4) en de High Voltage Technology Demonstration Satellite (HORYU-2) wogen elk niet meer dan 50 kilogram en werden door het Japanse ruimtevaartagentschap JAXA en het Kyusyu Institute of Technology (KIT) ontwikkeld voor experimentele technologische doeleinden.