Amerikaanse sterrenkundigen hebben op een afstand van tien miljard lichtjaar van de Aarde een cluster van sterrenstelsels ontdekt. Deze omvangrijke cluster telt mogelijk duizenden sterrenstelsels en heeft duizend keer zo veel massa als ons sterrenstelsel, de Melkweg. Dit is dan ook de zwaarste cluster van sterrenstelsels die op dergelijke grote afstand werd ontdekt.
De cluster, die de naam 'IDCS 1426' kreeg, heeft een piek van röntgenstraling lijkt enkele honderdduizenden lichtjaren verschoven te zijn terwijl deze normaal in het centrum van een cluster terug te vinden is. Astronomen vermoeden dan ook dat deze cluster in aanraking is gekomen met een andere cluster. Dit zou ook verklaren waarom deze cluster zich 3,8 miljard jaar na de oerknal heeft gevormd. Voor sterrenkundigen is deze informatie belangrijk nieuws aangezien men er altijd van uitging dat de materie die bij de oerknal is ontstaan pas honderden miljoenen jaren later voldoende was afgekoeld om sterrenstelsels te kunnen vormen. Uiteindelijk zou het volgens deze theorie nog miljarden jaren hebben geduurd eer deze sterrenstelsels zich hadden gegroepeerd in clusters. Door de ontdekking en observaties van de cluster IDCS 1426 blijkt nu dat er al in een vroeger stadium zware clusters werden gevormd als gevolg van onderlinge botsingen. Dankzij gegevens die men heeft kunnen verzamelen met behulp van de Hubble Space Telescope, de Chandra X-ray ruimtetelescoop en de Keck telescoop op Hawaï hebben astronomen de massa van IDCS 1426 kunnen afleiden. Zo heeft men de gegevens van de Hubble Space Telescope en de Keck telescoop op Hawaï gebruikt om te bepalen hoe sterk licht wordt afgebogen door de aantrekkingskracht van de cluster. Hoe zwaarder een cluster is, des te sterker deze licht zal afbuigen. De röntgenwaarnemingen van de Chandra X-ray ruimtetelescoop werden dan weer gebruikt om een indicatie te krijgen van de temperatuur van het gas dat zich in de cluster bevindt. Hoe heter dit gas is, des te sterker is het gecomprimeerd waardoor de cluster zwaarder moet zijn. Daarnaast geeft ook de totale hoeveelheid röntgenstraling een indicatie van de massa van de cluster.