Met de heropbouw van Londen na de Tweede Wereldoorlog, besliste de toenmalige Astronomer Royal om de telescopen van het Royal Observatory van Greenwich te verplaatsen naar Herstmonceux in Sussex aan de zuidelijke kust van England. Eind de jaren 1940 kwam de Royal Astronomical Society (RAS) met plannen op de proppen voor de bouw van een 2,54 m reflector (spiegel telescoop) zodat Groot-Brittannië opnieuw een rol van betekenis kon spelen in de optische sterrenkunde.
De RAS wou tevens de exodus van jonge Britse astronomen naar de VSA inperken met de uitbouw van observatoria in de Commonwealth, de Britse overzeese gebieden. Hoewel de Britten reeds sinds 1821 over observatoria in het zuidelijk halfrond beschikten, bleef de noodzaak bestaan aan een grote optische telescoop vergelijkbaar met de 5,1 m Hale telescoop van Palomar in de VSA. Medio de jaren 1950 nam radio astronomie echter de bovenhand en de fondsen gingen naar grote antennes zoals de 76,2 m Lovell telescoop van het Jodrell Bank Observatory in England en de 64 m Parkes dish in Australia. Het exploiteren van het “radio” gedeelte van het elektromagnetisch spectrum zorgde voor een revolutie in de sterrenkunde met ontdekkingen zoals pulsars, quasars en het uitbaten van de 21 cm Waterstof lijn waardoor astronomen de vorm van ons eigen melkwegstelsel konden bepalen. Theoretici en astronomen zagen de noodzaak om deze “Quasi-Stellar-Radio-Sources” tevens met grote optische telescopen te bestuderen. Aldus begonnen in 1967 de ontwerp studies voor een 4 meter klasse telescoop in Australia en deze leidden in 1974 tot een tegenhanger in het Noordelijk halfrond die op het Canarische eiland La Palma zou worden gebouwd.
De indrukwekkende 4.2 m William Herschel telescoop met de Cassegrain focus onderin
en beide Nasmyth focii bovenop de groene alt-azimuth montering.
De 4,20 m primaire spiegel (M1) voor deze telescoop werd gegoten door Owens-Illinois en bestond uit Cervit, een glas keramiek met ultra lage thermische uitzettingscoëfficiënt. Na het slijpproces uitgevoerd door Grubb Parsons werd de 16,5 ton zware spiegel aan het project toegewezen in 1979. Intussen werd bekend dat de telescoop naar William Herschel (1738-1822) zou worden vernoemd om de 200ste verjaardag van diens ontdekking van de planeet Uranus in 1781 te herdenken. Financiële problemen staken de kop op maar wanneer de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) het project voor 20% steun had toegezegd, werd in 1983 met de bouw van de William Herschel Telescope (WHT) begonnen.
Grubb Parsons works nam de uitdagende taak op zich om de 80 ton zware alt-azimutale montering te bouwen en het geheel naar La Palma te transporteren. In 1984 was het WHT-gebouw met een 320 ton zware klassieke koepel nabij de 2366 m hoge Pico Fuente Nueva door de Canadese firma Brittain Steel afgewerkt. De koepel beschikt over een up-and-over sluiter systeem, waarbij het luik naar de top open schuift en observaties toelaat to 12° boven de horizon. Een 1.0 m secundaire spiegel (M2) werd geconstrueerd uit ZeroDur glas keramiek. Het assembleren van de telescoop in het nieuwe WHT-gebouw nam twee jaren in beslag. De 4,20 m primaire wordt ondersteund door 60 pneumatische gas cilinders onderin de spiegelcel en met hefboom klampen aan de rand van de spiegel. Uiteindelijk werd Cassegrain-reflector WHT medio 1987 in gebruik genomen en de eerste observatie (First light) gebeurde op 1 juni 1987 waarbij M64 (NGC 4826) werd waargenomen.
Het WHT-gebouw toornt hoog boven de wolken op de 2366 m hoge Pico Fuente Nueva – La Palma,
terwijl de GLAS laser guide star wordt getest.
(Bron: Javier Mendez/ING)
Sindsdien werkt het WHT-team, in samenwerking met NWO en internationale universiteiten aan de ontwikkeling en rationalisatie van steeds gevoeliger wetenschappelijke instrumenten. Op de primaire focus gebruikt men momenteel de PFIP (Prime Focus Imaging Platform), een optische mosaic camera van twee (2048 X 4096) CCDs, oftewel 16,8 Megapixels. In 1997 werd met dit instrument voor het eerst het optische equivalent van een GRB (Gamma-Ray Burst) waargenomen. Aan de hand van PFIP werd tevens Andromeda X ontdekt, een lichtzwak dwergstelsel van ons buur sterrenstelsel M31. De Cassegrain focus kan met een resem van instrumenten worden uitgerust; recente voorbeelden zijn INGRID (ING Red Imaging Device), een nabije-Infrarood camera en LIRIS (Long-slit Intermediate Resolution Infrared Spectrograph), een Infrarood spectrograaf. In 2005 werd LIRIS gebruikt ter observatie van het inslaan van het onbemande Deep Impact projectiel op de komeet 9P/Tempel1. Het instrument ontdekte bruine dwergen in de Pleiaden (M45) en speelt een belangrijke rol bij de studie van deze gasvormige objecten groter dan een planeet (van 12 tot 80 Jupiter massa’s) maar kleiner dan een ster (geen kernfusie).
Naast de primaire en de Cassegrain focus, beschikt de WHT over twee Nasmyth focii. Hiervoor wordt een tertiaire elliptische spiegel (M3 – afmetingen 0,62 m bij 0.42 m) boven de opening in de primaire spiegel gebruikt om het licht naar één der beide Nasmyth focii te kaatsen. Door hun vaste positie ten opzichte van de telescoop, zijn deze focii uiterst geschikt om zware instrumenten te herbergen op een permanent platform. De WHT beschikt over adaptieve optiek, computer gestuurde techniek die met een golffrontsensor de snel veranderende storende invloeden van de atmosfeer in real-time kan compenseren. In mei 2007 werd GLAS (Ground-layer Laser Adaptive Optics System) voor het eerst gebruikt om een Rayleigh artificiële ster te creëren voor het NAOMI (Nasmyth Adaptive Optics Multi-purpose Instrumentation) instrument. NAOMI laat een betere resolutie toe waardoor objecten in de nabijheid van heldere sterren kunnen worden bekeken met een coronograaf. Ondanks de beperkingen, blijft de ontwikkeling van adaptieve optiek cruciaal voor de volgende generatie van “extreem grote” telescopen zoals de 30 m TMT (Thirty Meter Telescope – Hawaii 2018) en de 42 m E-ELT (European Extremely Large Telescope – Chili 2018). Voor de WHT ligt de toekomst bij de ontwikkeling van een instrument voor groothoek spectrografie, de enige branche waarbij 4 m klasse telescopen hun 10 m tegenhangers kunnen overtreffen.
De WHT, maakt samen met de 1,0 m Jacobus Kapteyn en de 2,45 m Isaac Newton telescopen deel uit van de Isaac Newton Group (ING) op het Observatorio del Roque de los Muchachos (ORM) – Canarische eilanden, de op één na beste locatie voor sterrenkunde in het noordelijk halfrond. Bovendien is sinds 1988 op het Canarische eiland La Palma de “Sky Law” van kracht, waardoor de bewoners werden gesensibiliseerd om lichtvervuiling te voorkomen en waardoor alle luchtverkeer boven het ORM observatorium werd verboden. In het nieuwe millennium streven de Europese sterrenwachten naar een efficiënte samenwerking teneinde de internationale wetenschappelijke gemeenschap een betere service te bieden aan een lagere kost.