De Amerikaanse Viking 1 Marslander was de eerste van twee identieke ruimtetuigen die in 1975 gelanceerd werden vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida. Beide ruimtetuigen maakten een zachte landing op het Marsoppervlak en stuurden hiervan tal van prachtige foto's terug naar de Aarde. Met deze dure ruimtemissies wou het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA meer leren over de samenstelling, het klimaat en het oppervlak van de planeet Mars. Uiteindelijk zouden beide projecten een zeer groot succes worden. Dit was de eerste maal dat een Amerikaans tuig landde op het oppervlak van Mars en dankzij deze ruimtetuigen zag men op Aarde nu voor het eerst het oppervlak van deze fascinerende planeet in kleur.
Orbiter en lander
De twee Viking landers werden naar Mars gebracht door middel van de Viking orbiters die elk een gewicht hadden van 883 kilogram en voorzien werden van verschillende instrumenten zoals cameras, een infraroodspectrometer waarmee men waterdamp kon in kaart brengen en een infraroodradiometer die de temperatuur in kaart moest brengen. Elke lander woog 572 kilogram en beschikte eveneens over verschillende instrumenten die wetenschappers meer moesten leren over het weer, het klimaat, het oppervlak en de samenstelling van Mars. Zowel de orbiters als de landers werden in de ruimte gebracht door een krachtige Amerikaanse Titan 3E Centaur raket die deze tuigen op weg hielp naar de rode planeet.
Lancering en vlucht
Na een vlucht van 10 maanden bereikten de Viking 1 orbiter en lander de planeet Mars waarna op 20 juli 1976 beide tuigen zich van elkaar loskoppelden. Op dat moment bereikte de lander een snelheid van 4 kilometer per seconde en na enkele uren werd de lander samen met zijn hitteschild op een hoogte van 300 kilometer in de juiste positie gebracht voor de afdaling in de atmosfeer van Mars. Het hitteschild zorgde ervoor dat de snelheid van de lander afnam. Op een hoogte van 6 kilometer werden de parachutes open gevouwen waarna 6 seconden later het hitteschild werd losgekoppeld van de lander. Acht seconden nadat het hitteschild zich had losgemaakt, werden de drie landingspoten van de Viking 1 lander uitgeklapt. Tijdens de eerste 45 seconden dat de parachutes zich hadden open gevouwen, werd de snelheid van het tuig van 250 meter per seconden terug gebracht naar 60 meter per seconde. Op een hoogte van 1,5 kilometer boven het Marsoppervlak werden kleine raketjes tot ontbranding gebracht onderaan de lander en 40 seconden later maakte de Viking 1 lander een zachte landing op het oppervlak van de rode planeet.
Terwijl de lander een zachte landing had gemaakt op Mars bleef de Viking orbiter in een baan om deze planeet draaien. Uiteindelijk maakte dit tuig 1 485 omwentelingen om Mars waarna zijn missie werd stopgezet. Op 7 augustus 1980 werd zijn baan verhoogd zodat deze niet zou te pletter zou storten op Mars om eventuele besmetting te vermijden. Tijdens zijn missie maakte de Viking 1 orbiter in februari een scheervlucht langs de maan Phobos en onderzocht het verder de atmosfeer van Mars.
Marsoppervlak - Foto: NASA
De Viking 1 lander was geland in een gebied op Mars ten westen van Chryse Planitia. Uiteindelijk had het ruimtetuig nog 22 kilogram brandstof aan boord die niet was opgebruikt. De eerste communicatie tussen de lander en de vluchtleiding vond plaats 25 seconden nadat het tuig geland was en duurde ongeveer 4 minuten. In deze 4 minuten werden alle systemen van de lander geactiveerd en werd ondermeer een high-gain antenne en weerstation op het ruimtetuig open gevouwen. De dag na de landing ontving men de eerste kleurenfoto van het Marsoppervlak maar de seismometer die de Viking 1 lander aan boord had kon helaas niet meer gebruikt worden. Elke Viking lander had eveneens een robotarm aan boord waarmee het bodemstalen van het Marsoppervlak kon nemen en ondanks technische problemen slaagden de vluchtleiders er toch in deze operationeel te krijgen. De overige wetenschappelijke instrumenten functioneerden allemaal optimaal. In januari 1982 werd de landingsplaats van de Viking 1 omgedoopt tot "Thomas Mutch Memorial Station". Uiteindelijk bleef de Viking 1 lander ongeveer 2 306 dagen operationeel tot 13 november 1982 waarna het contact verloren ging doordat de vluchtleiders een verkeerd commando hadden doorgestuurd. In de maanden die hier op volgden ondernam de NASA nog tal van pogingen om het contact opnieuw te herstellen maar deze bleken niets op te leveren. De Mars Reconnaissance Orbiter fotografeerde de Viking 1 lander in 2006 vanuit een baan om de rode planeet.