De 33ste missie van een Amerikaans ruimteveer ging op 9 januari 1990 van start en werd uitgevoerd met het ruimteveer Columbia dat hierdoor zijn 9de ruimtevlucht maakte. Tijdens deze missie werd een Amerikaanse militaire communicatiesatelliet uigezet in een baan om de Aarde en werd de Long Duration Exposure Facility van het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA terug mee naar huis genomen. Aan boord van het ruimteveer Columbia bevonden zich vijf Amerikaanse ruimtevaarders. In totaal duurde deze missie 10 dagen en 21 uur. Deze STS-32 missie wordt algemeen aanzien als één van de meest ingewikkelde ruimtevluchten ooit aangezien de vijf astronauten de 9,5 ton zware LDEF veilig terug naar de Aarde moesten brengen waarna wetenschappers de experimenten onderzochten nadat deze jarenlang werden blootgesteld aan de ruimtelijke omgeving.
Crew info
Daniel Brandenstein was gezagvoerder van het ruimteveer Columbia tijdens deze STS-32 missie. Voor deze ruimtevlucht ging Brandenstein in 1983 en 1985 ook al eens de ruimte in tijdens de STS-8 en STS-51-G missies. In de cockpit van het ruimteveer werd Brandenstein vergezeld van piloot Jim Wetherbee die een gevechtspiloot was voor de Amerikaanse marine en voor wie dit zijn eerste ruimteavontuur was. Na deze STS-32 missie zou Wetherbee nog eens vijfmaal de ruimte ingaan waarvan hij telkens gezagvoerder zou zijn van een ruimteveer. Van de drie Mission Specialists die zich in het ruimteveer Columbia bevonden was Bonnie Dunbar de meest ervaren aangezien zij in 1985 ook al eens een ruimtevlucht maakte tijdens de STS-61-A missie die geheel in het teken stond van de eerste Duitse Spacelab missie. Voor David Low en Marsha Ivins was dit hun eerste ruimteavontuur. Na deze STS-32 missie zou Low nog eens tweemaal de ruimte ingaan en zou Ivins nog viermaal deel uitmaken van een primaire Space Shuttle crew. Tijdens deze STS-32 missie vierde astronaut Brandenstein zijn 47ste verjaardag.
Lancering en missie
Dit was de eerste maal dat een Amerikaans ruimteveer terug vanop het lanceercomplex A zou gelanceerd worden van het Kennedy Space Center na de laatste lancering in 1986. Na het tragische ongeval met ruimteveer Challenger in 1986 werden de noodsystemen voor de bemanning, de bescherming tegen uitzonderlijke weersomstandigheden en de “payload room” vernieuwd en aangepast waar nodig en werden de leidingen waar water doorheen loopt beschermd tegen vrieskou. Tijdens deze missie zou voor het eerst ook gebruik gemaakt worden van het Mobile Launch Platform 3 dat nog dateerde uit het Apollo tijdperk en een modernisering onderging zodat dit nu kon gebruikt worden voor Space Shuttle programma. De lancering van het ruimteveer Columbia was oorspronkelijk voorzien voor 18 december 1989 maar wegens de werkzaamheden aan lanceercomplex A werd de lanceerdatum gewijzigd. Een tweede lanceerpoging werd op 8 januari 1990 stopgezet vanwege slechte weersomstandigheden maar uiteindelijk vertrok het ruimteveer Columbia met zijn vijf astronauten op 9 januari 1990 omstreeks 7u35 plaatselijke tijd.
Tijdens dag 2 van de missie werd met succes de Amerikaanse Syncom IV, of ook wel Leasat 5 genoemd, uitgezet in een baan om de Aarde waarna een Minuteman rakettrap het tuig tot in een geosynchronische baan om onze planeet bracht. Na het eerste deel van de missie begon het ruimteveer Columbia aan zijn reis naar de Long Duration Exposure Facility (LDEF) waarbij het op dag 4 van de missie aankwam. Gezagvoerder Brandenstein bracht het ruimteveer tot op een zeer korte afstand van de LDEF waarna astronaute Bonnie Dunbar het tuig vastgreep met de Remote Manipulator System robotarm van het ruimteveer. Toen de Long Duration Exposure Facility in 1984 in een baan om de Aarde gebracht werd, zou deze normaal een jaar later terug naar de Aarde gebracht worden. Door het ongeval met het ruimteveer Challenger werd het hele Space Shuttle programma herzien en verbleef dit wetenschappelijke tuig uiteindelijk 4,5 jaar in een baan om onze planeet. De Long Duration Exposure Facility had de omvang van een kleine bus en beschikte over 57 wetenschappelijke experimenten die gedurende al die jaren werden blootgesteld aan de vijandige ruimtelijke omgeving. Nadat de LDEF autonoom 2 093 baantjes om onze planeet had gemaakt, werd het gevaarte op 12 januari 1990 terug in het vrachtruim van het ruimteveer geladen. Tijdens dit ingewikkelde en risicovolle manoeuvre kregen de astronauten Low en Ivins de opdracht zoveel mogelijk foto’s te maken van de LDEF voor het geval het tuig niet terug kon worden meegenomen naar Aarde.
Tijdens de volgende dagen van de STS-32 missie voerde de bemanning nog een reeks van medische experimenten uit die deel uitmaakten van het Extended-Duration Orbiter Medical Programme (EDOMP). Tijdens haar verblijf in de ruimte kreeg astronaute Dunbar het goede nieuws te horen dat haar man Ronald Sega geselecteerd was door de NASA om een opleiding tot astronaut te volgen. Normaal zou het ruimteveer tijdens de negende dag van de missie terugkeren naar de Aarde maar wegens een probleem met één van de computers aan boord van de Columbia werd de terugkeer met een dag uitgesteld. Uiteindelijk landde het ruimteveer op 20 januari 1990 op landingsbaan 22 van de Edwards Air Force Base in Californië. Aangezien het ruimteveer, met de LDEF in zijn vrachtruim, nu een gewicht had van 103 572 ton was dit de zwaarste landing ooit van een Amerikaans ruimteveer. Terwijl de LDEF zich nog in het vrachtruim van de Columbia bevond, werd het ruimteveer op 26 januari overgevlogen naar het Kennedy Space Center waarna de LDEF in een speciaal omhulsel naar de Operations and Checkout Building ging. Op 1 februari 1990 werd de LDEF overgebracht naar de Spacecraft Assembly and Encapsulation Facility waar onderzoekers, ingenieurs en technici het tuig onderzochten en ontmantelden.
Cijfers en overzicht
- 33ste bemande Amerikaanse Space Shuttle missie
- Aantal astronauten: 5
- Duur missie: 10 dagen, 21 uur
- Aantal omwentelingen: 172
- Baan coördinaten: 296 x 361 kilometer
- Hellingshoek van de baan: 28,5°
- Afgelegde afstand: 7 258 096 kilometer