Vluchtleiders van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA hebben op maandag 17 juni 2013 afscheid genomen van de Hershel ruimtetelescoop. Het laatste signaal werd om 14u25 Belgische tijd verstuurt vanuit Het European Space Operations Center (ESOC) in Duitsland waarna de ruimtetelescoop zes seconden later het signaal ontving en voor een laatste keer zijn raketmotoren tot ontbranding bracht.
De Europese Herschel ruimtetelescoop werd op 14 mei 2009 samen met het Planck Observatory in de ruimte gebracht door middel van een krachtige Ariane 5 draagraket. Herschel werd vervolgens tot in een baan om het tweede Lagrangepunt gebracht waarna het observatorium begon aan zijn infraroodwaarnemingen. De telescoop heeft een spiegel met een doorsnede van 3,5 meter waardoor dit de grootste spiegel was die ooit de ruimte is gebracht. Herschel werd uitgerust met enkele bijzondere instrumenten die zwakke infrarode en submillimeterstraling detecteren. Hierdoor konden wetenschappers met Herschel onderzoek verrichten naar ondermeer het ontstaan van sterren, sterrenstelsels en planeten. De reden waarom men nu afscheid heeft genomen van de Herschel ruimtetelescoop is omdat deze satelliet gebruik maakte van 2 300 liter koelvloeistof op basis van vloeibare helium om de gevoelige instrumenten af te koelen en deze koelvloeistof nu op is. Wanneer deze instrumenten niet zouden zijn afgekoeld tot -271 graden Celsius, zouden deze zelf infrarode straling hebben afgeven wat de waarnemingen sterk zou beïnvloeden. Ingenieurs en vluchtleiders wisten van in begin dat Herschel niet langer dan vier jaar operationeel zou blijven. Op 5 maart 2013 liet ESA dan ook weten dat de Herschel ruimtetelescoop 'stervende' was aangezien de vloeibare helium bijna op was. Op 13 mei 2013 voerde Herschel een baanmanoeuvre uit waardoor het observatorium uit het tweede Lagrangepunt werd gebracht en nu zich nu in een baan om de Zon bevindt. De voorbije weken gebruikten ingenieurs Herschel enkel nog als testplatform waarbij de apparatuur aan boord van de satelliet tot het uiterste werden gedreven.
De Herschel ruimtetelescoop behoort tot één van de meest succesvolle sterrenkundige projecten ooit. Zo hebben wetenschappers dankzij Herschel kunnen achterhalen dat de ster betelgeuze op ramkoers ligt met een muur van stof of dat de planetoïde Apophis groter bleek te zijn dan men oorspronkelijk dacht. Daarnaast ontdekte de Herschel ruimtetelescoop de jongste sterren ooit en maakte de telescoop tientallen prachtige foto's van ondermeer de Adelaarsnevel en de Andromedanevel. Alles samen zou Herschel volgens ESA ongeveer 35 000 observaties hebben gemaakt. Ondanks het feit dat de Herschel ruimtetelescoop een beperkte levensduur had, is zijn wetenschappelijke nalatenschap dan ook gigantisch. Zo hebben wetenschappers al meermaals laten weten dat men nog vele jaren nodig zal hebben om alle data te analyseren. Hierdoor is de kans dan ook heel groot dat Herschel nog regelmatig eens in het nieuws zal komen. ESA financiert het Herschel onderzoeksprogramma nog tot 2017.