Op deze spectaculaire nieuwe opname van kosmische wolken in het sterrenbeeld Orion is een soort vurig lint te zien. De oranje gloed stelt zwak licht voor, onzichtbaar voor het menselijk oog, dat door koude interstellaire stofdeeltjes is uitgezonden. Dit licht is vastgelegd met het door ESO beheerde Atacama Pathfinder Experiment (APEX) in Chili. Wolken van interstellair gas en stof zijn de grondstoffen voor de vorming van sterren.
Maar de minuscule stofdeeltjes versperren ons zicht op wat zich in en achter die wolken bevindt – op zichtbare golflengten althans. Hierdoor laat het stervormingsproces zich moeilijk waarnemen. Daarom moeten astronomen instrumenten gebruiken die licht van andere golflengten kunnen zien. Op submillimetergolflengten houden de stofdeeltjes geen licht tegen, maar stralen ze door hun lage temperaturen van enkele tientallen graden boven het absolute nulpunt [1] juist licht uit. De APEX-telescoop en zijn submillimeter-camera LABOCA, op de 5000 meter hoge Chajnantor-hoogvlakte in de Chileense Andes, zijn uitermate geschikt voor dit soort waarnemingen.
Deze nieuwe opname toont slechts een gedeelte van een groot complex van heldere gaswolken, hete jonge sterren en koude stofwolken in het sterrenbeeld Orion. Het Orioncomplex is honderden lichtjaren groot en ongeveer 1350 lichtjaar van ons verwijderd. De submillimeter-gloed van de koude stofwolken is hier oranje afgebeeld en over een ‘normale’ foto van het gebied heen gelegd.
De grote heldere wolk rechtsboven is de bekende Orionnevel oftewel Messier 42. Deze is met het blote oog gemakkelijk te zien als de enigszins wazige middelste ‘ster’ in het zwaard van Orion. De Orionnevel is het helderste deel van een enorme stellaire kraamkamer waarin nieuwe sterren worden geboren. Van alle grote stervormingsgebieden is dit het dichtstbijzijnde.
De stofwolken vormen prachtige draden, plooien en bellen. Deze zijn het gevolg van processen zoals gravitationele samentrekking en de effecten van sterrenwinden. Dat laatste zijn gasstromen uit de atmosferen van sterren, die krachtig genoeg zijn om allerlei kronkelvormen in de omringende gaswolken te veroorzaken.
Astronomen hebben deze en andere gegevens van APEX gecombineerd met opnamen van ESA’s ruimtetelescoop Herschel om naar protosterren – een vroeg stadium van stervorming – te zoeken. Tot nu toe hebben ze vijftien objecten opgespoord die op langere golflengten veel helderder zijn dan op kortere golflengten. Deze zeldzame objecten behoren waarschijnlijk tot de jongste protosterren die ooit zijn waargenomen. Ze brengen astronomen een stapje dichter bij de waarneming van de eerste fase van de stervorming.
Noten
[1] Naarmate een object heter is, zendt het licht van kortere golflengten uit. Daarom zien zeer hete sterren (met temperaturen rond 20.000 graden) er blauw uit en ‘koele’ sterren (van 3000 graden) rood. Een wolk van stof met een temperatuur van slechts tien kelvin – tien graden boven het absolute nulpunt – zendt vooral straling uit op een golflengte die nog veel langer is dan die van rood licht (0,3 millimeter). Dat is het soort straling waar APEX heel gevoelig voor is.
Meer informatie
Het onderzoek van protosterren in dit gebied staat beschreven in het artikel ‘A Herschel and APEX Census of the Reddest Sources in Orion: Searching for the Youngest Protostars’ van A. Stutz et al., dat in de Astrophysical Journal is verschenen.
De APEX-waarneming die voor deze foto zijn gebruikt, stonden onder leiding van Thomas Stanke (ESO), Tom Megeath (Universiteit van Toledo, VS) en Amelia Stutz (Max-Planck-Institut für Astronomie, Heidelberg, Duitsland). APEX is een samenwerking tussen het Max-Planck-Institut für Radioastronomie (MPIfR), het Onsala Space Observatory (OSO) en ESO. Het beheer van APEX op Chajnantor is toevertrouwd aan ESO.
ESO is de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie in Europa en de meest productieve sterrenwacht ter wereld. Zij wordt ondersteund door vijftien landen: België, Brazilië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van grote sterrenwachten die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. Ook speelt ESO een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op astronomisch gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staan ESO’s Very Large Telescope (VLT), de meest geavanceerde optische sterrenwacht ter wereld, en twee surveytelescopen: VISTA werkt in het infrarood en is de grootste surveytelescoop ter wereld en de VLT Survey Telescope is de grootste telescoop die uitsluitend is ontworpen om de hemel in zichtbaar licht in kaart te brengen. ESO is ook de Europese partner van de revolutionaire telescoop ALMA, het grootste astronomische project van dit moment. Daarnaast bereidt ESO momenteel de bouw voor van de 39-meter Europese Extremely Large optical/near-infrared Telescope (E-ELT), die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.