Voor het eerst hebben astronomen complexe organische moleculen – de bouwstenen van het leven – gedetecteerd in de protoplanetaire schijf rond een jonge ster. De ontdekking, gedaan met de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA), bevestigt opnieuw dat de omstandigheden waaruit aarde en zon zijn voortgekomen niet uniek zijn in het heelal. De resultaten worden op 9 april 2015 gepubliceerd in het tijdschrift Nature.
De beste waarnemingen tot nu toe van de stofrijke gaswolk G2 bevestigen dat hij zijn kleinste afstand tot het superzware zwarte gat in het centrum van de Melkweg in mei 2014 is gepasseerd, en die gebeurtenis heeft overleeft. Het nieuwe resultaat van ESO’s Very Large Telescope laat zien dat het object niet erg is uitgerekt en nog steeds heel compact is.
Nieuwe waarnemingen met APEX en andere telescopen laten zien dat de ster die Europese astronomen in 1670 aan de hemel zagen verschijnen geen nova was, maar een veel zeldzamer, heftiger verschijnsel: een stellaire botsing. De gebeurtenis was spectaculair genoeg om waarneembaar te zijn met het blote oog, maar de sporen die deze achterliet waren heel vaag. Pas na een zorgvuldige analyse met behulp van submillimetertelescopen kon het 340 jaar oude raadsel worden opgelost.
Dit spectaculaire landschap in het zuidelijke sterrenbeeld Altaar bevat een schat aan hemelobjecten. In het gebied, dat ongeveer 4 000 lichtjaar van de aarde is verwijderd, zijn tal van sterrenhopen, emissienevels, actieve stervormingsgebieden en andere kosmische juwelen te vinden. Deze schitterende nieuwe foto, verkregen met de VLT Survey Telescope van de ESO-sterrenwacht op Paranal (Chili), is de meest detailrijke opname die tot nu toe van dit hemelgebied is gemaakt.
Volgens nieuwe onderzoeksresultaten, die op 5 maart 2015 online in het tijdschrift Science worden gepubliceerd, was er ooit een primitieve oceaan op Mars die meer water bevatte dan de Noordelijke IJszee, en een groter deel van het planeetoppervlak besloeg dan de Atlantische Oceaan op aarde.
Met het MUSE-instrument op ESO’s Very Large Telescope is de tot nu toe beste driedimensionale weergave van het verre heelal gemaakt. Door slechts 27 uur naar het Hubble Deep Field South te staren, zijn in dit kleine hemelgebied de afstanden, bewegingen en andere eigenschappen van meer sterrenstelsels gemeten dan ooit tevoren. De waarnemingen gaan verder dan die van de Hubble-ruimtetelescoop en laten objecten zien die nooit eerder zijn waargenomen.
Astronomen die gebruik maken van ESO-faciliteiten en telescopen op de Canarische Eilanden hebben twee verrassend zware sterren ontdekt in het hart van de planetaire nevel Henize 2-428. De twee om elkaar draaiende sterren zullen elkaar naar verwachting steeds dichter naderen. En wanneer ze over ongeveer 700 miljoen jaar met elkaar samensmelten, bevatten ze genoeg materie om een enorme supernova-explosie te veroorzaken. Deze resultaten verschijnen op 9 februari 2015 online in het tijdschrift Nature.
Een nieuwe opname, gemaakt met ESO’s surveytelescoop VISTA, plaatst de beroemde Trifidnevel in een nieuw, spookachtig licht. Door waarnemingen te doen in het infrarood kunnen astronomen dwars door de stofrijke centrale delen van de Melkweg heen kijken en objecten ontdekken die eerder onopgemerkt bleven.
Op deze nieuwe opname van ESO’s Very Large Telescope komt de komeetglobule CG4 over als de wijd opengesperde muil van een reusachtig kosmisch monster. Hoewel hij op de foto groot en helder lijkt, is dit eigenlijk een zwakke nevel, die voor amateur-astronomen maar moeilijk te herkennen is. De precieze aard van CG4 blijft een mysterie. In 1976 werden op foto’s, genomen met de UK Schmidt Telescope in Australië, verscheidene langwerpige komeet-achtige objecten ontdekt.
De ESO-sterrenwacht op Paranal, in het noorden van Chili, heeft een nieuw instrument in gebruik genomen: de Next-Generation Transit Survey (NGTS). Hiermee wordt naar exoplaneten gezocht die – vanaf de aarde gezien – voor hun moederster langs trekken en daarbij het licht van de ster enigszins verzwakken. De nieuwe faciliteit is gericht op de ontdekking van planeten ter grootte van Neptunus en kleiner, met diameters van twee tot acht keer die van de aarde.
Lancering vanop het Kennedy Space Center van het Amerikaanse ruimtetuig Apollo 14 met aan boord de drie astronauten Alan Shepard, Edgar Mitchell en Stu Roosa. Enkele dagen later landde Shepard en Mitchell op het oppervlak van de Maan. Tijdens deze ruimtemissie naar de Maan werd ongeveer 43 kilogram aan bodemmonsters van het Maanoppervlak terug naar de Aarde gebracht. De astronaut Alan Shepard speelde tijdens één van de Maanwandelingen ook een spelletje golf op het oppervlak van onze trouwe buur. Foto: NASA
Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!
Wordt medewerkerDeze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.