De Europese ruimtesonde Solar Orbiter, die onze ster gaat onderzoeken, heeft voor de eerste maal een dichtste nadering tot de zon bereikt. Bij het bereiken van dit perihelium vloog de Solar Orbiter de zon voorbij op een afstand van 77 miljoen kilometer, wat ongeveer de helft is van de afstand van de aarde tot de zon. Het is voor de eerste maal in de geschiedenis van de ruimtevaart en de verkenning van ons zonnestelsel dat een ruimtesonde met aan boord camera's opnames van de zon maakt.
De Europese Solar Orbiter werd op 10 februari 2020 in de ruimte gebracht en moet op termijn de zon voorbij vliegen op een afstand van 'slechts' 42 miljoen kilometer. ter vergelijking: de dichtste planeet bij de zon, Mercurius, draait op een afstand tussen 46 tot 70 miljoen kilometer om onze ster. Om de dichtste nadering bij de zon te kunnen bereiken, zal de Solar Orbiter zijn baan om de zon steeds kleiner maken en enkele belangrijke periheliumpassages bereilken. De eerste was nu op 15 juni 2020 en de eerstvolgende is begin 2021. De Solar Orbiter zal uiteindelijk ook gebruik maken van de zwaartekracht van de planeet venus om van baan te veranbderen zodat de onbemande ruimtesonde ook de poolgebieden van de zon kan bestuderen. In de komende week zullen technici en wetenschappers van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA de instrumenten aan boord van de Solar Orbiter onderwerpen aan tal van testen. Zo zal men voor het eerst de zes telescopen aan boord van dit zonneobservatorium opnamen laten maken onze ster die zeer gedetailleerde close-ups moeten maken van het oppervlak van de zon. Vervolgens duurt het ongeveer een week eer ESA alle data en beelden zal ontvangen hebben van de Solar Orbiter. Verwacht wordt dat deze beelden in juli 2020 zullen worden vrijgegeven. Wetenschappers verwachten dat deze nieuwe opnamen van de Solar Orbiter niet zo gedetailleerd zullen zijn als de opnamen van de Daniel K. Inouye Solar Telescope op Hawaï maar met de Solar Orbiter kan men de zon ook bestuderen in het ultraviolet en in röntgengolflengten. Op deze manier kan de Solar Orbiter de atmosfeer van de zon compleet in beeld brengen. De UV-beelden die de Solar Orbiter zal maken van de zon zullen dan weer tweemaal zo scherp zijn als die van NASA's Solar Dynamics Observatory die de zon vanuit een baan om de aarde observeert.
Solar Orbiter is ontworpen om in de buurt van de zon te werken, op maar iets meer dan een kwart van de afstand van de aarde tot de zon. Omdat Solar Orbiter zo dichtbij komt, ervaart hij zonlicht dertien keer intenser dan wat we op aarde voelen. Nog gevaarlijker zijn de krachtige uitbarstingen van atomaire deeltjes die op de robotverkenner zullen inslaan. Deze worden uitgestoten door explosies in de atmosfeer van de zon. Deze missie is veel te moeilijk en gevaarlijk voor menselijke astronauten, maar Solar Orbiter is speciaal voor deze taken gebouwd! Om koel te blijven heeft Solar Orbiter een zonneschild dat hem beschermt tegen de volledige intensiteit van de zon, en radiatoren die de warmte van de sonde weer de ruimte in sturen. Hij maakt ook gebruik van technologie, zoals speciale zonnepanelen, die technici van ESA hebben ontwikkeld voor de BepiColumbo-missie naar Mercurius. Eén van de wetenschappelijke instrumenten aan boord van de Solar Orbiter is de EUI (Extreme Ultraviolet Imager) telescoop die wetenschappers een unieke kans biedt om de dynamische processen in de zonneatmosfeer van dichtbij te bekijken. Het EUI-project is van start gegaan in 2008 onder de wetenschappelijke leiding van de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB) en de technische leiding van Centre Spatial de Liège. Daarnaast werd de Solar Orbiter ook nog uitgerust met de Polarimetric and Helioseismic Imager (PHI) dat ontwikkeld werd door Duitsland, de Spectral Imaging of the Coronal Environment (SPICE) dat ontwikkeld werd door Frankrijk en de Spectrometer Telescope for Imaging X-rays (STIX) dat ontwikkeld werd door Zwitserland.