De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA gaat in 2017 twee astronomische instrumenten in de ruimte brengen die ons meer moeten vertellen over exoplaneten en neutronensterren. Zowel de Transiting Exoplanet Survey Satellite (TESS) alsook het Neutron star Interior Composition ExploreR (NICER) project zijn geselecteerd binnen NASA’s Astrophysics Explorer Program.
De 55 miljoen dollar dure Neutron star Interior Composition ExploreR (NICER) is een astronomisch röntgeninstrumenten dat aan de buitenkant van het internationale ruimtestation ISS zal worden bevestigd. Het instrument moet vanaf 2017 het binnenste van zogenaamde ‘neutronensterren’ onderzoeken. Neutronensterren zijn compacte, snel rondtollende overblijfselen van geëxplodeerde sterren en zijn de objecten in het heelal met de grootste dichtheid (op uitzondering van zwarte gaten). Deze bijzondere objecten, die vermoedelijk worden gevormd na de ineenstorting van zware sterren die acht tot dertig keer groter zijn dan de Zon, kunnen een massa van 1,4 zonmassa bezitten in een bol die niet groter is dan tien of twintig kilometer doorsnede. Sterrenkundigen maken dan ook graag de vergelijking dat één theelepel neutronenster meer dan één miljard ton weegt. Het NICER-instrument zal bestaan uit 56 compacte röntgentelescopen en zal metingen verrichten op vlak van de snelle variaties in de röntgenintensiteit van neutronensterren. NICER zal zich in het bijzonder ook richten op milliseconden neutronensterren die tot 700 keer per seconde om hun as draaien. Astronomen hopen met het NICER-instrument ondermeer meer te leren over het gedrag van materie onder extreme omstandigheden. Vermoedelijk zal het NICER-instrument met behulp van een Amerikaans Dragon bevoorradingstuig naar het ISS gebracht worden waarna een robotarm het instrument aan het ruimtestation zal bevestigen.
Het tweede astronomische instrument dat geselecteerd werd door NASA is de Transiting Exoplanet Survey Satellite (TESS). Deze satelliet zal uitgerust worden met meerdere telescopen om planeetovergangen te identificeren bij relatief heldere en nabijgelegen sterren. Planeetovergangen, of ook wel ‘transits’ genoemd, zijn voor sterrenkundigen van zeer groot belang aangezien deze optreden wanneer een exoplaneet voor de ster langs beweegt (gezien vanaf de Aarde). In tegenstelling tot de succesvolle Kepler ruimtetelescoop die zich richt op zwakke sterren in één bepaald gebied (slechts 0,28% van de totale hemel) zal de Transiting Exoplanet Survey Satellite op zoek gaan naar exoplaneten in de bewoonbare zone van nabijgelegen sterren. Aangezien astronomen met NASA’s Kepler ruimtetelescoop, waarvan de missie werd verlengd tot 2016, al honderden planeten rondom andere sterren hebben ontdekt, zijn de verwachtingen voor de 200 miljoen dollar dure TESS-planetenjager dan ook zeer hoog. Zo voorspelt men nu al dat de TESS-ruimtetelescoop duizenden nieuwe planeten in de buurt van ons zonnestelsel zal ontdekken en men uiteindelijk ook ‘aardse’ planeten zal ontdekken.