Onderzoekers hebben een ontdekking gedaan die ons begrip van de oude geschiedenis van de aarde op de proef stelt. Ze hebben bewijs gevonden dat de aarde mogelijk een ringsysteem heeft gehad dat ongeveer 466 miljoen jaar geleden is gevormd, aan het begin van een periode van ongewoon intense meteorietbombardementen die bekend staat als de Ordovicische inslaggolf. Deze verrassende hypothese, vandaag gepubliceerd in Earth and Planetary Science Letters, komt voort uit plaattektonische reconstructies voor het Ordovicium waarin de posities van 21 asteroïde inslagkraters zijn genoteerd.
Al deze kraters bevinden zich binnen 30 graden van de evenaar, ondanks dat meer dan 70 procent van de continentale aardkorst zich buiten dit gebied bevindt, een afwijking die conventionele theorieën niet kunnen verklaren. Het onderzoeksteam gelooft dat dit gelokaliseerde inslagpatroon is ontstaan nadat een grote asteroïde de aarde van dichtbij had ontmoet. Toen de asteroïde binnen de Roche-limiet van de aarde kwam, brak hij door getijdenkrachten uiteen en vormde hij een puinring rond de planeet, vergelijkbaar met de ringen die tegenwoordig rond Saturnus en andere gasreuzen te zien zijn. “In de loop van miljoenen jaren viel materiaal van deze ring geleidelijk op aarde, waardoor de piek in meteorietinslagen ontstond die in het geologische verslag is opgenomen”, aldus hoofdauteur professor Andy Tomkins van de Monash University's School of Earth, Atmosphere and Environment. “We zien ook dat lagen in sedimentgesteenten uit deze periode buitengewone hoeveelheden meteorietpuin bevatten.”
“Wat deze vondst nog intrigerender maakt, zijn de mogelijke klimaatimplicaties van zo'n ringsysteem,” zei hij. De onderzoekers speculeren dat de ring een schaduw op de aarde kan hebben geworpen, zonlicht tegenhield en bijdroeg aan een belangrijke wereldwijde afkoeling die bekend staat als het Hirnantian Icehouse. Deze periode, die plaatsvond tegen het einde van het Ordovicium, wordt gezien als een van de koudste in de laatste 500 miljoen jaar van de geschiedenis van de aarde. “Het idee dat een ringsysteem de temperatuur op aarde kan hebben beïnvloed, voegt een nieuwe laag complexiteit toe aan ons begrip van hoe buitenaardse gebeurtenissen het klimaat op aarde kunnen hebben gevormd”, aldus professor Tomkins. Normaal gesproken komen asteroïden op willekeurige plaatsen op de aarde terecht, zodat we bijvoorbeeld inslagkraters zien die gelijkmatig over de maan en Mars zijn verdeeld. Om te onderzoeken of de verdeling van inslagkraters uit het Ordovicium niet willekeurig is en dichter bij de evenaar ligt, berekenden de onderzoekers het continentale oppervlak dat kraters uit die tijd kan bevatten.
Ze richtten zich op stabiele, onverstoorde kratons met gesteenten ouder dan het midden van het Ordovicium, met uitsluiting van gebieden die bedolven waren onder sedimenten of ijs, geërodeerde gebieden en gebieden die beïnvloed waren door tektonische activiteit. Met behulp van een GIS-benadering (Geografisch Informatiesysteem) identificeerden ze geologisch geschikte regio's verspreid over verschillende continenten. Regio's zoals West-Australië, Afrika, het Noord-Amerikaanse kraton en kleine delen van Europa werden geschikt geacht voor het behoud van dergelijke kraters. Slechts 30% van het geschikte landoppervlak bleek dicht bij de evenaar te liggen, maar toch werden alle inslagkraters uit deze periode in deze regio gevonden. De kans dat dit gebeurt is alsof je een driezijdige munt opgooit (als zoiets zou bestaan) en 21 keer munt krijgt. De implicaties van deze ontdekking reiken verder dan de geologie en zetten wetenschappers ertoe aan om de bredere impact van hemelse gebeurtenissen op de evolutionaire geschiedenis van de aarde te heroverwegen. Het roept ook nieuwe vragen op over de mogelijkheid van andere oude ringsystemen die de ontwikkeling van het leven op aarde zouden kunnen hebben beïnvloed.
Zouden soortgelijke ringen op andere momenten in de geschiedenis van onze planeet hebben bestaan en van invloed zijn geweest op alles, van het klimaat tot de verspreiding van het leven? Dit onderzoek opent een nieuwe grens in de studie van het verleden van de aarde en biedt nieuwe inzichten in de dynamische interacties tussen onze planeet en de ruimere kosmos.
Bron: Monash Science/Monash University