Telescopen zijn een onmisbaar instrument in de sterrenkunde. Dankzij de komst en de evolutie van de telescoop kreeg de mens een duidelijk beeld over zijn plaats in het heelal en kon iedereen aan sterrenkunde doen. In dit artikel gaan we kort in op wat telescopen precies zijn. Dit artikel is dan ook bedoeld voor de beginnende waarnemer die vertrouwd wil raken met telescopen bestemd voor amateur-astronomen.
Definitie
Een telescoop, ook wel 'sterrenkijker' genoemd, is een optisch instrument waarmee verre voorwerpen of objecten sterk kunnen vergroot worden. Terwijl een verrekijker gemaakt is om voorwerpen op relatief korte afstand uit te vergroten, wordt een telescoop vooral gebruikt voor sterrenkundige doeleinden. Hiermee worden dan ook objecten waargenomen die zich op een grote afstand van de Aarde bevinden.
1. Soorten telescopen
a) Refractor telescoop
Bij deze telescoop wordt een lens als objectief gebruikt waarmee de binnenkomende lichtstralen gebroken worden om het beeld te vormen. Een refractor telescoop heeft een gesloten buis. Daardoor kunnen er zich geen luchttroebelingen voordoen tussen objectief en oculair.
b) Reflector telescoop
Bij de reflector telescoop wordt een spiegel als objectief gebruikt waarmee de lichtstralen weerkaatst of gereflecteerd worden om het beeld te vormen. Het beeld wordt in de buis opgevangen door een vangspiegel die het beeld buiten de buis weerkaatst. Deze vangspiegel, die zich midden in de invallende stralenbundel bevindt, zal iets van de lichtsterkte wegnemen en ook het beeldcontrast wordt verminderd. Deze telescoop heeft echter geen kleurfouten.
c) Catadioptische telescopen
Catadioptische telescopen gebruiken zowel lenzen als spiegels. Het woord klinkt misschien vreemd maar als we het type Schmidt-Cassegrain vermelden gaat er bij velen wel een belletje rinkelen. Dit type kwam in de jaren '70 op de markt en vond snel zijn plaats tussen de reflectors en refractors die al veel langer bestonden.
2. Objectief - oculair
Objectief: is het lenzensysteem dat op het object gericht is en waardoor het licht in de kijker komt
Oculair: is het lenzensysteem dat op het oog gericht is
Opmerking: een sterrenkijker geeft een omgekeerd beeld!
3. Vergroting
Je kan de vergroting uitrekenen door de brandpuntsafstand van het objectief te delen door de brandpuntsafstand van het oculair
4. Lichtsterke en lichtzwakke telescopen
Wat je kan waarnemen aan de sterrenhemel, is afhankelijk van:
- De hoeveelheid licht die het objectief opvangt, de diameter van het objectief.
- Brandpuntsafstand van het objectief.
5. Magnitude
De sterren hebben een bepaalde helderheid. Ze worden ingedeeld in helderheidsgroepen. De helderste sterren hebben magnitude 0. Sterren die 2,5 maal zwakker zijn hebben magnitude 1. Sterren die nog eens 2,5 maal zwakker zijn hebben magnitude 2. Sterren die nog eens 2,5 maal zwakker zijn hebben magnitude 3. De magnitude-indeling loopt van -26 tot +24 (de zon is -26, volle maan is -13 en de poolster +2).
6. Monteringen
De montering van de telescoop is zeer belangrijk. De meest gebruikte is een azimuthale montering. Deze is draaibaar in 2 richtingen (horizontaal en in de hoogte). Je hebt ook nog een equatoriale montering. Deze wordt het meest gebruikt om de sterren goed te kunnen volgen.