ISS modules: Harmony

Net als de Unity module (Node 1) doet ook de Harmony module (Node 2) aan het internationale ruimtestation ISS dienst als koppelingsmodule waar andere onderdelen van het ruimtestation kunnen aan vastgehecht worden. De Harmony module werd op 23 oktober 2007 succesvol vastgemaakt aan het ISS en werd gebouwd door het Europese ruimtevaartbedrijf Thales Alenia Space in Italië. Deze 14,2 ton zware module zorgde ervoor dat het ISS ruimtestation bijna 90 kubieke meter aan leef- en werkruimte bij kreeg.

Het ontwerp van deze 7,2 meter lange module werd gebaseerd op de ontwerpen van de Multi-Purpose Logistics Module (MPLM) en van het Europese Columbus ruimtelaboratorium. Het Italiaanse bedrijf Alcatel Alenia Space bouwde in een samenwerkingsakkoord met NASA de Harmony koppelingsmodule waarna op 1 juni 2003 de module, die een diameter heeft van 4,4 meter, arriveerde op het Kennedy Space Center in Florida. Vervolgens werd Harmony tijdelijk ondergebracht in de Space Station Processing Facility waar het gevaarte de laatste tests onderging en werd klaargemaakt voor zijn lancering. In maart 2007 werd de naam 'Harmony' gekozen voor deze koppelingsmodule nadat meer dan 2 200 kleuterscholen uit de Verenigde Staten namen hadden opgegeven tijdens de 'Node 2 Challenge'. Hiermee wou de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA ruimtevaart dichter bij de jeugd brengen. Uiteindelijk werd de Harmony module aan boord van het Amerikaanse ruimteveer Discovery op 23 oktober 2007 in de ruimte gebracht. De koppeling van het gevaarte aan het ruimtestation was een zeer belangrijk moment uit het ISS en zijn partners aangezien deze uitbreiding ervoor zorgde dat men nu ook het Europese Columbus ruimtelabo en de Japanese Exeperimental Module kon bevestigen aan het ISS. Harmony was ook de eerste module die gekoppeld werd aan het ISS na het tragische ongeval met ruimteveer Columbia in 2001. Na zijn lancering werd de Harmony module tijdelijk vastgemaakt aan de Unity module, die eveneens dienst doet als ISS koppelingsmodule. Op 14 november 2007 slaagde de toenmalige bemanning van het ruimtestation er in de Harmony koppelingsmodule te verplaatsen naar de Amerikaanse Destiny module. Dit manoeuvre werd uitgevoerd met behulp van de Canadarm 2 robotarm van het ISS. Vervolgens werden drie ruimtewandelingen uitgevoerd om de Harmony module volledig operationeel te maken. Op 12 november 2007 verplaatste de ISS bemanning de Pressurized Mating Adapter (PMA-2) van de Destiny module naar de Harmony module zodat de Amerikaanse ruimteveren zich vanaf dan ook aan de Harmony module konden vasthechten.

Verbonden modules

De Harmony module werd in de eerste plaats ontworpen als tussenstuk waaraan men nog andere modules kon aan vastmaken. Hierdoor werd Harmony voorzien van vier poorten waaraan men andere ruimtetuigen of modules kan vastmaken. Zo werd in februari 2008 het Europese ruimtelabo Columbus aan de stuurboordzijde van Harmony vastgemaakt. Vervolgens werd in 2008 ook het ruimtelabo van het Japanse segment van het internationale ruimtestation ISS bevestigd aan Harmony. Tijdens bevoorradingsmissies van Amerikaanse ruimteveren werden ook de Multi-Purpose Logistics Modules (MPLM) tijdelijk bevestigd aan een vrije poort van de Harmony koppelingsmodule. Wanneer Japanse H-II Transfer Vehicle (HTV) of Amerikaanse Dragon ruimtetuigen het ISS moeten bevoorraden, worden deze ook vastgemaakt aan de Harmony module.