Ruimtevaarders aan het werk in de Amerikaanse Destiny module
Foto: NASA

Destiny is de naam van het Amerikaanse ruimtelabo dat deel uitmaakt van het internationale ruimtestation ISS. Deze 14,5 ton zware module werd vanaf 1995 tot 1998 door het Amerikaanse lucht en ruimtevaartbedrijf Boeing gebouwd in de faciliteiten van het Marshall Space Flight Center in Alabama. Na zijn lancering in februari 2001 werd dit gevaarte tijdens de STS-98 ruimtemissie uiteindelijk vastgemaakt aan het ISS. Deze module is één van de grootste en belangrijkste Amerikaanse bijdrages aan het internationale ruimtestation ISS aangezien Destiny vooral gebruikt wordt voor wetenschappelijk onderzoek. 

Na de bouw van de Destiny module door het bedrijf Boeing werd het gevaarte verscheept naar het Kennedy Space Center in Florida waar het overgegeven werd aan de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Op 7 februari 2001 werd deze zware module door middel van het Amerikaanse ruimteveer Atlantis in een baan om de Aarde gebracht waarna het gevaarte met behulp van een robotarm enkele dagen later vastgemaakt werd aan de Unity koppelingsmodule van het internationale ruimtestation ISS. Dit was het eerste Amerikaanse operationele wetenschappelijke ruimtelabo dat in de ruimte gebracht werd na het stopzetten van Amerikaanse ruimtestation Skylab begin de jaren '70. Dankzij deze uitbreiding aan het ISS konden astronauten nu tal van wetenschappelijke experimenten uitvoeren op vlak van geneeskunde, het menselijk lichaam, biotechnologie, materialen en stoffen. De komst van Destiny zorgde ervoor dat het internationale ruimtestation ISS werd uitgebreid met 41% meer leef- en werkruimte. 

Belangrijkste Amerikaanse module 

Net als de Amerikaanse koppelingsmodule Unity, die dienst doet als koppelstuk tussen de verschillende andere modules, werd ook de Destiny module vervaardigd uit aluminium. Met een lengte van 8,5 meter en diameter van 4,3 meter bestaat dit segment uit drie cilindervormige componenten die aan elkaar bevestigd werden met aan beide uiteinden een toegangsluik waarvan één verbonden is met de Unity koppelingsmodule. Binnenin dit ruimtelabo bevinden zich verschillende ISPR's (International Standard Payload Racks) waarin men wetenschappelijke experimenten en andere hardware kan in onderbrengen. Soortgelijke ISPR’s werden ook gemonteerd in de Europese en Japanse ruimtelaboratoria die deel uitmaken van het ISS. Op het moment dat het Amerikaanse Destiny laboratorium gelanceerd en bevestigd werd aan het ISS bevonden er zich vijf ISPR’s in het labo en een Life Support System dat zowel elektriciteit als water en lucht voorzag aan de module. Vandaag de dag bevinden er zich meer dan twintig ISPR’s aan boord van Destiny die gebruikt worden voor belangrijk wetenschappelijk onderzoek. Deze ISPR's werden ondermeer met behulp van het het Amerikaanse ruimteveer naar en van het ISS overgebracht waarna ze door de ruimtevaarders zelf geïntegreerd werden in het ruimtelabo. Voor de Amerikaanse ruimtevaarders aan boord van het ISS is de Destiny module een zeer belangrijk onderdeel van het ruimtestation. Vanuit deze module wordt permanent contact gehouden met het ISS-vluchtleidingscentrum en kan men tal van experimenten uitvoeren. De Amerikaanse ruimtevaarders verblijven dan ook het grootste deel van hun werktijd aan boord van het Destiny ruimtelabo. 

De binnenkant van de Amerikaanse Destiny module - Foto: NASA

Aan beide zijden van de Destiny module bevindt zich een toegangsluik waarvan één kant gekoppeld is met de Unity module. Het andere luik deed in het verleden lang dienst als toegangsluik naar de Amerikaanse ruimteveren doordat deze zich hieraan konden vasthechten. In 2007 werd de Harmony koppelingsmodule gemonteerd aan het Destiny ruimtelabo waardoor een nieuwe koppelingsmodule bevestigd werd aan het ISS. Elk toegangsluik van de Destiny module beschikt ook over een doorkijkvenster en de luiken kunnen zowel van aan de binnenkant als aan de buitenkant geopend worden. In het ruimtelabo zelf bevindt zich eveneens één venster van waaruit de bemanningsleden aan aardobservatie kunnen doen. In geval van een probleem, zoals een meteorenstorm of botsend ruimteafval kunnen de ruimtevaarders dit venster beschermen door er een schild voor te plaatsen dat manueel kan worden bediend. Tijdens de STS-121 missie, die in 2006 plaatsvond, werd de Destiny module ook voorzien van de Minus Eighty Degree Laboratory Freezer. Dit onderdeel kan stalen of materialen invriezen in het kader van een wetenschappelijk onderzoek of voor transport naar de Aarde. De Destiny module is ongetwijfeld één van de belangrijkste modules van het internationale ruimtestation ISS. Dankzij dit Amerikaanse segment worden nu dagelijks belangrijke wetenschappelijke experimenten uitgevoerd vanuit een baan om onze planeet.

Een raam met een doel

De Destiny module beschikt over één raam, dat een diameter heeft van vijftig centimeter, van waaruit de astronauten een prachtig zicht hebben om onze planeet. Om dit raam voor meer te gebruiken dan voor enkel het zicht naar buiten werd in april 2010 het Window Observational Research Facility (WORF) onderdeel naar het internationale ruimtestation ISS gebracht tijdens de STS-131 ruimtevlucht. Het Window Observational Research Facility (WORF) bestaat uit camera's en sensoren die steeds gericht zijn naar de Aarde en gebruikt worden voor aardobservatie en ander wetenschappelijk onderzoek. WORF werd ondergebracht in een International Standard Payload Rack (ISPR) dat bevestigd werd voor het raam. Binnen deze aangepaste ISPR is er een 0,8 kubieke meter grote, donkere ruimte waarin steunpunten werden voorzien zodat men er fotocamera's, sensoren en andere apparatuur kan in vastmaken dat steeds gericht is naar onze planeet. Door de camera's en andere optische apparatuur onder te brengen in een speciale donkere ruimte binnen de ISPR heeft men nooit last van lichtreflecties wanneer men foto's maakt vanachter een glasraam. Eén van de wetenschappelijke doeleinden waarvoor WORF al werd gebruikt is het METEOR experiment. Met dit experiment wil men met behulp van een speciale camera de chemische samenstelling in beeld brengen van meteoren die zich in de atmosfeer van de Aarde begeven.

Technische gegevens Destiny module

Technische naam: Destiny
Lengte: 8,4 m
Maximale diameter: 4,2 m
Gewicht: 14,5 ton
Volume: 106 m³
Aantal zonnepanelen: 0
Aantal koppelingspoorten: 0
Lanceerdatum: 7 februari 2001
Lanceerbasis: Kennedy Space Center (USA)
Draagraket: Space Shuttle Atlantis
Fabrikant: Boeing

Destiny
De Amerikaanse Destiny module wordt uit het vrachtruim van het ruimteveer getild - Foto: NASA.

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 1972

Het gebeurde toen

Vanop het Kennedy Space Center in Florida wordt de Apollo 16 ruimtecapsule gelanceerd met aan boord de drie Amerikaanse astronauten John W. Young, Thomas K. Mattingly en Charles M. Duke. Op 21 april 1972 landde Young en Duke in het Descartes Highlands gebied op de Maan. Dit was de vijfde maal dat de Verenigde Staten mensen tot op het oppervlak van de Maan brachten. Tijdens deze missie werd bijna 96 kilogram aan bodemmonsters van de Maan mee terug genomen naar de Aarde. Foto: NASA

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

44%

Sociale netwerken