Eris is de naam van de grootste dwergplaneet uit ons zonnestelsel en wordt onder sterrenkundigen ook 136199 Eris genoemd. Dit object bevindt zich net voorbij de Kuipergordel in de buitenste regionene van ons zonnewtelsel en wordt vergezeld door minstens één maan die de naam Dysnomia kreeg. Eris is niet enkel een dwergplaneet maar is ook bekend als een 'transneptunisch' (TNO) hemelobject.
De naam Eris is afkomstig uit Griekse mythologie waar het de naam voor de god van de tweedracht en de strijd was. Na een lange periode van onzekerheid of Eris nu wel of niet een planeet was, besloot de Internationale Astronomische Unie (IAU) in augustus 2006 dit hemelobject officieel classificeren tot dwergplaneet. Eris werd door Michael Brown, Chad Trujillo en David Rabinowitz op 5 januari 2005 ontdekt. In dit artikel leer je meer over deze dwergplaneet die er 557 jaar over doet voor één omwenteling om de zon.
Eris en Dysnomia gefotografeerd door het Keck observatorium - Foto: Keck Observatory
Ontdekking
Eris werd op 5 januari 2005 ontdekt door Mike Brown van het California Institute of Technology, Chad Trujillo van het Gemini Observatory en David Rabinowitz van de Universiteit van Yale aan de hand van foto's die op 23 oktober 2003 al gemaakt werden. De ontdekking werd dezelfde dag bekend gemaakt als de ontdekking van een andere dwergplaneet Makemake. Het team was gedurende vele jaren op zoek gegaan naar grote objecten in de buitenste regionen van ons zonnestelsel en was ook betrokken bij de ontdekking van andere TNO's zoals 50000 Quaoar en 90482 Orcus. De ontdekking van Eris vond plaats op de Mount Palomar Observatory in Californië waar het team de 1,2 meter Samuel Oschin telescoop gebruikte tijdens routine waarnemingen. De software dat het team gebruikte verwijderde automatisch de data uit de waarnemingen van alle objecten die zich trager dan 1,5 boogminuten per uur verplaatsen waardoor Eris uiteindelijk werd ontdekt. Bijkomende observaties door het team legde de baan van Eris vast.
Eigenschappen
Op foto’s die gemaakt werden met de Hubble Space Telescope schatten astronomen de diameter van Eris op ongeveer 2 400 kilometer (iets groter dan Pluto). Doordat het object zich op haar verste punt drie maal verder van de zon bevindt als Pluto is dit het meest ver afgelegen gekende hemelobject uit ons zonnestelsel. Eris draait één maal om de 557 jaar om onze zon en momenteel heeft het object van op Aarde een magnitude van 18,7 waardoor het net zichtbaar is voor astronomen met grote telescopen. De dwergplaneet heeft ook een glooiingshoek van 44° (de hoek van de baan ten opzichte van de ecliptica). Dit is vrij uniek aangezien enkel Pluto en Mercurius een glooiingshoek hebben van meer dan 5°. Door zijn bijzondere glooiingshoek werd Eris pas laat ontekt aangezien men zelden in deze regio ver buiten de ecliptica heeft gezocht. Door zijn verre afstand tot de zon van gemiddeld 67,6 AE vermoeden wetenschappers dat de temperatuur aan het oppervlak van Eris kan variëren van -232° tot -250° Celsius. Op zijn dichtste punt staat Eris 37,8 AE verwijderd van de zon en op zijn verste punt is de dwergplaneet 97,6 AE verwijderd van onze ster. Ondanks zijn ver afgelegen baan zou het mogelijk zijn dat het ijs in de bodem van Eris zou kunnen smelten wanneer dit object het dichtst bij de zon komt te staan waardoor zich een dunne atmosfeer zou kunnen vormen. Na hun ontdekking op het Mount Palomar observatorium besloot het team onder leiding van Michael Brown het licht van Eris spectroscopisch te observeren vanop de Gemini North Telescope op Hawaï. Deze observaties leidden tot de ontdekking van methaan ijs op Eris waardoor het oppervlak van dit object veel gelijkenissen vertoont met dat van Pluto. Eris zou ook een bijzonder hoog refectiectievermogen hebben van ongeveer 86% wat dan weer aangeeft dat het oppervlak weldegelijk zou bestaan uit methaan-ijs. na metingen van de omlooptijd en de baan van het maantje van Eris heeft men kunnen vaststellen dat de dwergplaneet 1,27 maal zo zwaar is als Pluto.
Dysomia
In 2005 werden vanop de Keck telescopen in Hawaï de vier grootste 'transneptunische' (kleine objecten die zich net voorbij de planeet Neptunus bevinden) objecten geobserveerd. Tijdens één van deze observaties kwam men tot de ontdekking van een object dat zich nabij Eris bevond. Dit kleine hemelobject bevond zich in een baan om Eris en kreeg de naam Dysnomia (mythologische dochter van Eris). Dysnomia zou een diameter hebben van maximaal 250 kilometer en zou 60 maal minder helder zijn dan Eris. Dit maantje bevindt zich gemiddeld 37 350 kilometer van Eris en zijn baan cirkelvormig. Dankzij de ontdekking van Dysomia zijn astronomen er nu van overtuigd dat drie van de vier Kuipergordelobjecten manen hebben. Net als Eris werd ook Dysomia ontdekt door Mike Brown.
Classificatie
Eris wordt niet enkel omschreven als een dwergplaneet maar ook als een Trans-Neptunian Object (TNO). Astronomen vermoeden dat de oorsprong van Eris wel eens in de Kuipergordel zou kunnen liggen waarna de baan van de dwergplaneet door de aantrekkingskracht van Neptunus zou gewijzigd zijn. Het Amerikaanse ruimtevaartagentschap en de media zag Eris lange tijd als de tiende planeet in het zonnestelsel tot de International Astronomical Union (IAU) op 24 augustus 2006 zowel Pluto alsook Eris en Ceres classificeerden als 'dwergplaneten'. Tot deze beslissing ging Eris door het leven onder de naam "Xena' die zelfs gebruikt werd door zijn ontdekkers.