Oberon werd in 1787 ontdekt door de Britse sterrenkundige William Herschel en werd genoemd naar de elfenkoning uit William Shakespeare’s 'A Midsummer Night's Dream'. Deze maan is de buitenste satelliet van Uranus en met een diameter van 1.523 kilometer ook de tweede grootste maan van Uranus. Net als bij de meeste manen van Uranus bestaat ook Oberon voor 50% uit waterijs en kan de rest verdeeld worden in 30% gesteente en 20% methaanverbindingen.
Het oppervlak van Oberon vertoond veel inslagkraters en sommige kraters hebben een donkere bodem waardoor wetenschappers vermoeden dat er tijdens deze inslagen een donkere materie moet aan de oppervlakte zijn vrijgekomen. Oberon bevindt zich op een afstand van 583 420 kilometer van Uranus en op bovenstaande foto is in de linksonder een berg te zien die maar liefst zes kilometer hoog is. Net als de andere Uranus maan Umbriel vermoeden wetenschappers en geologen dat er op deze hemellichamen totaal geen geologische activiteit terug te vinden is maar wat de reden hiervoor is is nog steeds onverklaarbaar terwijl het oppervlak van sommige andere Uranus manen wel al gewijzigd is doorheen hun bestaan. Deze maan draait eenmaal in de 13,4 dagen om de planeet Uranus en heeft een albedo (weerkaatsingvermogen van een oppervlak of hemellichaam) van 0,55.