Ariel is de twaalfde maan van Uranus en werd in 1851 ontdekt door de Britse astronoom William Lassell. De naam “Ariel” is afkomstig uit William Shakespeare’s werk 'The Tempest' waar het de naam van een gevaarlijke geest was. Deze Uranus maan heeft een diameter van 1 158 kilometer en werd in 1986 bezocht door de Amerikaanse ruimtesonde Voyager 2 die tot op heden nog steeds de enigste gedetailleerde foto’s maakte van dit hemellichaam.
De Uranusmaan Ariel - Foto: NASA
Op het oppervlak van Ariel zijn twee geologische kenmerken terug te vinden, kraters en valleien. Deze valleien zijn allemaal met elkaar verbonden, zijn honderden kilometers lang en kunnen op sommige plaatsen tien kilometer diep zijn. De meeste kraters op Ariel vertonen sporen dat het oppervlak van deze maan nog steeds heel actief en vrij jong is maar wat aan de basis ligt van deze grote geologische veranderingen is nog steeds niet gekend alhoewel sommige geloven dat het binnenste van deze maan ooit zeer heet moet zijn geweest en nu afgekoeld is waardoor deze grote scheuren en valleien in het oppervlak zouden kunnen ontstaan zijn. Ariel bevindt zich op een afstand van 190 930 kilometer van Uranus en de maan bestaat voor 70% uit ijs. De grootste inslagkrater op Ariel kreeg de naam 'Yangoor', is ongeveer 78 kilometer groot en vertoont sporen van geologische veranderingen sinds zijn ontstaan.