In 1867 ontdekten twee Franse astronomen, Charles Wolf en Georges Rayet, in het observatorium van Parijs een ster die zijn massa uitzonderlijk snel verloor door middel van een zeer krachtige zonnewind. Deze bijzondere sterren hebben tevens een massa die 20 maal hoger ligt dan de massa van onze eigen zon. Door hun krachtige zonnewind verliezen ze jaarlijks tussen de 5 en 10 zonmassa's. De temperatuur van deze sterren ligt zeer hoog en varieert tussen de 25 000 en 50 000 Kelvin. Door deze bijzondere eigenschappen zijn deze Wolf-Rayetsterren erg zeldzaam. In de Grote Magelaanse Wolk werden er een 100-tal van deze sterren ontdekt.
In het hele universum hebben astronomen nog maar enkele honderden van deze sterren ontdekt, waarvan een 150-tal in ons eigen melkwegstelsel. Het meest bijzondere en kenmerkende aan WR sterren is hun spectrum. De buitenste lagen van de meeste sterren in het universum bestaan uit waterstof en helium en hier en daar enkele sporen van andere elementen maar. Bij WR sterren ontbreekt vrijwel elk spoor van waterstof en hebben astronomen sporen terugevonden bij deze sterren van stikstof en koolstof in grote hoeveelheden. Sterrenkundigen vermoeden dat WR sterren hun buitenste lagen al verloren hebben en datgene wat wij nu zien eigenlijk de kern van de ster is. Deze sterren zullen door dit fenomeen dan ook niet lang leven en zullen op het einde van hun leven exploderen in een supernova.