Een nevel is een interstellaire wolk van gas, stof en plasma. Oorspronkelijk was de naam "nevel" de definitie voor elk verafgelegen object, inclusief sterrenstelsels, verder dan onze Melkweg. Vandaag de dag vindt men nog voorbeelden van deze term terug bij het Andromeda sterrenstelsel dat soms de naam Andromedanevel krijgt.
Nevels zijn de geboorteplaats van sterren. Ze worden gevormd wanneer erg diffuse moleculaire wolken inklappen onder hun eigen zwaartekracht. Vaak door de invloed van een nabijgelegen supernova explosie. De wolk klapt in, fragmenteert en maakt soms wel honderden nieuwe sterren aan. De nieuw gevormde sterren ioniseren het omliggende gas om een emissienevel te produceren. Andere nevels worden gevormd door sterren. Een ster die de transformatie doormaakt naar een witte dwerg, blaast de buitenste laag weg om dan uiteindelijk een planetaire nevel te vormen. Novae en supernovae kunnen ook een nevel vormen die we kennen als een novarestant of supernovarestant. De term diffuse nevel wordt meestal gebruikt voor nevels die verlicht zijn. De drie soorten diffuse nevels zijn de reflectienevels, emissienevels en supernovarestanten. De naam donkere nevel wordt dan weer gebruikt voor nevels die niet-diffuus zijn.
Voornaamste soorten:
- Emissienevels (Vb. M42, de Orionnevel)
- Reflectienevels (Vb. NGC 1435, nevel rond de ster Merope)
- Donkere nevel (Vb. IC 434, de Paardekopnevel)
- Planetaire nevels (Vb. M57, de Ringnevel)
- Nova- en supernovarestanten (Vb. M1, de Krabnevel)