De KiDS-kaart op schaal geprojecteerd op de nachtelijke hemel boven de Oude Sterrewacht Leiden.
Foto: B.Giblin, K.Kuijken en het KiDS-team

Nieuwe resultaten van de Kilo-Degree Survey (KiDS) tonen aan dat het heelal bijna 10 procent homogener is dan het kosmologisch standaardmodel (L-CDM) voorspelt. De nieuwe KiDS-kaart is gemaakt met de deels Nederlandse OmegaCAM op ESO’s VLT Survey Telescope op Cerro Paranal in Noord-Chili. Een internationaal team van astronomen van onder meer de Universiteit Leiden heeft het KiDS-1000-resultaat beschreven in vijf artikelen waarvan de laatste drie op 31 juli 2020 online zijn verschenen.

De nieuwe KiDS-kaart beslaat zo’n 1000 vierkante graden, wat neerkomt op 5% van de extragalactische hemel. Voor de analyse zijn 31 miljoen sterrenstelsels gebruikt. De sterrenstelsels staan tot meer dan 10 miljard lichtjaar ver. Hun licht werd uitgezonden in de tijd dat ons heelal nog maar de helft van zijn huidige leeftijd had. KiDS gebruikt de sterrenstelsels om de verdeling van materie in het heelal in kaart te brengen. Dat gebeurt via zwakke zwaartekrachtlenzen, waarbij het licht van verre sterrenstelsels een beetje wordt afgebogen door het zwaartekrachtseffect van grote hoeveelheden materie, zoals clusters van sterrenstelsels. Dat effect wordt gebruikt om de ‘klonterigheid’ te bepalen van de verdeling van de sterrenstelsels. Het gaat hierbij om alle materie in het heelal, waarvan meer dan 90 procent bestaat uit de onzichtbare donkere materie plus onzichtbaar ijl gas.

De zwaartekracht van de materie in het heelal zorgt voor een minder homogene verdeling; gebieden met een beetje meer massa dan gemiddeld trekken materie aan uit hun omgeving en zorgen voor meer contrast. Maar de uitdijing van het heelal gaat deze groei juist tegen. Deze beide processen worden aangestuurd door de zwaartekracht en zijn daarom van groot belang voor het testen van het kosmologisch standaardmodel (L-CDM), dat vrij nauwkeurig voorspelt hoe de dichtheidsvariaties toenemen met de leeftijd van het heelal. De nieuwe KiDS-resultaten laten echter een discrepantie zien: het heelal is bijna 10 procent homogener dan het standaardmodel voorspelt.

De Leidse hoogleraar en KiDS-projectleider Koen Kuijken noemt het resultaat “intrigerend”. “We hebben een heel goed fysisch model van het heelal, dat de waarnemingen goed beschrijft maar wel een beroep doet op zeer opmerkelijke en mysterieuze fysica, in het bijzonder die van de donkere materie en donkere energie. Zo'n model moet je op zoveel mogelijk manieren testen, en dat is wat we aan het doen zijn.” Mogelijk duiden de KiDS-resultaten op kleine barstjes in het standaardmodel, net zoals een andere discrepantie in de uitdijingssnelheid dat doet, de zogenoemde Hubble-constante. Kuijken: “Het is de vraag of die met een kleine aanpassing op te lossen zijn, bijvoorbeeld met een wat complexer gedrag van donkere materie dan het eenvoudige 'cold dark matter', dat geen noemenswaardige reacties vertoont.” Of dit uiteindelijk tot een fundamenteel andere theorie leidt, bijvoorbeeld het vervangen van Einsteins algemene relativiteitstheorie door een nieuwe, kan Kuijken niet zeggen. “Ik hou me voor nu bewust ver van mogelijke theoretische interpretaties, en focus me op de metingen en het zo nauwkeurig mogelijk uitvoeren daarvan. Het blijft spannend.”

Over één à twee jaar verschijnt nog een laatste KiDS kaart, 30% groter dan de huidige. Daarin zullen alle KiDS-waarnemingen verwerkt zijn. Ook twee andere projecten, een Amerikaans en een Japans, zijn met soortgelijke analyses van andere observatoria bezig. Vanaf 2022 zal het stokje worden doorgegeven aan nog krachtigere telescopen: de Rubin-telescoop die meer dan 60 maal zo krachtig zal zijn als de VST, en de Euclid-satelliet die van buiten de atmosfeer scherpere beelden zal maken dan vanaf de grond mogelijk is. Veel van de KiDS-teamleden zijn ook bij deze projecten betrokken.

Bron: Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA)

Dit gebeurde vandaag in 1999

Het gebeurde toen

Twee kleine sondes maken zich los van de Amerikaanse ruimtesonde Deep Space 2 en begeven zich naar het Marsoppervlak. Helaas verloor men tijdens de afdaling naar het Marsoppervlak alle communicatie met de twee sondes. De probes wogen in totaal slechts 3,6 kg en waren bedoeld om als eerste ruimtetuigen ooit onder de oppervlakte van een andere planeet door te dringen. Het onderste deel zou zich 0,6 meter diep in de Marsbodem penetreren en het bovenste deel zou op het oppervlak blijven om data door te sturen naar de Mars Global Surveyor. Foto: NASA

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

100%

Sociale netwerken