In de nacht van dinsdag 29 op woensdag 30 juli 2014 bracht Europa met succes zijn vijfde en laatste Automated Transfer Vehicle (ATV) in de ruimte. De 74ste Ariane 5 draagraket vertrok om 01u47 Belgische tijd vanop het ELA-3 lanceerplatform op de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana en zette 63 minuten later probleemloos de 20,2 ton zware onbemande vrachtmodule uit in een lage baan om de Aarde op een hoogte van 270 kilometer.
Deze vijfde en laatste ATV, die genoemd werd naar de Belgische priester en kosmoloog Georges Lemaître, moet in totaal 6,6 ton aan vracht naar het internationale ruimtestation ISS brengen. Indien alles verloopt zoals gepland moet de derde ATV zich op 12 augustus 2014 automatisch vasthechten aan het Russische gedeelte van het ISS. Gedurende de periode dat deze ATV zal vastgehecht zijn aan het ruimtestation zal deze worden uitgeladen door de ISS-bewoners en opnieuw worden volgeladen met afval. Op het einde van de missie zal deze laatste ATV zich net als zijn voorgangers loskoppelen van het ISS waarna deze zal opbranden in de atmosfeer van de Aarde. Net zoals zijn vier voorgangers werd ook deze vijfde ATV gebouwd in opdracht van het Europese ruimtevaartagentschap ESA door een industrieel consortium onder leiding van EADS Astrium. Elke ATV is tien meter lang, heeft een diameter van 4,5 meter en kan naast gewone vracht ook brandstof, zuurstof en water naar het ISS brengen. Zo moet de ATV Georges Lemaître tijdens deze laatste missie 843 kilogram water, 100 kilogram zuurstof, 4,3 ton brandstof en 2,6 ton vracht naar het ISS brengen. Naast zijn taak als bevoorrader zal deze laatste ATV ook enkele nieuwe technologieën testen en demonstreren. Een van deze experimenten is LIRIS (laser infrared imaging sensor). Deze lasersensor kan gebruikt worden in geleidings-, navigatie en controlesystemen voor voertuigen die niet-meewerkende doelen zoals rondvliegende planetoïden en ruimte-afval in de ruimte willen benaderen. Onderaan dit artikel kan u de videobeelden herbekijken van de lancering!
De vijfde en laatste ATV wordt in de Final Assembly Building klaargemaakt voor zijn lancering - Foto: ESA
Succesverhaal
De ATV's zijn voor de Europese ruimtevaart van onschatbare waarde aangezien zij beschikken over innovatieve technologie en het internationale ruimtestation elk jaar voorzien van bijna zeven ton vracht. ESA startte in 2000 met de ontwikkeling van de Automated Transfer Vehicle waarna de eerste ATV-bevoorradingsmodule in 2005 uitvoerig werd getest in ESA's testcentrum in Noordwijk, Nederland. De ontwikkeling van de Automated Transfer Vehicle kostte Europa 1,35 miljard euro en de kostprijs van één ATV bedroeg ongeveer 350 miljoen euro. In totaal werkten meer dan dertig bedrijven uit tien Europese landen, Rusland en de Verenigde Staten mee aan het Europese ATV-programma. Elke ATV werd in de ruimte gebracht door een aangepaste Ariane 5 draagraket die bij het lanceren een totaal gewicht had van ongeveer 770 ton. De kracht en het succes achter elke ATV schuilt in zijn laadvermogen en zijn toepassingen. Zo kan dit 20,2 ton zwaar cilindervormig ruimtetuig niet enkel 'droge' cargo naar het ISS brengen zoals kledij, voedsel en experimenten maar ook nog eens maximaal 840 kilogram water, 100 kilogram aan gassen zoals zuurstof en 4,7 ton brandstof. De 'droge' cargo wordt in speciale zakken ondergebracht in het onder druk gebrachte gedeelte dat 48 kubieke meter groot is en waarin de ISS-bewoners zich vrij kunnen begeven. Deze opbergzakken kunnen door de ruimtevaarders makkelijk uitgeladen en verplaatst worden naar de verschillende modules van het ISS. Daarnaast werd elke ATV ook ontworpen om de baan van het internationale ruimtestation ISS aan te passen. Zo kan een ATV met behulp van zijn raketmotoren het ISS in een hogere baan om de Aarde brengen.
Genoemd naar een Belg
De vijfde en laatste Europese ATV werd dus genoemd naar de Belgische priester, kosmoloog, wiskundige en astronoom Georges Lemaître die vaak de 'vader' van de zogeheten 'Big Bang' theorie wordt genoemd. Hij speelde een cruciale rol in het onderzoek naar de kennis over de oorspong van het heelal doordat hij beweerde dat het heelal ontstond uit een extreem dichte en hete toestand (singulariteit) en daarop alsmaar bleef uitdijen. De eerste twee ATV's werden genoemd naar Jules Verne en Johannes Kepler. De derde ATV droeg de naam van de Italiaanse natuurkundige Edoardo Amaldi en de vierde ATV werd genoemd naar Albert Einstein. Door de vijf ATV's te noemen naar Europese wetenschappers en visionairs wou ESA beklemtonen hoe diep de wortels van Europa reiken in de geschiedenis van de wetenschap, technologie en cultuur.
De toekomst
Het ATV-programma was een belangrijke stap in het Europese bemande ruimtevaartavontuur. Zo werden in het kader van het ATV-programma belangrijke innovatieve technologieën ontwikkelt die in de toekomst opnieuw kunnen gebruikt worden. Eén van deze technologieën is het volautomatisch koppelingssysteem dat elke ATV heeft gebruikt om zich vast te hechten aan het ISS. Dankzij deze innovatieve technologieën stopt het ATV-verhaal ook niet na deze vijfde ATV-missie. De techniek achter de Automated Transfer Vehicle zal ook de basis vormen voor de toekomstige Service Module van Amerika's nieuwe bemande ruimtetuig Orion. Dit nieuwe ruimtevaartuig moet in de toekomst ruimtevaarders verder brengen dan de Maan. Tot op heden heeft ESA toegezegd twee Service Modules voor Orion te leveren; één voor zijn eerste vlucht in 2017 en één voor de eerste operationele missie in 2021. Daarnaast kan de technologie achter de ATV in de toekomst ook nog voor talloze andere toepassingen gebruikt worden zoals voor het slepen van andere ruimtevoertuigen of als onderhouds- en reparatiemodule.