Na een natuurramp is tijd van essentieel belang om vermiste mensen te vinden en te redden. In ingestorte gebouwen kunnen overlevenden vastzitten onder enorme hopen puin. Zelfs met de hulp van gespecialiseerde teams of getrainde honden kan het dagen duren om mensen te vinden, en tegen die tijd kunnen hulpverleners te laat zijn. Met de hulp van NASA was het Department of Homeland Security (DHS) in staat om ontwerpen en prototypes te maken voor een hulpmiddel dat mensen kan opsporen die vastzitten onder meerdere meters puin, een hulpmiddel dat nu wordt gebruikt voor verschillende toepassingen op het gebied van openbare veiligheid.
In 2010 verleenden de Urban Search and Rescue Task Force-teams van de Federal Emergency Management Agency (FEMA) humanitaire hulp na een verwoestende aardbeving in Haïti, waar honderden mensen vastzaten onder omgevallen gebouwen in de hoofdstad Port-au-Prince. Incidenten zoals deze waren de katalysator voor een verzoek aan het directoraat Wetenschap en Technologie van het DHS voor een technologie die de zoek- en reddingsgereedschapskist zou aanvullen voor eerstehulpverleners om mensen op te sporen die vastzitten onder puin bij soortgelijke rampen.
Het verzoek kwam al snel bij managers van NASA's Jet Propulsion Laboratory in Zuid-Californië terecht. Homeland Security had gezien dat JPL eerder met het leger had samengewerkt aan remote sensing technologie om te proberen hartslagen op afstand te meten, en de afdeling dacht dat dat werk zou kunnen helpen bij de aanvraag voor het hulpmiddel. Het project kreeg de naam Finding Individuals for Disaster Emergency Response (FINDER) en er werd een team samengesteld bij JPL om een prototype te ontwerpen, gefinancierd door DHS.
Sla geen slag over
FINDER maakt gebruik van microgolfradar om minuscule bewegingen van het lichaam te detecteren die worden veroorzaakt door processen die eigen zijn aan levende wezens, zoals hartslag of ademhaling. Deze minuscule bewegingen zijn moeilijk te zien met het menselijk oog. oog moeilijk te zien zijn, kunnen de golflengtes die de microgolfradar gebruikt diep door bergen vuil en puin dringen.
"Je lichaam beweegt een millimeter als je hart klopt. Omdat het puin zelf niet beweegt, kunnen we die bewegingen eruit halen. Vervolgens kijken we of de beweging zowel hartslagen als ademhaling laat zien," zegt Jim Lux, die task manager was bij de FINDER prototypes. FINDER kan onderscheid maken tussen bewegingen van mensen en machines, en zelfs tussen mensen en dieren - een belangrijk onderscheid in de snelle zoek- en reddingsomgeving.
De prototypes werden ingebouwd in een Pelican-koffer, een robuuste koffer van een merk dat meestal wordt gebruikt voor het vervoer van hoogwaardige apparatuur. Eerstehulpteams hebben andere uitrusting in Pelican-koffers, dus ze weten hoe ze die moeten verpakken en repareren. "Bij zoek- en reddingswerk draait alles om logistiek," zei Lux. "Als je een rare koffer maakt en het handvat breekt af, dan is dat een probleem voor hen. Bouw het in iets wat ze gewend zijn en ze weten precies wat ze moeten doen." De eerste FINDER had zijn beperkingen. Het kon niet nauwkeurig bepalen hoeveel mensen er begraven waren en het kon niet ver voorbij bepaalde materialen kijken, zoals massieve metalen muren, maar het concept bleek zijn verdiensten te hebben.
"De NASA-cultuur is om te proberen dingen perfect te maken," zei Lux. "We kregen van de ondersecretaris van het DHS te horen: 'Jullie willen het perfect maken, maar ik heb liever iets dat voor 80% een oplossing is, want in de jaren dat we het perfect maken, zullen er mensen sterven. Als je ons iets geeft dat niet helemaal perfect is, kunnen we in de tussentijd levens redden en kunnen we er later meer aan werken.""
Nadat het eerste prototype veelbelovend bleek, was SpecOps Group Inc. uit Sarasota, Florida, één van de twee bedrijven die licenties kreeg om commerciële versies van FINDER te bouwen. SpecOps werd in 2015 opgericht door Adrian Garulay en Tom Coulter en richt zich op het uitrusten van openbare veiligheids- en militaire organisaties met tools om mensen te beschermen. De leiding van het bedrijf bestaat uit voormalige militairen en overheidsfunctionarissen, die de voordelen zagen in een technisch partnerschap met NASA. Het bedrijf bouwde extra prototypes met de hulp van de ontwerpers bij NASA en bleef samenwerken met Lux en JPL om de productie op gang te krijgen. SpecOps zag verschillende scenario's waarvoor de technologie gebruikt zou kunnen worden, zoals het zoeken naar mensen die bedolven waren onder sneeuw na een lawine.
"De manier waarop ze nu naar mensen in lawines zoeken, is door er lange stokken in te steken en te kijken of ze je raken. Dat is een heel vervelend proces," zei Lux. "Met FINDER kun je de sensor aan een lang touw hangen en over het oppervlak slepen, op zoek naar hartslagen onder de sneeuw."
Nadat FINDER was voltooid, ging Lux verder met andere projecten bij NASA, maar SpecOps bleef eraan werken. X3 FINDER, de nieuwste variant, verschilt van de originele door NASA ontworpen versie. De X3 FINDER, gehuisvest in een felrode behuizing, is veel lichter dan de prototypes, weegt slechts 13 pond en is beter in staat om een volledige scan uit te voeren in minder dan 30 seconden, vergeleken met de 90 seconden die het origineel nodig had. Een geavanceerd model van de X3 FINDER, FINDER MK4 genaamd, is nog lichter en is compatibel met iOS- en Android-telefoons.
FINDER wordt gevonden
Van de twee bedrijven die samenwerkten in het programma, is SpecOps het enige bedrijf dat nog steeds een FINDER-derivaat produceert. Lang na het oorspronkelijke verzoek om een nieuw hulpmiddel, zette FEMA X3 FINDER in op de Bahama's na orkaan Dorian in 2019, om te helpen bij het herstel na de storm van categorie 5.
Alle verkopen van SpecOps waren aan lokale of nationale overheidsinstanties. Een van de meest opmerkelijke niet-militaire verkopen van het bedrijf is aan de brandweer en reddingsdienst in Orange County, Californië. SpecOps heeft FINDER ook internationaal gebracht. Naast verkoopkantoren in Singapore en Zweden heeft het bedrijf het product verkocht aan openbare veiligheidsdiensten in landen als het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Noorwegen, Saoedi-Arabië en de Filippijnen.
Garulay zegt dat de eerste verkopen van FINDER extra detectieapparaten financieren die bedoeld zijn voor politiegebruik, zoals Cyclops ID, een handheld apparaat dat beweging door muren detecteert via Doppler radar en personen in drie seconden kan lokaliseren.
"Hetzelfde principe, alleen in een andere vorm," zei Garulay. Over de hele wereld worden FINDER-apparaten in reserve gehouden en bewijzen ondertussen hun nut. Zowel Garulay als Lux denken dat deze samenwerking tussen NASA en de privé-industrie honderden levens zal redden.
"Het is lonend om met deze licentiehouders te werken. Zij zijn degenen die in contact staan met de gebruikers, leren over hoe ze werken of over eventuele problemen die ze hebben," zei Lux. "Zij kunnen een concept met veel gebreken veel gemakkelijker uitwerken dan NASA dat kan."
Bron: NASA
