Hun grillige vormen zijn ontstaan onder invloed van de straling van heldere jonge sterren in de omgeving. Met deze nieuwe opname wordt een belangrijk moment gevierd in het bestaan van de Very Large Telescope: vijftien jaar geleden, op 25 mei 1998, ving de eerste van zijn vier Unit Telescopes zijn eerste licht op. Sindsdien hebben de vier reuzentelescopen van het eerste uur gezelschap gekregen van vier kleine hulptelescopen die deel uitmaken van de VLT Interferometer (VLTI). De VLT is een van de krachtigste en meest productieve astronomische faciliteiten op aarde. In 2012 zijn op basis van gegevens van de VLT en de VLTI meer dan zeshonderd wetenschappelijke artikelen gepubliceerd (ann13009).
Interstellaire wolken van stof en gas zijn de kraamkamers waar nieuwe sterren worden geboren en groeien. De nieuwe foto toont een van deze wolken, IC 2944, die zich vertoont als een zacht gloeiende roze achtergrond [1]. Deze opname is de scherpste die ooit vanaf de aarde van dit object is gemaakt [2]. De wolk staat op een afstand van ongeveer 6500 lichtjaar in het zuidelijke sterrenbeeld Centaurus. Dit hemelgebied is rijk aan zulke nevels, die door astronomen nauwkeurig worden bestudeerd om meer te weten te komen over het stervormingsproces.
Emissienevels zoals IC 2944 bestaan grotendeels uit waterstofgas dat, ten gevolge van de intense straling van de vele heldere pasgeboren sterren in de omgeving, een opvallende rozerode gloed vertoont. Tegen deze heldere achtergrond zijn vreemde donkere klonten van ondoorzichtig koud stof te zien: zogeheten Bok-globules. Deze zijn genoemd naar de Nederlands-Amerikaanse astronoom Bart Bok – de eerste die hen in de jaren ’40 van de vorige eeuw als mogelijke stervormingsgebieden aanwees. De hier afgebeelde globules worden ook wel de Thackeray-globules genoemd [3].
In een rustige omgeving kunnen de wat grotere Bok-globules door samentrekking in nieuwe sterren veranderen, maar de Thackeray-globules liggen onder het intense bombardement van ultraviolette straling van naburige hete jonge sterren. Hierdoor eroderen ze en vallen ze ook in stukken uiteen, ongeveer zoals klontjes boter die in een hete braadpan worden gegooid. Waarschijnlijk zullen deze globules verwoest zijn voordat ze tot sterren kunnen samentrekken.
Bok-globules laten zich niet gemakkelijk onderzoeken. Omdat ze ondoorzichtig zijn voor zichtbaar licht kunnen astronomen maar moeilijk zien wat zich daarbinnen afspeelt. Om hun geheimen te onthullen, moeten andere middelen worden ingezet – waarnemingen in het infrarood of in het submillimetergebied van het spectrum bijvoorbeeld, waar de stofwolken, bij temperaturen van slechts enkele graden boven het absolute nulpunt, helder lijken. Zulk onderzoek heeft bevestigd dat er in de Thackeray-globules geen stervorming plaatsvindt.
Dit hemelgebied is eerder al eens vastgelegd door de Hubble-ruimtetelescoop (opo0201a). van NASA en ESA. Deze nieuwe opname, gemaakt met het FORS-instrument van de Very Large Telescope van de ESO-sterrenwacht op Paranal in het noorden van Chili [4], bestrijkt een groter hemelgebied dan Hubble en toont een breder landschap van stervorming.
Noten
[1] De nevel IC 2944 is verbonden met de heldere sterrenhoop IC 2948 en beide namen worden soms gebruikt om het hele gebied aan te duiden. Op deze foto zijn tal van heldere sterren van de sterrenhoop te zien.
[2] De kleinste details op de blauwe opname van deze gecombineerde kleurenfoto zijn nog geen halve boogseconde groot – dat maakt de opname uitzonderlijk scherp voor een telescoop op de vaste grond.
[3] Deze werden in 1950 vanuit Zuid-Afrika ontdekt door de Engelse astronoom A. David Thackeray.
[4] Deze foto komt uit ESO’s Cosmic Gems-programma, een pr-initiatief waarbij interessante, intrigerende of visueel aantrekkelijke objecten met ESO-telescopen voor educatieve of publicitaire doeleinden worden gefotografeerd. Dit programma maakt gebruik van ‘telescooptijd’ die niet bruikbaar is voor wetenschappelijke waarnemingen. Toch kunnen de verzamelde gegevens geschikt zijn voor wetenschappelijke doeleinden en worden ze ook beschikbaar gesteld aan astronomen.
Meer informatie
ESO is de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie in Europa en de meest productieve sterrenwacht ter wereld. Zij wordt ondersteund door vijftien landen: België, Brazilië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van grote sterrenwachten die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. Ook speelt ESO een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op astronomisch gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staan ESO’s Very Large Telescope (VLT), de meest geavanceerde optische sterrenwacht ter wereld, en twee surveytelescopen: VISTA werkt in het infrarood en is de grootste surveytelescoop ter wereld en de VLT Survey Telescope is de grootste telescoop die uitsluitend is ontworpen om de hemel in zichtbaar licht in kaart te brengen. ESO is ook de Europese partner van de revolutionaire telescoop ALMA, het grootste astronomische project van dit moment. Daarnaast bereidt ESO momenteel de bouw voor van de 39-meter Europese Extremely Large optical/near-infrared Telescope (E-ELT), die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.