Een passage van het internationale ruimtestation ISS is ongetwijfeld één van de mooiste zaken die we vanuit onze tuin of vanop ons terras aan de sterrenhemel kunnen zien. Doordat we het ISS vaak kunnen zien overvliegen, wemelt het op het internet dan ook van prachtige foto’s waarop een ISS-passage zichtbaar is als een opvallende ‘star trail’ (sterrenspoor). Dankzij dit uitgebreid artikel kan je leren hoe je het internationale ruimtestation het best kan fotograferen met een digitale spiegelreflexcamera (DSLR).
Benodigdheden
Om het ISS te kunnen fotograferen wanneer deze over je hoofd vliegt, heb je enkele belangrijke onderdelen nodig die essentieel zijn. Naast een digitale spiegelreflexcamera (DSLR) waarmee je manueel de sluitertijd kan instellen, is een stevig statief het belangrijkste onderdeel. Een stevig statief is namelijk nodig om het fototoestel stabiel te houden wanneer men opnamen maakt met een lang sluitertijd. Wanneer je gebruik maakt van lange sluitertijden is het ook aangeraden om een 'remote control' (afstandsbediening) of de zelfontspanner te gebruiken zodat er geen trillingen kunnen ontstaan wanneer men op de ontspanknop drukt. Doordat je ook moet weten waar het westen en het oosten zich bevindt op je locatie kan je best een kompas meenemen. Kleine compactcamera’s en smarthones zullen voor het fotograferen van het ISS helaas niet kunnen gebruikt worden aangezien men veel instellingen niet manueel kan aanpassen. Om een zo mooi en breed mogelijk zicht te hebben op de avond- of sterrenhemel gebruik je ook best een groothoekobjectief (brandpuntsafstanden korter dan 35mm) of een fisheye objectief. Hierdoor kan je grote delen van de hemel vastleggen op je foto en kan je zelfs voorwerpen of gebouwen mee fotograferen op de voorgrond. De beste objectieven voor het maken van dergelijke opnamen zijn lichtgevoelige objectieven (f2.8).
Locatie en timing
Wanneer je van plan bent om een ISS-passage te fotograferen, kan je het best een goede, donkere locatie kiezen. Hoe donkerder de locatie, hoe zichtbaarder sterren zullen worden op je gemaakte foto’s. Daarnaast moet je ook goed weten wanneer het ISS zal overvliegen en waar de passage zich zal plaatsvinden aan de nachtelijke hemel. Om dit te achterhalen, kan je op een eenvoudige manier beroep doen op enkele handige tools zoals websites of apps die je alle gegevens aanbieden over ISS-passages. Een zeer goede website is NASA - SpotTheStation (http://spotthestation.nasa.gov). Dankzij deze websites en apps kan je onder andere op voorhand achterhalen hoelang het ISS zichtbaar zal zijn, op welke hoogte aan de hemel je het ruimtestation zal zien overvliegen en doorheen welke sterrenbeelden het ISS schijnbaar- zal vliegen. Wil je een ISS-passage op foto meer laten opvallen, moet je ongetwijfeld gebruikmaken van voorwerpen of gebouwen. Zo zal een ISS-passage boven een brug, bekend gebouw of een boom meer tot de verbeelding spreken en avontuurlijker lijken dan een passage tussen de sterren. Onderstaande foto verduidelijkt deze manier van werken.
Prachtige foto van een passage van het ISS met de sterrenhemel en de Melkweg
op de achtergrond (belichtingstijd: 30 seconden) - Foto: Frank Coster
Wanneer zien we het ISS?
Het internationale ruimtestation vliegt met een snelheid van 27 600 kilometer per uur in een lage baan om de Aarde op een hoogte van ongeveer 410 kilometer. Dit wil dus zeggen dat het ISS elke 91 minuten één omwenteling om de Aarde maakt, dit zestien maal per dag. Het ISS vliegt, gezien vanop Aarde, ook steeds van west naar oost. Het ISS wordt zichtbaar wanneer het (ongeveer in het westen) opkomt, of hoger aan de hemel uit de aardschaduw tevoorschijn komt ('s ochtends), en verdwijnt weer wanneer het (ruwweg in het oosten) ondergaat, of hoger aan de hemel in de aardschaduw verdwijnt ('s avonds). De meest gunstige verschijningen van het ruimtestation vinden plaats wanneer het ruimtecomplex vrijwel recht boven de waarnemer langs beweegt. Alles samen doet het ISS er ongeveer tien minuten over om van de ene kant van de horizon naar de andere kant van de horizon te vliegen. We kunnen het ISS vanop Aarde goed zien overvliegen doordat de grote zonnepanelen en de vele modules van dit ruimtestation het zonlicht terugkaatsen. Het ruimtestation ISS is het grootste ruimtetuig dat rond de Aarde cirkelt. Het is 73 meter lang, heeft een spanwijdte van 108 meter en is ongeveer 20 meter hoog. Aangezien er overdag te veel zonlicht is, kunnen we het ISS dan ook enkel zien overvliegen wanneer het avond of nacht is. Onder ideale omstandigheden (zeer heldere en diepblauwe lucht) hebben waarnemers het ISS ook al in volle daglicht zien overvliegen. Op zijn helderst kan het ISS aan de avond- of nachthemel een helderheid bereiken van magnitude -4 (vergelijkbaar met de planeet Venus). Ongeveer tien dagen lang kunnen we het ISS ’s avonds zien overvliegen waarna we enkele maanden moeten wachten alvorens we het ruimtestation ’s morgens kunnen zien overvliegen. Deze cyclus herhaalt zich steeds. Wanneer we het ISS ’s avonds omstreeks 20u00 zien overvliegen, zal een volgende zichtbare passage omstreeks 21u30 plaatsvinden. De tweede passage zal zich meer in het oosten bevinden. Hoelang je het ISS bij een passage ziet, hangt uiteindelijk af van het tijdstip wanneer deze zich voordoet. Zo zal je een passage van het ruimtestation net na zonsondergang visueel kunnen volgen tot vlakbij de horizon. Wanneer een passage echter een uur of langer na zonsondergang plaatsvindt, zal het ruimtestation sneller verdwijnen in de schaduw van de Aarde. De langste ISS-passages duren een zestal minuten.
Prachtige opname van een ISS-passage met op de voorgrond enkele windmolens - Flickr (SurfacePics)
Lange sluitertijden
Eenmaal je een goede locatie en compositie hebt gevonden, wordt het tijd om je eerste testfoto’s te maken alvorens het ISS overvliegt. De langste ISS-passages duren slechts een zestal minuten waardoor er niet veel tijd is om tijdens een passage te experimenteren. Experimenteren en testopnamen maken alvorens het ISS overvliegt, wordt dus sterk aangeraden. Een handige tip is om één of twee minuten voor een ISS-passage een laatste testopname te maken zodat je al de juiste instellingen (sluitertijd en ISO) kan kiezen en gebruiken. Om deze instellingen te kunnen aanpassen, moet je de DSLR-camera in zijn manuele stand gebruiken zodat je manueel de sluitertijd, het diafragma en de ISO kan instellen.
De instellingen van de camera hangen voor een groot deel af van de hoeveelheid lichtvervuiling op je locatie. Zo zal een opname met een lange sluitertijd in een omgeving met veel lichtvervuiling, tien of maximaal vijftien seconden, al gauw zorgen voor overbelichte foto’s. In een donkere omgeving zoals een bos of verlaten gebied moet een sluitertijd van vijftien of maximaal twintig seconden al voldoende zijn voor het fotograferen van een ISS-passage. Wanneer je u op een locatie bevindt met veel lichtpollutie is het ook aangeraden om de laagste ISO-waarden te nemen (ISO 100 of 200). Hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer ruis er zal te zien zijn op de gemaakte foto. Bij het gebruik van lichtgevoelige objectieven (f/2.8) kan men lagere ISO-waarden nemen. Wanneer u zich in een zeer donkere omgeving bevindt, kan het handig zijn om de ISO-waarden op te trekken tot 800 of 1000. Zorg er dan wel voor dat steeds het laagste diafragmagetal wordt genomen zodat de camera het meeste licht opvangt. Het grote voordeel van een opname met een lange sluitertijd is dat men het ISS op de opname ‘ziet’ voortbewegen als een heldere streep tussen de sterren. Een dergelijke verschijnsel noemt men ook wel een ‘star trail’ en deze methode wordt ook gebruikt voor het fotograferen van de sterrenhemel. Wanneer men langere sluitertijden gebruikt voor het fotograferen van ISS-passages, dertig seconden en langer, zal men ook merken dat de sterren ‘sporen’ krijgen. Indien u voor sluitertijden gaat langer dan dertig seconden zal je verplicht zijn om de camera in de Bulb-instellingen te gebruiken. Dankzij deze instelling kan je met behulp van een draadontspanner of en remote control tijdopnamen maken van enkele seconden tot vele uren.
Het nadeel aan foto's maken van de sterrenhemel bij nacht is dat de autofocus van het objectief van de DSLR niet meer zal functioneren aangezien de camera weinig of geen scherpstelpunten kan vinden. Om dit probleem op te lossen, moeten we de autofocus instelling op het objectief aanpassen naar manuele scherpstelling. In een volgende stap zetten we de manuele scherpstelling van het objectief op oneindig. Vervolgens is het heel belangrijk om de manuele scherpstelling niet helemaal op oneindig te zetten maar de scherpstelring een heel klein beetje terug te draaien.
Samenvatting
- Gebruik een DSLR-camera en gebruik de manuele stand
- Gebruik een degelijk en stabiel statief
- Gebruik een groothoekobjectief of fisheye objectief
- Zoek informatie op over het tijdstip van ISS-passages en leer de windstreken kennen op uw gekozen locatie
- Zoek een goede locatie met stabiele ondergrond
- Maak bij de compositie ook gebruik van bomen of gebouwen
- Gebruik de manuele scherpstelling op het objectief in plaats van automatische scherpstelling
- Vermijd overbelichte foto's door te lange sluitertijden te gebruiken in gebieden met lichtpollutie, controleer je opnamen via het histogram
- Gebruik een 'remote control' of gebruik de zelfontspanner bij het nemen van de foto's
- Maak voldoende testopnamen alvorens het ISS overvliegt