Vanaf 1788 werd Terra Australis, het huidige Australië, als Brits grondgebied opgeëist en werden diverse nederzettingen opgezet in de eerste kolonie van New south Wales. Teneinde weersvoorspellingen en nauwkeurige tijdsbepalingen uit te voeren voor de chronometers aan boord van de schepen van de Britse Marine, volgden sterrenwachten in Victoria (1853), Sydney (1856), Melbourne (1870) en Perth (1896).
Toen, in 1908 de inlandse stad Canberra als hoofdstad werd verkozen, verkregen meteorologen en astronomen het plateau op de 770m hoge Mount Stromlo als locatie voor het Commonwealth Solar Observatory. Vanaf 1911 werden er waarnemingen verricht met de 22 cm "Oddie" refractor om de geschiktheid van de site als sterrenwacht grondig te testen. Tussen 1924 en 1964 was Mount Stromlo de voornaamste sterrenwacht op het Australische continent. Echter, de groeiende urbanisatie van de hoofdstad en de ermee gepaard gaande lichtvervuiling noopte de astronomische gemeenschap om op zoek te gaan naar een nieuwe, donkere locatie. In 1962 werd het 1170m hoge Siding Spring in het Warrumbungle nationale park, op 600 km ten noordwesten van Sydney, uitgekozen als locatie voor een nieuwe generatie Australische telescopen. Onder leiding van de toenmalige directeur, de Nederlandse astronoom Bart Jan Bok (1906-1983), werden de eerste drie telescopen in gebruik genomen. De drie reflectoren van bescheiden omvang, 1.02 m (40 inch), 60 cm (24 inch) en 40 cm (16 inch) werden gebouwd door de Amerikaanse firma Boller & Chivens, een onderafdeling van de Perkin-Elmer Corporation uit Pasadena, Californië. De 1,02 m Ritchey-Chrétien reflector, met f/18 Cassegrain en f/40 Coudé focus punten, was het voornaamste instrument voor de astronomen van de Australische Nationale Universiteit (ANU) en zag first light in oktober 1964.
Gedurende 45 jaren deed de telescoop dienst voor astrofotografie en spectroscopie maar in 2009 werd de westelijke locatie van de telescoop op Siding Spring opgeëist voor een nieuw project. Tijdens het Internationale Jaar van de Sterrenkunde (IYA2009) krijgen amateur-astronomen David Baker en Hank Sato te horen dat de 1,02 m ANU reflector beschikbaar komt voor kandidaat-kopers die de telescoop zelf kunnen ophalen op Siding Spring. David Baker huurt een kraan in Sydney en plaatst de reflector met paralactische dwarsas montering in een tijdelijke berging. Na de aankoop van een 1 000 ha groot domein, begint David Baker met de aanleg van een geasfalteerde weg naar de hoogst gelegen heuvel op Milroy, nabij Coonabarabran, de hoofdstad van de sterrenkunde in Australië. In december 2010 begint David Baker met z'n zoon aan de bouw van het sterrenwacht gebouw en alle nutsvoorzieningen, waaronder een noodgenerator. Beton voor de vloer en steun voor de montering werd aangevoerd vanuit Tamworth en de sterrenwacht werd afgewerkt met een 6,7 m diameter glasvezel Sirius koepel geleverd vanuit Brisbane. Aanvankelijk werd Frank Miselmayer aangesproken om de telescoop te renoveren maar uiteindelijk werkte David Baker samen met Claus Wesker en Peter Mack aan een grondige restauratie van de telescoop en het aansturingssysteem. Dankzij het droge klimaat bleef de telescoop gespaard van corrosie en het aandrijvingssysteem vertoonde weinig slijtage. De oorspronkelijke secundaire flip-spiegel werd vervangen door een nieuwe 42 cm spiegel en de 450 kg zware 1,02 m hoofdspiegel uit Boro-silicaat verkreeg een nieuwe coating met beschermlaag. Aanvankelijk woog de telescoop 5 000 kg maar de verwijdering van het flip- en Coudé mechanisme herleidde het gewicht naar 1 500 kg.
De 40 inch reflector in de workshop van Boller & Chivens in Pasadena, Californië - VSA.
In 1964 werd de telescoop geleverd in Ritchey-Chrétien configuratie met f/18 Cassegrain focus
en f/40 Coudé focus voor de ANU op Siding Spring, Australië - Foto: Boller & Chivens
In september 2011 werd de vernieuwde Boller & Chivens reflector (serie nummer 2999-I) voor het eerst opgesteld in de nieuwe sterrenwacht. De gemoderniseerde paralactische dwarsas montering weegt bijna 10 ton. Uiteindelijk verkrijgt de gemoderniseerde 1,02 reflector met zuivere Cassegrain optiek, op 25 april 2012 first light op z'n nieuwe donkere locatie. In November 2012, net op tijd voor de Zonsverduistering, werd de reflector volledig operationeel. Sindsdien kwam tevens het zusterschap tot stand met het Nationale Japanse Observatorium in Asakuchi, Okayama dat over een 1,80 m reflector beschikt. Japanse amateur-astronomen tonen grote interesse in het project aangezien ze in dezelfde tijdszone leven. In 1986 reisden groepen tot 300 Japanners naar Coonabarabran om de komeet van Halley waar te nemen. Sindsdien blijft Coonabarabran bekend als de favoriete donkere locatie in Australië voor de Japanse amateurs!
Wanneer, in januari 2013, het Warrumbungle nationale park en de Siding Spring sterrenwacht dienen te worden ontruimd door de hevige bosbranden, komen enkele professionele astronomen een kijkje nemen op Milroy observatorium. Op 16 februari 2013 maakte de bekende astronoom en kometen-jager Robert McNaught gebruik van de 1,02 m reflector om de passage van asteroïde 2012 DA14 vast te leggen. McNaught en z'n collega's waren vol lof over de optische kwaliteit van de telescoop. Sinds 2014 is de goed uitgeruste Milroy sterrenwacht beschikbaar als locatie voor amateur-astronomen. De telescoop is beschikbaar aan Euro 1 350 per nacht en wordt wellicht aangeboden via iTelescope.net om remote observing mogelijk te maken. Bovendien beschikt de site beschikt over een villa met zwembad en barbecue tuin. Een overnachting in twee-persoons kamer kost Euro 400 00 per nacht. Naast deze prachtige accommodaties kunnen amateur-astronomen nog gebruik maken van een resem Dobson telescopen, waaronder een 50 cm SdM, een 40 cm Lightbridge en diverse 30 cm klasse reflectors. De site is tevens geschikt voor amateur-ornithologen en natuurliefhebbers!
De auteur bij de telescoop van het Milroy Observatory in Australië - Foto: Philip Corneille