Hermes was de naam van een Europese klein ruimteveer dat veel gelijkenissen vertoonde met het Amerikaanse X-20 project en vooral gepromoot en gesteund werd door het Franse ruimtevaartagenstchap CNES samen met enkele Franse ruimtevaartbedrijven zoals Aerospatiale. De officiële start van dit ambitieus Frans-Europees ruimtevaartproject werd in november 1987 gegeven.
Indien alles goed zou verlopen zou Hermes zijn eerste vlucht gemaakt hebben in 1995. Wegens wijzigingen in het Europese ruimtevaartbeleid en een te hoog oplopend prijskaartje werd er echter nooit een Europees ruimteveer gebouwd of gelanceerd. Na het stopzetten van dit project besloot ESA zich definitief toe te leggen op onbemande ruimtevaart en de verkenning van ons zonnestelsel. Uiteindelijk bleek Hermes toch een mooie erfenis te hebben nagelaten aangezien de krachtige succesvolle Ariane 5 draagraket ontwikkeld werd om dit kleine ruimteveer te kunnen lanceren.
Artistieke impressie van het Europese ruimteveer Hermes - Foto: ESA / CNES
Toegang tot de ruimte door middel van een eigen ruimteveer
Om ervoor te zorgen dat Europa, net als Amerika en Rusland, op eigen kracht mensen in een baan om de Aarde zou kunnen brengen, moest Europa dus op zoek gaan halverwege de jaren '80 naar een eigen ruimtetransportmiddel. Hierdoor ontstond het idee om een eigen herbruikbaar ruimteveer te ontwikkelen dat kleiner zou zijn dan de Amerikaanse ruimteveren en zou kunnen gelanceerd worden door middel van een Ariane 5 raket die toen, en vandaag de dag nog steeds, de meest krachtige Europese raket was. Het Franse ruimtevaartagentschap CNES was samen met verschillende Franse ruimtevaartbedrijven grote voorstander van dit idee waarna ESA dit project in 1987 goedkeurde. Even later kreeg dit project de naam 'Hermes'. Meteen hierna begonnen tal van Europese ruimtevaartbedrijven te lobbyen bij het Franse ruimtevaartagentschap om het contract binnen te halen voor de bouw van dit ruimteveer. Zoals verwacht werd dit werd in oktober 1985 toegewezen aan het Franse bedrijf Aerospatiale dat hiermee hoofdcontractor werd. Na deze bekendmaking werd er een eerste ontwerp gemaakt van het Europese ruimteveer. Dit zou zes bemanningsleden in een baan om de Aarde kunnen brengen en het ruimteveer zelf zou tijdens de lancering bevestigd worden bovenop een Ariane 5 raket die het gevaarte tot op een maximum hoogte van 800 kilometer moest brengen. Het Hermes ruimteveer zelf zou bestaan uit twee onderdelen waarvan één deel de 'Resource Module' was en het andere deel het ruimteveer zelf was die voor zijn terugkeer in de atmosfeer de Recourse Module zou kunnen loskoppelen. Bij het lanceren zou het Hermes ruimteveer, dat een lengte had van 19 meter, een totaal gewicht van 21 ton gehad hebben. De ontwikkeling en de bouw van het nieuwe ruimtetuig zou in twee belangrijke fases gebeuren. Eenmaal in de ruimte zou Hermes makkelijk dertig tot negentig dagen in een baan om de Aarde kunnen verblijven waarna het ruimteveer zou terugkeren naar de Aarde als een zweefvliegtuig. Het Guiana Space Center in Frans-Guyana, Fort de France in de Caraiben en de Bermuda eilanden waren mogelijke landingsplaatsen voor de Hermes ruimtependel.
Het Hermes ruimteveer gekoppeld aan de Men-Tended Free Flyer - Foto: ESA / CNES
Een Europees ruimtestation
Tijdens een eerste fase, die zou eindigen begin de jaren '90, zou het ruimteveer zelf ontwikkeld worden. Op de eerste plannen was er in het Hermes ruimteveer plaats voor zes bemanningsleden. Na het tragische ongeval met het Amerikaanse ruimteveer Challenger in 1986 werd Hermes herontworpen en werden tal van veiligheidsvoorzieningen aan het ruimtetuig toegevoegd. Hierdoor werd het aantal bemanningsleden gehalveerd en konden deze, door middel van schietstoelen, zich tot op een hoogte van 28 kilometer uit het ruimteveer begeven indien er iets verkeerd zou gaan tijdens de lancering. In tegenstelling tot het Amerikaanse of Russische ruimteveer beschikte Hermes niet over een vrachtruim dat satellieten in een baan om de aarde kon uitzetten. Toch kon Hermes drie ton aan vracht mee aan boord nemen. Deze vracht zou vooral gebruikt worden wanneer het Europese ruimteveer zich in een lage baan om de Aarde zou vasthechten aan de 'Men-Tended Free Flyer' dat dienst zou doen als klein Europees ruimtestation. Aan de Men-Tended Free Flyer zou men zelfs een module kunnen bevestigen dat de naam 'Columbus Attached Pressurized Module' kreeg. Hierin zouden Europese ruimtevaarders tal van wetenschappelijke experimenten kunnen uitvoeren. De totale kostpijs voor de realisatie en het lanceren van de Men-Tended Free Flyer en de Columbus Attached Pressurized Module werd eind de jaren '80 geschat op 3,56 miljard dollar. Tegen het einde van 1991 was de eerste ontwikkelingsfase van het Hermes project echter nog steeds niet beëindigd. ESA besloot hierop dan maar een rustpauze van een jaar in te lassen waarin Europa het hele project zou evalueren.
Het Europese ruimteveer zou net als het Amerikaanse ruimteveer terugglijden in de
atmosfeer als een zweefvliegtuig - Foto: ESA / CNES
Niet verder dan de tekentafels
Eind 1992 besloot Europa toch door te gaan met Hermes project en kon men beginnen aan de tweede fase waarin het ruimteveer vooral zou gebouwd en getest worden. Jammer genoeg werd deze fase eigenlijk nooit begonnen doordat ESA nauwer ging gaan samenwerken met de Russische ruimtevaartorganisatie RKA voor de bouw van een opvolger van het Russische ruimtestation Mir en de ontwikkeling van nieuwe raketten en transportsystemen. Helaas werden ook deze plannen vroegtijdig stopgezet door te grote financiële problemen binnen de Russische ruimtevaartorganisatie. Toen de Verenigde Staten en Rusland samen met Europa besloten om te werken aan de ontwikkeling van een internationaal ruimtestation begin de jaren '90 was er totaal geen interesse en geld meer voor het Europese Hermes ruimteveer en werd dit project uiteindelijk stopgezet. Ook al werden verschillende bedrijven toen aangeduid als contractor voor de bouw van Hermes en werd er al voor twee miljard dollar geïnvesteerd in het project toch werd geen enkel onderdeel ooit effectief gebouwd voor het Europese ruimteveer en geraakten de plannen niet verder dan tekentafels. Eind de jaren '90 besloot Europa dan maar alle ideeën en voorstellen voor een eigen ruimtetransportsysteem voorgoed op te bergen doordat Europa meer interesse had in onbemande ruimtevaart en zich ondermeer zou gaan toeleggen op de verkenning van ons zonnestelsel.
Ariane 5: de erfenis van het Hermes project
Om het 21 ton zware Hermes ruimtetuig in een lage baan om de Aarde te kunnen brengen, moest Europa beschikken over een krachtig lanceermiddel. De meest krachtige variant van de Ariane 4 draagraket kon op dat moment slechts 7,6 ton in een lage baan om onze planeet brengen waardoor men genoodzaakt was een gloednieuwe raket te ontwikkelen. De Ariane 5 raket beschikte over een totaal nieuw ontwerp en in tegenstelling tot Hermes werd de ontwikkeling van de Ariane 5 niet stopgezet. Na het stopzetten van het Hermes-project werd de Ariane 5 raket aangepast zodat deze meer dan één kunstmaan kon lanceren. Vandaag de dag is de Ariane 5 de meest betrouwbare en relatief goedkoopste draagraket waarmee men vrachten in een geostationaire baan om de Aarde kan brengen.