In november 1961 was de Sovjet-Unie er al in geslaagd om twee mensen in de ruimte te brengen met hun Vostok ruimteprogramma terwijl Amerika nog niet eens een chimpansee in de ruimte had kunnen krijgen. Hierdoor werd de druk op het bemande Amerikaanse Mercury ruimteprogramma steeds groter en besliste de NASA om tijdens de eerstvolgende testvlucht een aapje te gebruiken als bemanningslid alvorens een mensenleven op het spel te zetten. Uiteindelijk ging de Mercury-Atlas 5 missie op 29 november 1961 van start en maakte de chimpansee Enos probleemloos twee omwentelingen om de Aarde waarna hij een zachte landing maakte voor de kust van Puerto Rico. Na deze geslaagde testvlucht besliste de NASA uiteindelijk om één van zijn 7 eerste astronauten in te zetten voor de volgende Mercury ruimtemissie waarbij de eerste Amerikaan de ruimte zou ingaan.
Tijdens deze vlucht zou de Mercury ruimtecapsule 9 gebruikt worden die op 24 februari 1961 gearriveerd was op de Cape Canaveral lanceerbasis waarna ingenieurs en technici 40 dagen nodig hadden om deze kleine capsule klaar te maken voor zijn vlucht. Normaal zou deze capsule gebruikt worden voor een onbemande testvlucht of voor een suborbitale vlucht met aan boord een aapje maar uiteindelijk besliste het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA het ruimtetuig te gebruiken voor een orbitale vlucht met aan boord een chimpansee. Op 29 oktober 1961 arriveerden drie chimpansees en twaalf medische specialisten op de Cape Canaveral lanceerbasis. Vijf uur voor de lancering werd het aapje Enos met zijn speciaal ontworpen stoel in de Mercury ruimtecapsule geplaatst. Na verschillende onderbrekingen tijdens het aftellen werden uiteindelijk omstreeks 16u08 Belgische tijd de raketmotoren ontstoken van de Atlas raket die de ruimtecapsule met Enos in een baan om de Aarde bracht op een hoogte van 159 op 237 kilometer. Tijdens de twee omwentelingen die de Mercury capsule maakte deden zich enkele foutmeldingen voor met de controlesystemen aan boord van de ruimtecapsule. Ondanks het advies van de medici dat het aapje in een goede conditie verkeerde, besliste de vluchtleiding de ruimtecapsule na twee omwentelingen om de Aarde te laten terugkeren omdat men anders een tekort aan brandstof dreigde te hebben. Drie uur en 13 minuten nadat Enos gelanceerd werd maakte de Mercury-Atlas 5 ruimtecapsule een zachte landing in de Stille Oceaan op een afstand van 48 kilometer van de twee marineschepen Stormes en Compten die de capsule zouden oppikken uit het water. Eén uur en 15 minuten nadat de capsule geland was in de oceaan werd deze uit het water gehaald waarna de chimpansee Enos uit de kleine capsule werd bevrijd op het dek van de Stormes nadat men het toegangsluik door middel van explosieven had geopend. Na de eerste onderzoeken bleken Enos en zijn ruimtecapsule zich in goede conditie te bevinden maar op 4 november 1962 overleed het aapje aan de gevolgen van medicatie. Pathologen en medici die Enos na zijn dood onderzochten stelden vast dat zijn dood niets te maken had met zijn ruimtevlucht die hij een jaar eerder had gemaakt. Tot twee maanden voor zijn dood stond het aapje constant onder medische observatie. Na deze geslaagde missie werd de Mercury ruimtecapsule uiteindelijk door de NASA geschikt bevonden om een mens in de ruimte te brengen. Vandaag de dag is de capsule waarin Enos zijn vlucht maakte en hiermee 81 902 kilometer reisde te bezichtigen in het North Carolina Museum of Life and Sciences in Durham.