Wanneer we met de SOHO ruimtesonde naar de zon kijken op een golflengte van 28,4 nanometer toont het de buitenste hete lagen van de atmosfeer van de zon, meer bepaald de corona. Het magnetische veld van de zon speelt hierin een grote rol hoe de afbeelding eruit zal zien. De heldere gebieden tonen heet, dicht gas aan dat gevangen is door het magnetische veld van de zon.
De donkere lege gebieden zijn de plaatsen waar het magnetisch veld van de zon zich tot in de ruimte uitstrekt zodat het hete gas kan ontsnappen. De donkere kleur krijgen ze omdat er niet voldoende heet materiaal aanwezig is. Deze gebieden noemen we een coronaal gat zoals ook op onderstaande afbeelding is te zien. Het magnetisch veld rond een coronaal gat is verschillend dan dat van de rest van de zon. In plaats van terug te keren naar het oppervlak van de zon, blijven deze magnetische veldlijnen open, deze strekken zich ver uit in de ruimte en niemand weet waar deze ergens terug met elkaar verbinden. In plaats van het hete gas samen te houden, zorgen deze open veldlijnen ervoor dat er een coronaal gat ontstaat waardoor er met hoge snelheid zonnewind en deeltjes die ontsnappen.
Wanneer een coronaal gat centraal komt te liggen op de zonneschijf kan de vloed van hete gassen de Aarde bereiken en zo poollicht veroorzaken. Afhankelijk van de grootte van het coronaal gat kan deze een lichte tot matige poollichtstorm opwekken. Anders dan een coronale massa uitstoot (CME) komt een coronaal gat geleidelijk op. De dichtheid van de zonnewind zal eerst sterk toenemen gevolgd door een gestage stijging in de zonnewindsnelheid. Bij een CME stijgt de dichtheid en snelheid van de zonnewind in enkele minuten met meer dan 100 km/sec. Coronale gaten zijn dan ook het meest actief in de beginfase waarna ze geleidelijk afzwakken en de Aarde uit de stroom van het coronaal gat raakt. De snelheid van de zonnewind is normaal rond de 300-400 km/sec. Sommige coronale gaten kunnen opklimmen tot 800 km/sec, zwakkere coronale gaten variëren rond de 500 km/sec.