Breakthrough Watch, het mondiale astronomische programma dat naar aarde-achtige planeten rond nabijgelegen sterren speurt, en de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO), de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie van Europa, hebben vandaag bekendgemaakt dat een nieuw instrument van de Very Large Telescope (VLT), bedoeld voor de jacht op exoplaneten, zijn eerste licht heeft opgevangen. Het instrument – de Near Earths in the AlphaCen Region of kortweg NEAR – is ontworpen om planeten op te sporen in de ‘leefbare zones’ van de twee dichtstbijzijnde zonachtige sterren, die deel uitmaken van het Alfa Centauri-stelsel.
Dankzij de unieke mogelijkheden van het SPHERE-instrument van ESO’s Very Large Telescope is het gelukt om de scherpste opnamen te maken van een dubbelplanetoïde terwijl deze op 25 mei langs de aarde vloog. De planetoïde vormde op zichzelf geen bedreiging, maar wetenschappers hebben hem kunnen gebruiken als oefenobject. Daarbij is aangetoond dat de geavanceerde technologie van ESO van cruciaal belang kan zijn voor de verdediging van onze planeet. Het International Asteroid Warning Network (IAWN) heeft een grote waarnemingscampagne gecoördineerd van de planetoïde 1999 KW4 terwijl deze op 25 mei 2019 op een afstand van 5,2 miljoen kilometer [1] langs de aarde vloog.
Deze foto, een compositie van verschillende waarnemingen met ESO’s VLT Survey Telescope (VST), toont de ESA-satelliet Gaia als een vaag spoor van stippen in de onderste helft van het met sterren bezaaide beeldveld. Deze waarnemingen zijn gedaan als onderdeel van een gezamenlijke inspanning om Gaia’s baan te meten en de nauwkeurigheid van haar unieke sterrenkaart te verbeteren. Gaia, die wordt beheerd door het Europese ruimteagentschap ESA, verkent de hemel vanuit een baan om het zogeheten L2-punt, dat 1,5 miljoen kilometer buiten de aardbaan ligt. Van daaruit werkt zij aan de meest omvangrijke en nauwkeurige driedimensionale kaart van onze Melkweg samen die ooit is gemaakt.
De Event Horizon Telescope (EHT) – een wereldwijde array van acht radiotelescopen die door internationale samenwerking tot stand is gekomen – is ontworpen om beelden te maken van een zwart gat. Vandaag maken onderzoekers van de EHT, via gecoördineerde persconferenties over de hele wereld, bekend dat ze hun doel hebben bereikt. Ze presenteren het eerste directe visuele bewijs van een superzwaar zwart gat en zijn schaduw. Deze doorbraak is vandaag aangekondigd in een reeks van zes artikelen die vandaag in een speciaal nummer van The Astrophysical Journal Letters worden gepubliceerd.
Het GRAVITY-instrument van ESO’s Very Large Telescope Interferometer (VLTI) heeft voor het eerst een exoplaneet rechtstreeks waargenomen met behulp van optische interferometrie. Op die manier is een complexe planeetatmosfeer ontdekt met wervelende wolken van ijzer en silicaten. De techniek biedt unieke mogelijkheden om ook de eigenschappen van veel andere reeds bekende exoplaneten te bepalen.
Verscholen in een van de donkerste krochten van het sterrenbeeld Orion, spreidt deze Kosmische Vleermuis zijn wazige vleugels uit over een afstand van tweeduizend lichtjaar. Hij wordt aangelicht door de jonge sterren die zich in zijn kern hebben genesteld. Hoewel deze sterren in ondoorzichtige stofwolken zijn gehuld, baadt de nevel toch nog in hun heldere schijnsel. Te zwak om waarneembaar te zijn met het blote oog, toont NGC 1788 op deze foto – de meest detailrijke tot nu toe – zijn zachte kleuren aan ESO’s Very Large Telescope.
Dit wonderschone gebied van sterren-in-wording in de Grote Magelhaense Wolk (GMW) is vastgelegd met het Multi Unit Spectroscopic Explorer-instrument (MUSE) van de Very Large Telescope van ESO. Dankzij de relatief kleine hoeveelheid stof in de GMW en de scherpe blik van MUSE komen de complexe details van deze stellaire kraamkamer goed tot uiting in zichtbaar licht. Dit deel van de Grote Magelhaense Wolk (GMW) vertoont op deze opname van het Multi Unit Spectroscopic Explorer-instrument (MUSE) van ESO’s Very Large Telescope (VLT) opvallende kleuren. De nevel, die bekendstaat als LHA 120-N 180B of kortweg N 180B, is een zogeheten H II-gebied (spreek uit als ‘H twee’) en een vruchtbare bron van nieuwe sterren.
De zwakke gloed van de planetaire nevel ESO 577-24 zal niet lang standhouden – ongeveer 10.000 jaar, een oogwenk naar astronomische begrippen. Deze schil van gloeiend geïoniseerd gas – de laatste ademtocht van een stervende ster waarvan het nagloeiende overblijfsel in het midden van deze foto te zien is – is vastgelegd met ESO’s Very Large Telescope. Naarmate de gasschil van deze planetaire nevel uitdijt en zwakker wordt, zal deze geleidelijk onzichtbaar worden. Deze foto wordt gedomineerd door een uitdijende schil van gloeiend gas: de planetaire nevel ESO 577-24 [1].
De directeur-generaal van ESO en de directeur van het Cherenkov Telescope Array (CTA) Observatory hebben de overeenkomst getekend die nodig is voor de zuidelijke vestiging van de CTA, nabij de ESO-sterrenwacht op Paranal. Daarnaast hebben de Chileense regering en ESO de overeenkomst ondertekend die ESO toestaat om de nieuwe telescoop een plek te geven op Paranal. Hierdoor krijgt het meest ambitieuze gamma-observatorium ter wereld niet alleen toegang tot de ongerepte waarnemingsomstandigheden in Chili, maar ook tot de hypermoderne infrastructuur, expertise en faciliteiten van ESO. ESO zal de nieuwe faciliteit namens de CTA-sterrenwacht en zijn leden gaan beheren.
Tijdens het testen van een nieuw subsysteem van SPHERE, het ‘planetenjachtinstrument’ van ESO’s Very Large Telescope, hebben astronomen indrukwekkende details – zelfs naar Hubble-maatstaven – kunnen vastleggen van de turbulente stellaire relatie binnen de dubbelster R Aquarii. Deze spectaculaire opname – de tweede in het kader van ESO’s R Aquarii-week – geeft een detailrijk beeld van het spectaculaire tweetal sterren dat de dubbelster R Aquarii vormt.
De Amerikaanse ruimtecapsule Apollo 8, met aan boord de drie astronauten astronauten Frank F. Borman, James A. Lovell en William A. Anders, keert na historische een ruimtevlucht rond de Maan terug naar de Aarde. Nadat de drie astronauten op 21 december werden gelanceerd, kwamen zij op 24 december aan in een baan om de Maan. Na ruim twintig uur in een baan om de Maan te hebben verbleven, werd de terugreis naar aarde aangevangen. Dit was de eerste maal in de geschiedenis dat astronauten een bezoek brachten aan de Maan. Foto: NASA
Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!
Wordt medewerkerDeze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.