NGC 3603 is een zeer heldere sterrenhoop en is beroemd vanwege de hoogste concentratie zware sterren die bekend is in de Melkweg. In het midden staat een meervoudig Wolf–Rayet stersysteem, dat we kennen als HD 97950. Wolf–Rayet-sterren bevinden zich in een vergevorderd stadium van sterevolutie en zijn meer dan 20 keer zo zwaar als de zon. Maar ondanks hun hoge massa verliezen Wolf–Rayet-sterren een aanzienlijke hoeveelheid materie als gevolg van krachtige sterrenwinden, die oppervlaktemateriaal van de ster met een snelheid van een paar miljoen km/uur de ruimte inschieten - een crash-dieet van kosmische proporties.
NGC 3603 bevindt zich in een actief stervormingsgebied. Sterren worden geboren in de donkere en stoffige regionen in de ruimte, goeddeels aan het zicht onttrokken. Maar wanneer de piepjonge sterren geleidelijk aan gaan schijnen en hun omhullende cocons van materiaal verdwijnen, worden ze zichtbaar en vormen ze gloeiende wolken in het omliggende materiaal, die bekend staan HII-gebieden. HII-gebieden stralen vanwege de interactie van ultravioletstraling, afgegeven door de hete jonge sterren, met de waterstof-wolken. HII-gebieden kunnen enkele honderden lichtjaren in diameter zijn. Het HII-gebied rond NGC 3603 is een van de zwaarste in ons sterrenstelsel.
De sterrenhoop werd voor het eerst waargenomen door John Herschel op 14 maart 1834 tijdens een drie jaar lange expeditie naar Kaapstad om de zuidelijke hemel systematisch in kaart te brengen. Hij beschreef de sterrenhoop als een opvallend object en dacht dat het een bolhoop zou zijn. Latere waarnemingen toonden aan dat het geen oude bolvormige sterrenhoop is, maar een jonge, open sterrenhoop, een van de rijkste die bekend is.
NGC 3576, aan de rechterkant van de opname, ligt ook in Sagittarius-Carina-arm van de Melkweg. NGC 3576 ligt op een afstand van slechts 9 000 lichtjaar van de aarde - veel dichter bij dan NGC 3603 - maar ogenschijnlijk staan ze naast elkaar aan de sterrenhemel.
Opvallend aan NGC 3576 zijn twee enorme, gekromde objecten die op de hoorns van een ram lijken. Deze vreemde filamenten zijn het resultaat van sterrenwinden van de hete, jonge sterren in de binnenste regionen van de nevel, die stof en gas over naar buiten hebben geblazen over een afstand van 100 000 lichtjaar. In de nevels zijn ook twee donker afgetekende gebieden zichtbaar, zogeheten Bok-globules. Deze zwarte wolken aan de bovenkant van de nevel zijn potentiële locaties voor de toekomstige vorming van nieuwe sterren.
NGC 3576 is ook ontdekt door John Herschel in 1834, waarmee dat jaar bijzonder productief en visueel aantrekkelijk werd voor de Engelse astronoom.
Meer informatie
ESO is de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie in Europa en de meest productieve sterrenwacht ter wereld. Zij wordt ondersteund door vijftien landen: België, Brazilië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van grote sterrenwachten die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. Ook speelt ESO een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op astronomisch gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staan ESO’s Very Large Telescope (VLT), de meest geavanceerde optische sterrenwacht ter wereld, en twee surveytelescopen: VISTA werkt in het infrarood en is de grootste surveytelescoop ter wereld en de VLT Survey Telescope is de grootste telescoop die uitsluitend is ontworpen om de hemel in zichtbaar licht in kaart te brengen. ESO is ook de Europese partner van de revolutionaire telescoop ALMA, het grootste astronomische project van dit moment. Daarnaast bereidt ESO momenteel de bouw voor van de 39-meter Europese Extremely Large optical/near-infrared Telescope (E-ELT), die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.