De wolk bevat voldoende stofrijk materiaal om het zichtbare licht van achtergrondsterren volledig tegen te houden. Vanwege hun verduisterende eigenschappen worden zeer dichte moleculaire wolken zoals LDN 483 ook wel donkere nevels genoemd. Het sterloze karakter van LDN 483 en zijn soortgenoten zou de indruk kunnen wekken dat dit plekken zijn waar geen sterren kunnen ontstaan. Maar het tegendeel is waar: donkere nevels zijn een ‘vruchtbare bodem’ voor de vorming van sterren.
Astronomen die de stervorming in LDN 483 onderzoeken hebben ontdekt dat er in het duistere inwendige van de gaswolk ‘babysterren’ verscholen zitten die tot de jongste behoren die ooit zijn waargenomen. Deze sterren-in-de-dop bevinden zich als het ware nog in de baarmoeder: het zijn nog geen volgroeide sterren. In dit eerste stadium van de sterevolutie is de ster-in-wording slechts een bal van gas en stof binnen de omringende moleculaire wolk die onder invloed van de zwaartekracht samentrekt. De protoster is nog heel koud – ongeveer –250 graden Celsius – en straalt alleen langgolvig submillimeterlicht uit [2]. Toch beginnen temperatuur en druk in kern van zo’n babyster al op te lopen.
Deze vroege stervormingsfase duurt slechts een paar duizend jaar – verbluffend kort als je bedenkt dat sterren doorgaans miljoenen of miljarden jaren oud worden. In de stadia die volgen zal de protoster warmer en compacter worden. Daarbij wordt de straling die hij uitzendt niet alleen intenser, maar verandert deze geleidelijk van ver-infraroodstraling in nabij-infraroodstraling en uiteindelijk in zichtbaar licht. De ooit zo zwakke protoster ontpopt zich dan als een volwaardige stralende ster. Naarmate er meer sterren uit de inktachtige diepten van LDN 483 opduiken, zal de donkere nevel geleidelijk oplossen en doorzichtiger worden. De ontbrekende achtergrondsterren die nu nog aan het zicht onttrokken zijn komen dan in beeld – maar pas nadat miljoenen jaren zijn verstreken, en ze zullen ‘overstraald’ worden door de heldere jonge sterren die in de wolk zelf geboren zijn [3].
Noten
[1] De Lynds Dark Nebula-catalogus is samengesteld door de Amerikaanse astronoom Beverly Turner Lynds, en werd in 1962 gepubliceerd. Deze donkere nevels werden opgespoord door de fotografisch platen van de Palomar Sky Survey nauwkeurig te bekijken.
[2] De Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA), die deels door ESO wordt beheerd, neemt submillimeter- en millimeterlicht waar, en is dus heel geschikt voor het onderzoek van zulke zeer jonge sterren in moleculaire wolken.
[3] Een voorbeeld van zo’n jonge open sterrenhoop is hier te zien, en een volgroeider voorbeeld hier.
Meer informatie
ESO is de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie in Europa en de meest productieve sterrenwacht ter wereld. Zij wordt ondersteund door vijftien landen: België, Brazilië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van grote sterrenwachten die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. Ook speelt ESO een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op astronomisch gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staan ESO’s Very Large Telescope (VLT), de meest geavanceerde optische sterrenwacht ter wereld, en twee surveytelescopen: VISTA werkt in het infrarood en is de grootste surveytelescoop ter wereld en de VLT Survey Telescope is de grootste telescoop die uitsluitend is ontworpen om de hemel in zichtbaar licht in kaart te brengen. ESO is ook de Europese partner van de revolutionaire telescoop ALMA, het grootste astronomische project van dit moment. Daarnaast bereidt ESO momenteel de bouw voor van de 39-meter Europese Extremely Large optical/near-infrared Telescope (E-ELT), die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.