1960 | Vanop de Bajkonoer lanceerbasis wordt de Russische satelliet Spoetnik 3 in de ruimte gebracht. Spoetnik 3 werd uitgerust met twaalf wetenschappelijke instrumenten en voerde metingen uit aan ondermeer de buitenste lagen van de atmosfeer, kosmische straling en micro-meteorieten. Spoetnik 3 bleef tot 6 april 1960 in een baan om de Aarde waarna deze opbrandde in de atmosfeer. Foto: Roscosmos |
1989 | Vanop de Bajkonoer lanceerbasis wordt de Russische GRANAT ruimtetelescoop in de ruimte gebracht voor onderzoek naar gamma- en röntgenstraling in het heelal. Deze 4,4 ton zware satelliet werd uitgerust met zeven wetenschappelijke instrumenten die ontwikkeld werden door Rusland, Frankrijk, Denemarken en Bulgarije. GRANAT bleef tot eind november 1998 operationeel en ontdekte tal van bronnen van röntgen- en gammastraling in het heelal. Foto: Roscosmos |
1993 | Lancering vanop het Kennedy Space Center in Florida van het Amerikaanse ruimteveer Endeavour met aan boord zeven astronauten (STS-61). Dit was de eerste onderhoudsmissie voor de Hubble Space Telescope nadat de ruimtetelescoop in 1990 in de ruimte werd gebracht. Kort na zijn lancering werd werd een spiegelfout ontdekt bij de Hubble Space Telescope waardoor de beelden niet scherp waren. Tijdens de STS-61 onderhoudsmissie werd door de astronauten aan boord van de Hubble Space Telescope een corrigerende spiegel aangebracht waardoor het probleem van de onscherpe beelden werd opgelost. Foto: NASA |
1995 | Een Amerikaanse Atlas IIAS raket brengt vanop de Cape Canaveral lanceerbasis het Amerikaans-Europese Solar and Heliospheric Observatory (SOHO) in de ruimte voor onderzoek naar de Zon. Meteen na de lancering werd SOHO in een baan met een halve lange as van ongeveer 660 000 km rond het Lagrangepunt L1 geplaatst. Vanuit deze positie brengt SOHO ondermeer zonnevlammen in beeld en werden er ook al meer dan duizend kometen met deze satelliet. Dankzij het grote wetenschappelijke succes werd deze missie dan ook al meermaals verlengd. Foto: NASA |
1999 | De Amerikaanse Mars Polar Lander stort te pletter op het oppervlak van de planeet Mars nabij de zuidpool. Bij het binnendringen van de atmosfeer van Mars werd het contact met het voertuig volgens planning verbroken waarna enkele minuten later direct na landing een signaal zou volgen dat de landing succesvol was verlopen. Dit signaal kwam echter nooit en sindsdien is er niets meer van de Mars Polar Lander vernomen. De remraketten aan boord van de lander zouden aan de basis liggen van dit falen. Foto: NASA |
1999 | Twee kleine sondes maken zich los van de Amerikaanse ruimtesonde Deep Space 2 en begeven zich naar het Marsoppervlak. Helaas verloor men tijdens de afdaling naar het Marsoppervlak alle communicatie met de twee sondes. De probes wogen in totaal slechts 3,6 kg en waren bedoeld om als eerste ruimtetuigen ooit onder de oppervlakte van een andere planeet door te dringen. Het onderste deel zou zich 0,6 meter diep in de Marsbodem penetreren en het bovenste deel zou op het oppervlak blijven om data door te sturen naar de Mars Global Surveyor. Foto: NASA |
1975 | De Amerikaanse ruimtesonde Pioneer 11 vliegt op een afstand van 34 000 kilometer boven het wolkendek van de planeet Jupiter. Dit onbemande ruimtetuig werd op 6 april 1973 in de ruimte gebracht en had als doel de buitenste delen van ons zonnestelsel te verkennen. Foto: NASA |
1996 | De Amerikaanse ruimtesonde Mars Pathfinder, met aan boord de kleine Marsrover Sojourner, wordt vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida succesvol in de ruimte gebracht. Mars Pathfinder zal tijdens zijn missie de eerste robotwagen probleemloos tot op het oppervlak van de planeet Mars brengen. De lander zelf werd gebruikt als meetstation en stuurde de data afkomstig van de kleine Marsrover door naar de Aarde. Foto: NASA |
1968 | Een Amerikaanse Delta raket brengt vanop de Cape Canaveral lanceerbasis de Highly Eccentric Orbit Satellite 1 (HEOS 1) in de ruimte voor onderzoek van magnetsiche velden, de zonnewind en kosmische straling. Deze 108 kilogram zware satelliet werd ontwikkeld door de European Space Research Organisation (ESRO) en werd uitgerust met verschillende wetenschappelijke instrumenten afkomstig uit vijf Europese landen. Foto: NASA |
1972 | De Zwitserse astronoom Paul Wild ontdekt de planetoïde 1866 Sisyphus. Deze tien kilometer grote planetoïde is de grootste van de Apollo groep en kruist de baan van de Aarde. Haar grootte is te vergelijken met de vermoedelijke doorsnede van de meteoriet die de Chicxulubkrater in Mexico veroorzaakte. Foto: Valérie Chételat |
1957 | In de Verenigde Staten wordt voor het eerst geprobeert om een satelliet in de ruimte te brengen door middel van een Vanguard raket. Twee seconden na de lancering explodeert de raket op het lanceerplatform. Opnieuw is dit een tegenslag voor het nog jonge Amerikaanse ruimtevaartprogramma dat na de lancering van de Russische Spoetnik 1 achterop loopt in de wedloop naar de ruimte. Foto: US NAVY |
1997 | De Amerikaanse astronoom James V. Scotti ontdekt met het Spacewatch project van de University of Arizona de planetoïde 1997 XF11. Op 26 oktober 2028 zal deze planetoïde op een afstand van 930 000 kilometer van de Aarde vliegen. Dit is 2,4 maal de afstand van Aarde tot de Maan. Tijdens zijn scheervlucht langs de Aarde zal deze planetoïde een maximale helderheid bereiken van 8,2 waardoor deze zichtbaar zal zijn met een goede verrekijker. |
1968 | Een Amerikaanse Atlas-Centaur raket brengt vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida het twee ton zware het Orbiting Astronomical Observatory 2 in de ruimte. Deze ruimtetelescoop, die de bijnaam 'Stargazer' kreeg, is tot begin 1973 operationeel en ontdekt ondermeer waterstofhalo's rond kernen van kometen. Foto: NASA |
1972 | Lancering vanop het Kennedy Space Center in Florida van de Amerikaanse ruimtecapsule Apollo 17 met aan boord de astronauten Eugene A. Cernan, Ronald E. Evans en Harrison H. Schmitt die van opleiding geoloog was. Dit was de laatste maal dat mensen tijdens het Apollo ruimteprogramma naar de Maan worden gebracht. Alles samen verbleven Schmitt en Cernan bijna 75 uur op de Maan. Tijdens deze laatste bemande Maanmissie werd een recordhoeveelheid aan Maanstenen naar de Aarde gebracht: 108 kilogram. Foto: NASA |
1845 | De Pruisische amateur-sterrenkundige Karl Ludwig Hencke ontdekt de planetoïde 5 Astraea. Deze planetoïde bevindt zich tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter en heeft een onregelmatige vorm met een diameter van gemiddeld 119 kilometer. Hoewel ze niet tot de grootste planetoïden behoort, is Astraea vanaf de Aarde gezien een van de 17 helderste. Zo heeft deze planetoïde een maximale schijnbare helderheid van magnitude +8,74 waardoor ze soms al met een goede verrekijker waarneembaar is. |
Lancering vanop de Cape Canaveral lanceerbasis van een met een Atlas-Agena draagraket met in zijn vrachtruim de Amerikaanse ruimtesonde Mariner 4. Dit onbemande ruimtetuig maakte in juli 1965 de eerste close-up foto's van Mars en was ook het eerste ruimtetuig dat succesvol Mars bereikte. Mariner 4 nam 21 foto's terwijl hij langs Mars vloog, de kortste afstand tot de planeet bedroeg 9 600 km. Foto: NASA
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.