In maart 1840 maakte de Amerikaanse chemicus John William Draper (1811-1882) de allereerste astrofoto. Het object was de Maan en hij gebruikte een 13 cm reflector (spiegelkijker) met 20 minuten fotografische belichtingstijd, een technische uitvinding van de Franse wetenschappers Joseph Nicéphore Niépce (1765-1833) en Louis Daguerre (1787-1851) aan het eind van de jaren 1820.
Vier decennia later, in september 1880, maakte Draper’s zoon, dokter/chemicus Henry Draper (1837-1882) met een 28 cm refractor (lenzentelescoop) de allereerste deepsky foto waarop de Orion nevel (Messier 42) te zien was. Een historische foto die aanleiding gaf tot een historische sterren catalogus. In 1887 initieert de Franse marine officier en directeur van het Paris-Meudon observatorium Amédée Mouchez (1821-1892) het “Carte du Ciel” project om een fotografische atlas van de sterrenhemel te creëren. Op het astronomisch congres van april 1887 zegden 22 observatoria (11 noordelijke en 9 in het zuidelijke halfrond) toe om aan het project deel te nemen. Het “Carte du Ciel” (hemelkaart) astrometrie project omvatte twee delen: (1) een astrografische catalogus van de gehele sterrenhemel met sterren tot magnitude 11 op fotografische platen en (2) een astrofotografische hemelkaart met sterren tot magnitude 14 waarvan kaarten gereproduceerd zouden worden.
De auteur op het terras van de 1,52m telescoop met op de achtergrond de grote koepel
van de 1,93 m reflector en de kleine koepel van de GPO.
OHP telt gemiddeld 180 heldere nachten per jaar - Foto: Philip Corneille
Ondanks het feit dat het 'Carte du Ciel' project nooit volledig werd verwezenlijkt, had een enorme stimulans voor de sterrenkunde en kijkerbouw in het bijzonder aangezien de gebroeders Paul & Prosper Henry 33 cm astrograaf reflectors bouwden om de observatoria uit te rusten. Bovendien begonnen Franse astronomen uit te kijken naar een sterrenwacht op een gunstige donkere plaats naast deze in de grootsteden Parijs, Straatsburg, Lyon, Marseille en Nice. Na de Eerste Wereldoorlog werd de zoektocht naar de ultieme sterrenwacht op het Franse vasteland gestimuleerd door de Generaal Gustave Ferrié (1868-1932), een gepassioneerd amateur astronoom en professor Jacques Cavalier (1869-1937). Site onderzoek en meteorologische statistieken wezen uit dat het zuidoosten van Frankrijk de voorkeur genoot, gezien de wind snelheden, neerslag hoeveelheden en temperatuursverschillen.
In november 1936, na de oprichting van het Franse nationale centrum voor wetenschappelijk onderzoek (CNRS) besluit een comité van fysici, onder leiding van Nobelprijs winnaar Jean Perrin (1870-1942), om nabij Forcalquier in het departement Alpes-de-Haute Provence een nieuwe sterrenwacht uit te bouwen. Men voorzag een 2,5 m klasse reflector met St-Gobain spiegel, twee 1,0 m klasse reflectors waarvan één met spectrograaf, een coelostaat, een 30 cm refractor en een laboratorium met bibliotheek. Medio 1937 startte men de bouw van het Observatoire de Haute-Provence (OHP) nabij het pittoreske dorpje St-Michel l’Observatoire maar tijdens de Tweede Wereldoorlog lag het project stil. Na WO II werd de 1,20 m reflector van het Parijs-Meudon observatorium officieel in gebruik genomen. Deze historische reflector werd medio 19de eeuw door Urbain Le Verrier (1811-1877) gecommissioneerd en door optisch ingenieur/astronoom André Couder (1897-1979) verbeterd. In 1946 werd de 0,80 m reflector geïnstalleerd maar door budgettaire problemen kwam er nooit een 2,5 m klasse reflector en moesten de Franse astronomen tot eind de jaren 1950 wachten alvorens hun grootste telescoop te kunnen gebruiken.
De 1,93 m OHP reflector zag First light in 1959 en zit op een zware Engelse equatoriaal montering.
Tot 1979 was dit de grootste telescoop op het West-Europese vasteland - Foto: Philip Corneille
Eind 1957 werd de 1,93 m reflector, geconstrueerd door Grubb & Parsons uit Groot-Brittannië, aan OHP geleverd. In juli 1958 werd de optiek in de telescoop ingebouwd en werd het gebouw met klassieke koepel door het staalbedrijf Société des forges et ateliers du Creusot afgewerkt. Uiteindelijk namen de Franse astronomen de telescoop in gebruik en First light vond plaats op 17 juli 1959. De 1,93 m M1 hoofdspiegel werd reeds in 1937 door de bekende Saint Gobain glasfabriek vervaardigd uit thermisch glas en weegt 1200 kg. Echter de 1,93 m OHP reflector heeft slechts een bruikbare diameter van 1,90 m maar bleef lange tijd de grootste telescoop op het Europese vaste land. Aanvankelijk werd een 0,51 m secundaire M2 spiegel gebruikt voor de f/5 Newton focus maar momenteel wordt een 0,48 m M2 spiegel gebruikt voor de f/15 Cassegrain focus. Voor de f/32 Coudé focus wordt een 0,41 m tertiaire M3 spiegel en een 0,32 m quartaire M4 spiegel gebruikt. OHP’s grootste telescoop rust op een Engelse montering.
Tijdens de jaren '70 speelden astronomen verbonden aan het OHP een voorname rol in de sterrenkunde met onder meer Charles Fehrenbach (1914-2000) en André Lallemand (1904-1978). Deze laatste verrichtte technisch onderzoek naar fotoversterkerbuizen en elektronische camera’s. In 1984 deden de CCDs (Charge Coupled Device) lichtgevoelige elektronische detectoren hun intrede in de Franse sterrenkunde met toepassingen op de 1,52 m OHP reflector. Echter, sinds 1979 waren Franse astronomen betrokken bij het CFHT-project op Mauna Kea, Hawaï – VSA. Met het gebruik van deze 3,60 m Canada-France-Hawaii Telescope vroeg men zich af of de 2,0 m klasse telescopen nog een nuttige rol konden spelen!
Terwijl men in de jaren '80 vooral aandacht en budget besteedde aan de 4,0 m klasse telescopen, bewezen kleinere telescopen hun nut in de opleiding van astronomen, publieksactiviteiten en als testbed voor nieuwe instrumenten. Bovendien konden de 2,0 m klasse telescopen gebruikt worden voor langdurige projecten waardoor ze uiterst interessant bleken om variabele sterren en supernova’s op te volgen en hun nut bewezen in een nieuwe tak van de sterrenkunde; de zoektocht naar exoplaneten. In 1990 was de ontdekking van exoplaneten rond pulsars (“dode” ronddraaiende neutronenster) een psychologische stimulans voor de zoektocht naar planeten rond andere Zonachtige sterren. Sinds 1994 werkte een Frans-Zwitsers team met een hooggevoelige spectrograaf op de 1,93 m reflector van OHP, waarmee men de dopplerverschuiving in het licht van een ster kon bepalen. Sterren en planeten draaien om een gemeenschappelijk zwaartepunt, waarbij astronomen de radiale snelheid van de sterbeweging kunnen meten. Afhankelijk van de grootte en de periodiciteit van deze dopplerverschuiving kan men bepalen welk soort planeet de verschuiving heeft veroorzaakt. Gedurende twee jaren gebruikten de Franse astronoom Michel Mayor en zijn doctoraatsstudent de Zwitserse astronoom Didier Queloz de ELODIE spectrograaf op de 1,93 m OHP reflector om de dopplerverschuiving van een zwakke Zonachtige ster in het sterrenbeeld Pegasus op te volgen. Dankzij lange termijn observaties en het gebruik van hun eigen software ontdekten ze de eerste planeet buiten ons eigen zonnestelsel. Op 6 oktober 1995, na een grondige controle van hun gegevens, kondigden Mayor en Queloz hun historische ontdekking aan op de astronomie conferentie van Firenze in Italië.
De ELODIE echelle spectrograaf die vanaf 1993 werd ingezet op de 1,93m reflector voor het speuren
naar exoplaneten. Het is dit instrument waarmee Michel Mayor en Didier Queloz in oktober 1995 de
eerste exoplaneet rond een Zonachtige ster ondekten - Foto: Philip Corneille
De eerste exoplaneet, 51 Pegasi b, bleek een hete Jupiter gasreus met een omlooptijd van 4,2 dagen rond de gele dwergster 51 Pegasi in het sterrenbeeld Pegasus op 50 lichtjaren van de Aarde. Na de bevestiging door andere astronomen, publiceerden ze hun bevindingen in het weekblad Nature van 23 november 1995. Hun ontdekking haalde het wereldnieuws want ons zonnestelsel was niet langer het enige in het onmetelijke universum! Sinds het begin van het nieuwe millennium tracht OHP vooral vernieuwend en energie bewuster te werken op het gebied van sterrenkunde, aeronomie en klimatologie om de site van de sterrenwacht een polyvalent karakter te geven. Sinds 2004 begonnen botanisten het O3HP project om de groei van de eiken bomen en de flora in het microklimaat van de Haute-Provence te bestuderen. Anno 2012 viert OHP haar 75ste verjaardag en heeft de sterrenwacht een belangrijke plaats veroverd in de geschiedenis van de astronomie!