Om een electromagnetische transmissie te ontvangen van een intelligente buitenaardse beschaving dienen we ook te zoeken doorheen het meest bruikbare gedeelte van het radiospectrum aangezien we niet weten welke frequenties deze beschavingen kunnen gebruiken. Om een krachtig signaal over een brede band van golflengtes te doen verzenden is niet zo praktisch en lijkt het meest mogelijke dat zo'n signaal verzonden wordt langsheen een smalband. Dit betekend dat een hele hoop frequenties moeten onderzocht worden op elke coordinaat aan de hemel.

Een ander probleem is het weten naar wat we luisteren, daar wij niet weten hoe het signaal van de buitenaardse beschaving werd verzonden en hoe het gemoduleerd is. Smalbandsignalen die sterker zijn dan de achtergrondruis en constant zijn in de intensiteit zijn ongetwijfeld de meest interessante signalen en als ze een regelmatig en een complex pulsepatroon bevatten zouden ze kunstmatig gemaakt kunnen zijn. Alhoewel er studies zijn geweest rond het verzenden van zo'n signaal dat eenvoudig ontcijfert kon worden, is er geen manier om te weten of deze studies geldig zijn, tevens zou het ontcijferen van een buitenaards signaal erg moeilijk zijn.

Wanneer we luisteren naar interstellaire radiosignalen duikt er nog een ander probleem op. Voor een signaal op te vangen dat verzonden wordt vanaf een buitenaardse beschaving op 100 lichtjaren afstand, zouden een transmitter nodig hebben met de kracht van duizend maal de volledige krachtopwekkende capaciteit van de volledige Aarde. Een veel effectiever signaal is dat in plaats van het signaal alle richtingen uit te sturen, wat moeilijker te detecteren is, een smal signaal richten waarvan de effectieve radiatiekracht erg hoog is langsheen de straal, maar praktisch nihil is buiten de straal. Dit vergt natuurlijk ook minder electriciteit, het probleem hier is dat je eerder geluk moet hebben om het pad van de straal te snijden en het dan nog op te vangen en met de mogelijkheid dat hoe verder we van die beschaving begeven dat de kans op detectie kleiner en kleiner wordt en uiteindelijk nul bereikt. Deze straal is niet alleen moeilijk te detecteren omdat het erg smal is maar kan ook geblokkeerd worden door interstellaire stofwolken of andere zaken die op het pad liggen in de ruimte. Gelijkaardig hierbij is dat een smalle straal versplinterd kan worden en meerdere paden kan opgaan die het signaal gaan verstoren.

Onder de 1 gigahertz dreigen synchrotone straling uitgestraald van electronen die bewegen in het galactische magnetische velden de andere radiobronnen te verzwelgen. Boven de 10 gigahertz vormen water en zuurstofatomen ruis in onze atmosfeer en vormen deze dan een bron van storingen. Ook al als een buitenaardse beschaving verschillende atmosferen heeft blijft het moeilijk om een ontvanger te maken die een signaal kan opvangen boven de 100 gigahertz.

Het lagere gedeelte van de microgolven zijn zeer aantrekkelijk voor communicaties aangezien het in het algemeen eenvoudiger is deze te genereren en ontvangen op lage frequenties. De lagere frequenties zijn ook aantrekkelijk wegens het Doppler-shifting effect van een smalbandsignaal door de planetaire bewegingen. Doppler shifting is een verandering in frequenty van een signaal door de beweging van de bron van dat signaal. Als de bron nadert zal het signaal in frequentie verhogen, maar als het signaal van ons weg beweegt zal deze verlagen in frequentie. De rotatie van een planeet en haar baan rond een ster veroorzaakt een Doppler shift in de frequentie van elk ander signaal gegenereerd van die planeet en over de periode van één dag kan dit signaal ver buiten zijn normale bandbreedte in frequentie bereiken. Het probleem wordt erger bij hogere frequenties daarom zijn lagere frequenties het meest aangeraden.

Een frequentie die regelmatig afgespeurd wordt is de 1,42 gigahertz, dit is de grequentie die uitgestoten wordt door neutrale waterstof. Vele radioastronomen scannen deze frequentie af om een kaart te maken van de grote waterstofwolken in ons sterrenstelsel. Een signaal verzenden nabij deze frequentie zou de kansen van de ontdekking van het signaal bij toeval verhogen. Onder de SETI enthousiastelingen staat dit ook bekend als het watergat of "water hole".

Sander

Vancanneyt Sander

Oprichter & beheerder van Spacepage & Poollicht.beSterrenkunde en ruimteweer redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 1971

Het gebeurde toen

Vanop de Bajkonoer lanceerbasis in Kazachstan wordt het Saljoet 1 ruimtestation in de ruimte gebracht. Dit is 's werelds eerste ruimtestation en wordt in juni 1971 voor het eerst bewoond door de Sojoez 11 bemanning. Saljoet 1 heeft bij zijn lancering een gewicht van 18,2 ton, is 15,8 meter lang en bestaat uit vier compartimenten waarvan één dienst deed als woon- en werkruimte. Het belangrijkste doel van de Saljoet 1 was het testen van (toen) nog nooit eerder in de ruimte gebruikte systemen. Daarnaast zou het ruimtestation worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Het hoofdinstrument, een telescoop, kon echter niet gebruikt worden omdat de beschermkap na de lancering niet was losgekomen. Foto: Roscosmos

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

44%

Sociale netwerken