De National Aeronautics and Space Administration (NASA) is een onafhankelijk agentschap in de Verenigde Staten dat verantwoordelijk is voor het Amerikaanse civiele ruimtevaartprogramma. NASA werd in 1958 opgericht in de nasleep van de lancering van 's werelds eerste satelliet Spoetnik en al gauw werden dit agentschap uitgebreid met verschillende onderzoekscentra zoals het Jet Propulsion Laboratory (JPL) en het Army Ballistic Missile Agency. Naast bemande ruimtevaart is NASA ook actief op vlak van wetenschappelijke onderzoek, verkenning van ons zonnestelsel en sterrenkundig onderzoek. Tot op heden is NASA de grootste ruimtevaartorganisatie ter wereld met succesvolle bemande ruimteprojecten zoals het Apollo Maanprogramma, het Space Shuttle programma en het Skylab ruimtestation.
Het Amerikaanse Goddard Space Flight Center (GSFC) is één van de belangrijkste en grootste onderzoekscentra van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA en werd in 1959 opgericht als NASA's eerste ruimtevaartcentrum. Vandaag de dag werken er in dit instituut ongeveer 10 000 mensen. Het GSFC is gelegen op enkele kilometers van Washington D.C. in de staat Maryland. Dit reusachtig ruimtevaartcentrum is eveneens de grootste Amerikaanse verzamelplaats waar wetenschappers en ingenieurs zowel onze planeet, ons zonnestelsel alsook ons melkwegstelsel bestuderen.
“Houston, we have a problem” is ongetwijfeld de meest bekende zin die mensen zich herinneren uit de ruimtevaart. Het woord “Houston” verwijst naar het vluchtleidingscentrum dat zich bevindt op de terreinen van het Johnson Space Center in Houston, Texas, en is sinds halverwege de jaren '60 het zenuwcentrum van elke Amerikaanse bemande ruimtemissie. NASA besloot een nieuw vluchtleidingscentrum te bouwen voor de Gemini 4 bemande ruimtevlucht in 1965. Sindsdien werd elke beweging die een ruimtecapsule of ruimteveer ooit maakte, gecontroleerd door tientallen ingenieurs, mecaniciens en managers die allemaal werkten in “gebouw 30” van het Johnson Space Center.
Vanop de Cape Canaveral lanceerbasis wordt de Amerikaanse Wilkinson Microwave Anisotropy Probe (WMAP) satelliet in de ruimte gebracht. WMAP bereikte op 1 oktober 2001 zijn observatiepositie op Lagrangepunt 2 (L2) waarna het ruimtetuig begon met temperatuurfluctuaties van de kosmische achtergrondstraling in kaart te brengen. Dankzij WMAP kwamen de wetenschappers er verder achter dat de eerste sterren eerder waren ontstaan dan gedacht: 200 miljoen jaar na de oerknal. Foto: NASA
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.