Waarnemers van ruimteafval en terugkerende satellieten zijn momenteel druk in de weer om te kunnen voorspellen wanneer een oude Soviet-ruimtesonde zal terugkeren in de atmosfeer van de Aarde. Zo is men er steeds meer zeker van dat in 2019 de Cosmos 482 ruimtesonde, die in 1972 werd gelanceerd, zal terugkeren naar de Aarde. Delen van deze oude satelliet zullen de terugkeer in de atmosfeer van de Aarde overleven waardoor de kans bestaat dat deze ergens op het aardoppervlak gaan neerstorten. Wanneer het stuk ruimteafval precies zal terugkeren, is momenteel onmogelijk te voorspellen. Cosmos 482 woog bij zijn lancering meer dan één ton en had normaal een zachte landing moeten maken op het oppervlak van Venus.
Afgelopen week kwam op de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana Europa's nieuwste aardobservatiesatelliet Sentinel 2A aan. Deze 1,2 ton wegende satelliet moet op 12 juni 2015 met behulp van een Vega raket in de ruimte gebracht worden waarna de kunstmaan minstens zeven jaar lang het aardoppervlak in verschillende spectrale banden gedetailleerd in kaart moet brengen. Zo moet deze satelliet het steeds veranderende aardoppervlak zeer gedetailleerd in beeld brengen.
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft op zaterdag 31 januari 2015 vanop de Vandenberg lanceerbasis in Californië de Soil Moisture Active Passive (SMAP) aardobservatiesatelliet succesvol in de ruimte gebracht. Wetenschappers willen met deze satelliet de vochtigheid van de aardbodem in kaart brengen.
De eerste van ESA's nieuwste serie Sentinel aardobservatiesatellieten wordt momenteel klaargemaakt voor zijn lancering. Na meer dan zeven jaar van ontwerpen, testen en samenstellen moet de Sentinel-1A satelliet op 3 april 2014 in de ruimte gebracht worden met behulp van een Sojoez draagraket.
Binnen enkele dagen moet ’s werelds grootste netwerk van aardobservatiesatellieten in de ruimte gebracht worden. Dit netwerk zal bestaan uit 28 satellieten die niet groter zijn dan 30 centimeter en beelden van het aardoppervlak kunnen maken met een resolutie van 3 tot 5 meter.
De Verenigde Staten hebben op dinsdag 11 februari 2013 een nieuwe Landsat aardobservatiesatelliet succesvol in de ruimte gebracht. De Landsat Data Continuity Mission (LDCM) is de achtste satelliet uit het Amerikaanse Landsat programma. Deze nieuwe kunstmaan moet ervoor zorgen dat wetenschappers de volgende jaren de veranderingen op Aarde kunnen blijven observeren.
Een polaire baan is een omloopbaan waarbij een satelliet over, of bijna, over beide polen vliegt. In de meeste gevallen gebruikt men een polaire baan om de Aarde, maar kunstmanen of ruimtesondes kunnen ook in polaire banen om andere planeten of om de Zon gebracht worden. Doordat een polaire baan over de polen gaat, wil dit dus zeggen dat de inclinatie (glooiingshoek) ten opzichte van de evenaar 90° bedraagt. Een satelliet in een polaire baan zal bij elke omloop om de Aarde over een andere lengtegraad vliegen.
Een geostationaire satelliet is een kunstmaan die zich in een zogenaamde ‘geostationaire baan’ rond de Aarde bevindt. In een geostationaire baan lijkt een kunstmaan, of ander object, stil te staan ten opzichte van het aardoppervlak. De omlooptijd van een geostationaire satelliet bedraagt 23 uur en 56 minuten en in die tijd legt een geostationaire satelliet een afstand af van ongeveer 256 000 kilometer.
Het Amerikaanse Landsat programma begon officieel op 23 juli 1972 toen de Verenigde Staten met succes de Landsat 1 satelliet in een baan om de Aarde brachten. Deze satelliet heette, net als het programma, oorspronkelijk 'Earth Resources Technology Satellite' (ERTS) en werd in de ruimte gebracht vanop de Vandenberg lanceerbasis in Californië door een Delta 900 draagraket.
De STS-99 ruimtemissie ging op 11 februari 2000 van start en behoort tot één van NASA's meest succesvolle wetenschappelijke Space Shuttle-missies. Het hoofddoel van deze ruimtevlucht was het uitvoeren van het Shuttle Radar Topography Mission project. Deze ruimtemissie werd uitgevoerd met het ruimteveer Endeavour en aan boord van de ruimtependel bevonden zich vier Amerikaanse ruimtevaarders, één Japanse en één Duitse ruimtevaarder. Met deze Shuttle Radar Topography Mission (SRTM) wou De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA en het National Imagery and Mapping Agency (NIMA) in samenwerking met de Japanse en Europese ruimtevaartorganisaties een digitaal hoogtemodel maken van het hele aardoppervlak door middel van radartechnologie. De gegevens die afkomstig waren van deze missie zouden gebruikt worden voor tal van toepassingen waaronder het maken van betere kaarten of het plaatsen van telefoonmasten.
De Duitse astronoom Max Wolf ontdekt vanuit Heidelberg de 500ste planetoïde. Later krijgt deze planetoïde de naam 500 Selinur, een figuur uit een roman van de Duitse auteur Friedrich Theodor Vischer. Naast deze planetoïde ontdekte Max Wolf nog eens 247 planetoïden alsook enkele kometen en een rode dwerg die een van de dichtstbijzijnde sterren is van de Zon (Wolf 359). Foto: Archiv fur Kunst und Geschichte Berlin
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.