Foto's: NASA/ESA/JAXA

In dit uitgebreid artikel bespreken we wat de belangrijkste gebeurtenissen zijn op vlak van ruimtevaart die we in 2018 mogen verwachten. Zo zullen er in 2018 onbemande ruimtesondes gelanceerd worden richting de Maan, de planeten Mars en Mercurius en onze ster, de Zon. Daarnaast gaat Europa een kleine ruimtetelescoop lanceren die op zoek moet gaan naar zogeheten 'superaardes', moeten twee onbemande ruimtetuigen in de zomer van 2018 aankomen bij de planetoïden 162173 Ryugu en 101955 Bennu en gaat Boeing zijn nieuwe 'Starliner' bemande ruimtecapsule voor het eerst in de ruimte brengen.

India keert terug naar de Maan

Na het succes van de eerste Indiase missie naar de Maan, Chandrayaan-1, plant de Indiase ruimtevaartorganisatie ISRO in maart 2018 de lancering van de Chandrayaan-2. Deze tweede Indiase onbemande Maanverkenner zal in de ruimte gebracht worden met behulp van een Geosynchronous Satellite Launch Vehicle Mk. 2 (GSLV Mk.2) draagraket vanop het Satish Dhawan Space Center in Sriharikota. In tegenstelling tot de eerste Chandrayaan missie zal Chandrayaan-2 niet enkel bestaan uit een ruimtesonde maar ook uit een Maanlander met aan boord een kleine robotwagen. Terwijl de ruimtesonde/orbiter in een lage baan om de Maan zal cirkelen op een hoogte van ongeveer 100 kilometer boven het Maanoppervlak moet de één ton zware lander een zachte landing maken op de Maan waarna de kleine robotwagen kan starten aan zijn missie. Dit zal de eerste maal zijn in de geschiedenis van de ruimtevaart dat India een zachte landing zal uitvoeren op een ander hemellichaam. Het uiteindelijke doel van deze ambitieuze missie is om de 20 kilogram zware robotwagen te laten rondrijden om het Maanoppervlak zodat deze foto's en wetenschappelijke gegevens van het Maanoppervlak kan terugsturen naar de Aarde. De kleine rover werd uitgerust met zes wielen die apart worden aangedreven, een zonnepaneel om energie op te wekken en twee wetenschappelijke instrumenten: de Laser induced Breakdown Spectroscope (LIBS) en de Alpha Particle Induced X-ray Spectroscope (APIXS). Alle onderdelen samen zal Chandrayaan-2 een gewicht hebben bij zijn lancering van maar liefst 3 250 kilogram.

Meer info:

Website ISRO: https://www.isro.gov.in/

InSight: onderzoek naar de inwendige structuur van Mars

In mei 2018 zullen de Verenigde Staten een nieuw ruimtetuig lanceren dat een half jaar later moet aankomen bij de planeet Mars. Zo zal NASA met behulp van een Atlas 5 draagraket vanop de Vandenberg lanceerbasis in Californië de InSight Marslander lanceren die in november 2018 een zachte landing moet maken op het Marsoppervlak. Normaal had deze nieuwe Marsverkenner in 2016 al moeten gelanceerd worden maar de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft eind 2015 echter laten weten dat de geplande lancering InSight met twee jaar zou worden uitgesteld doordat een Frans wetenschappelijk instrument niet tijdig klaar is klaar geraakt. InSight staat voor 'Interior Exploration using Seismic Investigations, Geodesy and Heat Transport' en is een project waarmee wetenschappers meer willen leren over de inwendige structuur van de planeet Mars. Zo hoopt men door deze missie meer te leren over het ontstaan van de binnenste rotsachtige planeten in ons zonnestelsel, met inbegrip van de Aarde. De InSight lander gebruikt dezelfde methoden van de Phoenix Marslander die in 2007 het oppervlakte-ijs op de noordpool van Mars onderzocht. Het ontwerp van deze lander bleek zeer succesvol te zijn waardoor men koos voor een soortgelijk ontwerp voor de InSight missie. Dankzij zijn instrumenten zal de InSight lander diep onder het Marsoppervlak op zoek gaan naar vingerafdrukken van processen die de vorming van aardachtige planeten tot stand hebben gebracht. Daarnaast zal de lander ook seismologische metingen uitvoeren en zal de warmteoverdracht in het binnenste van de planeet worden onderzocht.

Foto: NASA

Meer info:

Website InSight: https://insight.jpl.nasa.gov/home.cfm

Ruimtesonde naar de Zon

De Parker Solar Probe, voorheen bekend als de Solar Probe Plus, moet de buitenkant van de corona van de Zon bereiken om er vervolgens doorheen te vliegen. Op deze manier willen NASA en haar wetenschappers zoveel mogelijk informatie verzamelen over wat er zich precies afspeelt in de buurt van de Zon. De naam van dit project is een eerbetoon aan astrofysicus Eugene Parker die 60 jaar geleden het bestaan van de zonnewind heeft voorspeld. Nadat de Parker Solar Probe in juli 2018 in de ruimte zal gebracht worden met behulp van een krachtige Delta V Heavy raket, zal de onbemande ruimtesonde zich in 2025 tot op een afstand van ongeveer 6,3 miljoen kilometer van het oppervlak van onze ster begeven. Dit is veel dichter bij de Zon dan de afstand van de dichtste planeet, Mercurius, tot onze ster. Ter vergelijking: de Aarde bevindt zich op een afstand van ongeveer 150 miljoen kilometer van de Zon. Dit zal de eerste maal zijn dat een door de mens gebouwd ruimtetuig zich zo dicht bij de Zon zal begeven. Om tot bij deze locatie te geraken, zal de Parker Solar Probe gebruik maken van de zwaartekracht van de planeet Venus om de Zon te bereiken. Het spreekt dan ook voor zich dat het op die locatie extreem warm is. Zo zal de ruimtesonde gebouwd worden om te kunnen functioneren in een omgeving van ongeveer 1.377 graden Celsius. Voor NASA en haar ingenieurs is de grootste uitdaging van deze missie er dan ook voor zorgen dat de Parker Solar Probe blijft functioneren wanneer deze zich doorheen corona (het buitenste deel van de zonneatmosfeer) begeeft. Zo zal het ruimtetuig uitgerust worden met een uit composietmateriaal vervaardigt hitteschild dat maar liefst 11,4 centimeter dik is. Eenmaal op het dichtste punt bij de Zon zal de ruimtesonde zich achter zijn hitteschild plooien zodat men toch nog de atmosfeer kan onderzoeken. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd met vier belangrijke instrumenten die onder meer opnamen van de corona en de zonnewind gaan maken alsook metingen moeten uitvoeren over elektronen, protonen en elektrische en magnetische velden en golven. De belangrijkste reden waarom NASA een ruimtesonde naar de Zon stuurt, is om meer te leren over de atmosfeer van onze ster. Gek genoeg is de atmosfeer van de Zon veel warmer dan het oppervlak zelf. Dit gaat tegen de beginselen van de fysica in waardoor er iets moet zijn in de atmosfeer van de Zon wat we vandaag de dag nog niet kennen of begrijpen. Wanneer wetenschappers meer leren over de atmosfeer van de Zon zal men ook meer te weten komen over het ruimteweer. Dit is de invloed van de Zon op haar omgeving en op het geomagnetisch veld van onze planeet. Fenomenen zoals magnetische stormen, het noorderlicht en zonnestormen worden veroorzaakt door de zonneatmosfeer en kunnen een grote invloed hebben op de Aarde en ons dagelijks leven aangezien dit voor stroom- en navigatiestoringen en het uitvallen van computersystemen kan zorgen.

Foto: NASA

Meer info:

Website Parker Solar Probe: http://parkersolarprobe.jhuapl.edu/
Volg de Parker Solar Probe op Twitter: @ParkerSunProbe

Japanse ruimtesonde komt aan bij planetoïde

In de zomer van 2018 moeten twee onbemande ruimtetuigen aankomen bij twee planetoïden. Zo moet de Japanse Hayabusa 2 ruimtesonde na een reis van meer dan 3,5 jaar aankomen bij de planetoïde 162173 Ryugu. Hayabusa 2 werd op 3 december 2014 in de ruimte gebracht en net als tijdens de eerste Hayabusa missie zal ook Hayabusa 2 ook een planetoïde bezoeken om er stofdeeltjes te verzamelen. Het reisdoel dat Japanse wetenschappers ditmaal hebben gekozen, is de planetoïde 162173 Ryugu. Deze rotsblok, is met zijn omvang van 900 meter groter dan de planetoïde 25143 Itokawa en behoort tot de zogeheten Apollo-planetoïden. Dit hemellichaam draait éénmaal om de 7,6 uur om zijn as en werd op 10 mei 1999 ontdekt door het Lincoln Near-Earth Asteroid Research (LINEAR) project. Apollo-planetoïden zijn voor wetenschappers interessante hemellichamen aangezien deze de baan van de Aarde kruisen en soms zeer dicht bij onze planeet komen. Hierdoor worden deze ook wel ‘aardscheerders’ genoemd. Wetenschappers vermoeden dat het object, dat op 15 februari 2013 neerstortte nabij de Russische stad Chelyabinsk, een planetoïde was van dit type. Eenmaal Hayabusa 2 in juli 2018 zal aankomen bij de planetoïde 162173 Ryugu, zal deze het hemellichaam gedurende een half jaar lang onderzoeken. Gedurende het verblijf van de ruimtesonde in een baan om de aardscheerder zal Hayabusa 2 het hemellichaam uitvoerig in beeld en in kaart brengen en zullen er verschillende kleine tuigjes proberen op te landen. Eén van de meest opvallende instrumenten aan boord van Hayabusa 2 is de ‘Small Carry-on Impactor’ (SCI). Dit instrument werd uitgerust met 4,5 kilogram springstof dat bij zijn explosie een impactor (kogel) van 2,5 kilogram creëert. De impactor die ontstaat uit de explosie is vervaardigd uit koper en werd ontwikkeld om een krater te creëren op het oppervlak van de planetoïde. Wanneer Hayabusa 2 op een afstand van ongeveer 500 meter boven het oppervlak van de planetoïde zal vliegen, zal de Small Carry-on Impactor worden losgekoppeld waarna deze boven het oppervlak van de planetoïde zal exploderen. Deze explosie zal een kleine kogel creëren die met een snelheid van twee kilometer per seconde zal inslaan op het oppervlak van het hemellichaam. Op het moment van de explosie en de impact zal Hayabusa 2 zich uit veiligheid aan de andere zijde van de planetoïde bevinden. Als gevolg van de inslag, zal er op het oppervlak van de planetoïde een krater gevormd worden met een diameter van ongeveer één meter en zal er onderliggend materiaal op het oppervlak van de planetoïde bloot komen te liggen. Hayabusa 2 moet uiteindelijk afdalen tot op het oppervlak van deze nieuwe krater om er stofdeeltjes op te vangen met behulp van de ‘Sampler Horn’ die deze stofdeeltjes zal opzuigen. De opgevangen stofdeeltjes zullen meteen worden opgeslagen in de ‘Reentry Capsule’ die op het einde van deze ruimtemissie moet terugkeren naar de Aarde. Eind 2019 moet Hayabusa 2 uiteindelijk de planetoïde verlaten waarna het ruimtetuig zal beginnen aan zijn terugreis naar de Aarde. Indien alles probleemloos verloopt, moeten de opgevangen stofdeeltjes eind 2020 terugkeren naar de Aarde met behulp van een kleine terugkeercapsule die moet landen in Australië.

Foto: JAXA

Meer info:

Website Hayabusa 2: http://global.jaxa.jp/projects/sat/hayabusa2/
Volg Hayabusa 2 op Twitter: @haya2e_jaxa

Europa en Japan gaan Mercurius verkennen

Europa en Japan plannen eind 2018 de lancering van een ruimtesonde die de binnenste planeet uit ons zonnestelsel moet bestuderen. Deze ambitieuze missie, genaamd 'BepiColombo' zal begin oktober 2018 in de ruimte gebracht worden met behulp van een Europese Ariane 5 draagraket vanop de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana. De complete BepiColombi configuratie zal bij zijn lancering een gewicht hebben van 4,1 ton. Terwijl de Europese ruimtesonde, genaamd 'Mercury Planetary Orbiter' het oppervlak van Mercurius moet onderzoeken, zal de Japanse ruimtesonde, de 'Mercury Magnetospheric Orbiter', het magnetisch veld en de atmosfeer van deze kleine planeet onderzoeken. Op weg naar Mercurius zullen beide ruimtetuigen aan elkaar verbonden zijn met behulp van de Mercury Transfer Module waarin zich ook het propulsiegedeelte bevindt. Ook de Mercury Transfer Module zal gebouwd worden door ESA. Op zijn reis naar Mercurius zal BepiColombo twee scheervluchten maken langs de planeet Venus en zes scheervluchten langs de planeet Mercurius. Net voor BepiColombo uiteindelijk in december 2025 in een vaste baan om Mercurius zal worden gebracht, zal de Mercury Transfer Module de twee ruimtetuigen loskoppelen zodat deze kunnen starten aan hun wetenschappelijk onderzoek. Terwijl de Europese Mercury Planetary Orbiter uitgerust wordt met elf wetenschappelijke instrumenten zal de Japanse Mercury Magnetospheric Orbiter voorzien zijn van vijf wetenschappelijke instrumenten. Indien alles probleemloos verloopt, moeten de twee ruimtetuigen vanaf dan Mercurius minstens één jaar onderzoeken. De twee ruimtetuigen hebben genoeg brandstof aan boord om langer in een baan om Mercurius te verblijven. Voor zowel Japan alsook Europa is BepiColombo de eerste missie naar de planeet die zich het dichtst bij de Zon bevindt. Gedurende het verblijf van de twee ruimtetuigen rondom Mercurius zal de planeet viermaal rond de Zon vliegen zodat wetenschappers de interactie van onze ster op deze planeet van nabij kunnen onderzoeken. Daarnaast hopen wetenschappers met de BepiColombo missie meer te leren over het bekraterde oppervlak, het magnetisch veld, de atmosfeer en de oorsprong van de kleine planeet. Deze ruimtemissie, die werd genoemd naar de Italiaanse wetenschapper Giuseppe (Bepi) Colombo, heeft een prijskaartje van bijna twee miljard dollar.

Meer info:

Website ESA: http://sci.esa.int/bepicolombo/
Volg BepiColombo op Twitter: @BepiColombo

Europese planetenjager gaat de ruimte in

Het Europese ruimtevaartagentschap ESA gaat eind 2018 een kleine ruimtetelescoop in de ruimte wil brengen die specifiek gaat jagen op zogenaamde 'superaardes'. Superaardes zijn rotsachtige planeten met een vast oppervlak die zich in banen rondom andere sterren bevinden met een massa groter dan de Aarde maar kleiner dan die van Uranus of Neptunus. Deze Europese prestigieuze missie, die een prijskaartje heeft van 50 miljoen euro, kreeg de naam 'CHaracterising ExOPlanets Satellite' (CHEOPS) en het project werd in oktober 2012 gekozen uit 26 voorstellen. Bij de zoektocht naar superaardes zal de CHEOPS ruimtetelescoop gebruik maken van de dezelfde methode waarmee ook NASA's Kepler ruimtetelescoop exoplaneten opspoort. Zo zal men dipjes in de helderheid meten van sterren die optreden wanneer een planeet, gezien vanaf de Aarde, voor zijn moederster langs beweegt. In tegenstelling tot de Kepler ruimtetelescoop zal CHEOPS geen grote aantallen sterren observeren maar heldere sterren waarvan men nu al weet dat ze één of meerdere exoplaneten bezitten. Astronomen vermoeden dat deze sterren ook kleinere exoplaneten bezitten die gelijkenissen zouden kunnen vertonen met de Aarde. Sinds 1992 hebben sterrenkundigen al meer dan 800 planeten ontdekt rondom andere sterren. CHEOPS zal in de ruimte gebracht worden met behulp van een Russische Sojoez draagraket vanop de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana en zal minstens 3,5 jaar lang observaties uitvoeren vanuit een zon-synchrone baan op een hoogte van 800 kilometer. De hoofdspiegel van de Ritchey-Chretien telescoop waarmee CHEOPS zijn waarnemingen zal uitvoeren, zal een diameter hebben van dertig centimeter en de volledige telescoop zal een lengte hebben van 1,5 meter. Alles samen zal deze ruimtetelescoop een gewicht hebben van ongeveer 300 kilogram. CHEOPS is een samenwerking tussen ESA en Zwitserland en het project staat onder leiding van het Center for Space and Habitability van de Universiteit van Bern. Daarnaast werken ook tal van ESA-lidstaten en Europese wetenschappelijke instellingen zoals het Belgische Centre Spatial de Liège, de Université de Liège en het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) mee aan dit project.


Foto: ESA

Meer info:

Website CHEOPS: http://cheops.unibe.ch/

China stuurt tweede robotwagen naar de Maan

Net als in 2013 stuurt China in 2018 terug een ruimtesonde, een lander en een robotwagen naar de Maan. De Chang'e 4 missie maakt deel uit van het Chinese Lunar Exploration Program en zal bestaan uit een ruimtesonde die zich in een baan om de Maan zal begeven en een lander met aan boord een robotwagen die een zachte landing moet maken op de achterkant van de Maan. Omdat de achterkant van de Maan nooit naar de Aarde is gericht, zal China in juni 2018 een communicatiesatelliet in de ruimte naar het Lagrangepunt L2 brengen die zal instaan voor de communicatie tussen de Aarde en de Maanlander en robotwagen. Indien de Chang'e 4 lander een zachte landing kan uitvoeren in het Zuidpool-Aitken-bekken wordt China het eerste land ter wereld dat een lander en robotwagen neerzet op de achterkant van de Maan. Voor Nederland is de Chang'e 4 missie van groot belang aangezien de Netherlands-China Low-Frequency Explorer (NCLE) zal meereizen naar de achterkant van de Maan. De Netherlands-China Low-Frequency Explorer (NCLE) werd ontwikkeld door het Nederlands sterrenkundig instituut ASTRON in Dwingeloo om radiostraling met lage frequenties te kunnen meten van de eerste sterren en sterrenstelsels die na de oerknal zijn ontstaan. Deze metingen zullen uitgevoerd worden vanaf het Lagrangepunt L2. Oude radiogolven afkomstig uit de ruimte zijn vanop Aarde niet meetbaar als gevolg van onze atmosfeer en de vele storende communicatiemiddelen waardoor een locatie, zoals de achterkant van de Maan, zeer goed geschikt is. Door dit soort radiogolven te meten vanaf de achterkant van de Maan hopen astronomen een een stukje van het heelal te kunnen ijken die je met andere instrumenten niet kan zien.

Boeing lanceert nieuwe bemande ruimtecapsule

Het jaar 2018 kan een belangrijk jaar worden voor de bemande ruimtevaart. Zo plant het Amerikaanse lucht- en ruimtevaartbedrijf Boeing in de zomer van 2018 een heel belangrijke test met zijn CST-100 Starliner ruimtecapsule. Deze herbruikbare ruimtecapsule werd ontwikkeld onder NASA's Commercial Crew-Contract en biedt plaats aan vier tot zeven ruimtevaarders die met dit ruimtevaartuig naar het internationale ruimtestation ISS kunnen gebracht worden. Vandaag de dag worden ruimtevaarders naar en van het ISS gebracht met behulp van Russische Sojoez ruimtetuigen waardoor de vraag aan nieuwe bemande ruimtevaartuigen zeer groot is. Om hieraan een antwoord te kunnen bieden, sloot NASA met de bedrijven Boeing en SpaceX een contract voor de ontwikkeling van twee nieuwe bemande ruimtevaartuigen die in de toekomst Amerikaanse ruimtevaarders naar het ISS kunnen brengen. De CST-100 Starliner van Boeing heeft dezelfde conische vorm als de Apollo Command Module uit het Apollo Maanprogramma en werd ontworpen om op land te kunnen landen. Het grote voordeel aan dit ruimtevaartuig is dat deze door meerdere soorten raketten kan gelanceerd worden (Atlas V, Delta IV of Falcon 9). In eerste instantie zal deze ruimtecapsule in de ruimte worden gebracht door een Atlas V raket. Wanneer er bij de lancering iets mis zou gaan, wordt de CST-100 Starliner capsule van de raket weggetrokken door een zogeheten ‘launch escape system’ zodat de ruimtevaarders in veiligheid kunnen worden gebracht. Eenmaal in de ruimte kan de CST-100 Starliner tot zestig uur autonoom vliegen of 210 dagen in een lage baan om de Aarde blijven wanneer deze vastgehecht is aan het internationale ruimtestation ISS. In eerste instantie zal de CST-100 Starliner uitgerust worden met het NASA Docking System zodat het ruimtevaartuig zich kan vasthechten aan het Amerikaanse segment van het ISS. Na een Pad Abort Test zal Boeing in 2018 de CST-100 Starliner voor het eerst ook lanceren richting het ISS. Tijdens deze zogeheten 'Boe-OFT' missie zal een onbemande CST-100 Starliner capsule met behulp van een Atlas V raket in de ruimte gebracht worden waarna deze zich voor het eerst moet begeven en vasthechten aan het internationale ruimtestation ISS. Indien deze test succesvol verloopt, plant Boeing eind 2018 of begin 2019 een eerste bemande ruimtevlucht met de CST-100 Starliner.

Foto: Boeing

Meer info:

Website Boeing CST-100 Starliner: http://www.boeing.com/space/starliner/

Falcon Heavy: een nieuwe commerciële krachtpatser

SpaceX, het succesvolle Amerikaanse private ruimtevaartbedrijf dat werd opgericht door Elon Musk, wil in 2018 voor het eerst een krachtige Falcon Heavy draagraket lanceren. Deze nieuwe raket, die een lengte heft van 68 meter, werd ontworpen om vrachten tot 54 ton tot in een lage baan om de Aarde (LEO) en 22 ton tot in een geostationaire overdrachtbaan (GTO) te brengen. Daarnaast moet deze raket ook vrachten van meer dan 13 ton op weg kunnen brengen naar de planeet Mars. De Falcon Heavy zal bestaan uit een klassieke Falcon 9 raket met daaraan nog eens twee Falcon 9 raketten aan vastgemaakt die dienen als boosterraketten. Bovenop de centrale Falcon 9 zal zich een tweede rakettrap bevinden die de vracht tot in de gewenste baan om de Aarde of verder moet brengen. Hierdoor moet de Falcon Heavy één van de krachtigste draagraketten worden. Door gebruik te maken van bestaande technologie en rakettrappen die herbruikbaar zijn, kan SpaceX deze krachtige draagraket verkopen tegen een prijs van ongeveer 90 miljoen dollar (naar gelang de missie). Na de lancering moeten de drie onderste rakettrappen op eigen kracht terugkeren naar de Aarde om een zachte landing te maken zodat deze opnieuw kunnen gebruikt worden. SpaceX wil in de nabije toekomst met deze raket dan tal van zware commerciële en gouvernementele satellieten in de ruimte wil brengen waardoor het ongetwijfeld een geduchte concurrent zal worden voor lanceerbedrijven als Arianespace (Ariane 5) en International Launch Services (Proton). Het bedrijf plant begin 2018 een eerste demonstratievlucht van deze nieuwe draagraket. Indien deze eerste lancering probleemloos verloopt, plant Spacex in 2018 een tweede lancering van de Falcon Heavy die de Arabsat 6A satelliet in de ruimte moet brengen. Na deze eerste twee lanceringen staat in 2018 ook een eerste testvlucht gepland in opdracht van de Amerikaanse luchtmacht (USAF). Om de krachtige Falcon Heavy draagraket te kunnen lanceren, werd op het Kennedy Space Center het legendarische Launch Pad 39A lanceercomplex verbouwd en gemoderniseerd.

Foto: SpaceX

Meer info:

Website Falcon Heavy: http://www.spacex.com/falcon-heavy

China lanceert eerste module voor nieuw ruimtestation

Na de geslaagde missies van de eerste Chinese Tiangong ruimtelabo's in 2011 en 2016 gaat de Aziatische grootmacht in 2018 een stap verder in de uitbreiding van zijn bemand ruimtevaartprogramma. Zo plant China in 2018 de lancering van de basismodule van het toekomstige modulaire ruimtestation dat permanent zal bemand worden. Deze basismodule, in China gekend onder de naam 'Tianhe-1', zal een gewicht hebben van ongeveer 22 ton en moet in de ruimte gebracht worden met behulp van de nieuwe Chinese krachtige draagraket CZ-5 vanop het Wenchang Satellite Launch Center. Voor de bouw van een modulair ruimtestation is de lancering van de Tianhe-1 basismodule van essentieel belang aangezien aan dit onderdeel in de toekomst andere module zullen worden vastgehecht en ondertussen ruimtevaarders aan boord van de Tianhe-1 kunnen leven en werken. De leefruimte aan boord van de Tianhe-1 zal over een keuken, een toilet, computers, wetenschappelijke apparatuur en slaapruimten beschikken. De energie die nodig is om deze module te laten functioneren in een baan om de Aarde, zal worden opgewekt met behulp van twee zonnepanelen die zich automatisch richten naar de Zon. Nadat de Tianhe-1 basismodule in de ruimte zal gebracht worden, zal deze bezocht worden door een bemand Shenzhou ruimtetuig met aan boord twee of drie Chinese ruimtevaarders. De volgende jaren moeten nog eens twee grote modules bevestigd worden aan de Tianhe-1 basismodule die vooral zullen gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast zal China ook op regelmatige tijdstippen onbemande vrachtmodules lanceren die moeten koppelen aan dit nieuwe ruimtestation zodat dit permanent kan bemand worden. Alles samen zal dit Chinese modulaire ruimtestation een gewicht hebben van ongeveer 70 ton. Het ontwerp van de Tianhe-1 en de bouw van het nieuwe Chinese ruimtestation vertoont veel gelijkenissen met het ontwerp en de bouw van het Russische ruimtestation Mir. Tegen 2022 wil China het nieuwe ruimtestation volledig klaar hebben zodat dit permanent kan worden bemand. 

Foto: Adrian Mann

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.