Eén van de meest uitdagende aspecten in de sterrenkunde is het zoeken naar objecten die niet zichtbaar zijn met het blote oog. Een telescoop heeft een erg klein beeldveld en de hemel is zo groot dat het vaak moeilijk is om de exacte locatie van een object te vinden. In deze Deep-sky tip gaan we leren hoe we onze weg vinden aan de prachtige sterrenhemel en de objecten kunnen vinden die we willen zien.

Leer de sterrenbeelden herkennen

Het eerste waarmee een beginnend amateur-astronoom best begint, is de sterrenbeelden te leren kennen aan de nachtelijke hemel. Een goede manier om dit te doen, is een kleine veldgids of sterrenkaart van de maand te bekijken waarop de sterrenbeelden getekend staan. Daarna kan je buiten op verkenning gaan en proberen aan de hand van de sterrenkaart de sterrenbeelden te lokaliseren aan de sterrenhemel. Door dit gedurende de verschillende seizoenen te doen, leer je de diverse seizoensterrenbeelden herkennen. Hierop volgend kan je de beweging van planeten aan de hemel volgen zodat je heldere planeten zoals Jupiter, Saturnus, Venus en Mercurius kunt herkennen met het blote oog aan de hemel. Eens we de sterrenhemel beginnen te kennen, kunnen we starten met het waarnemen. Elke beginner begint met een relatief kleine telescoop waarmee hij/zij de eerste stappen in de wereld van het waarnemen en de praktische sterrenkunde zet.

Sterrenkaarten zijn onmisbaar

Ik herinner mij nog goed toen mijn eerste telescoop arriveerde en ik vol enthousiasme deze in elkaar zette om dan te wachten op de eerste heldere nacht. Ik had dan al gehoord over de Orionnevel en de Plejaden en was zo enthousiast om deze dan ook met mijn eigen ogen te zien. Echter toen ik dan buiten stond en trachtte het object te zoeken, liep het goed mis. Ik zocht en zocht en ik kon uiteindelijk niks vinden. Op zo'n moment geraakt een mens teleurgesteld en begin je al gauw te denken dat het aan de telescoop ligt. Tijd dus om mij meer te verdiepen in boeken en info over telescopen te raadplegen. Zo ontdekte ik het starhoppen. Dit is een zeer belangrijk gegeven in het waarnemen, maar ook dat leek niet goed te lukken. Het enige wat wel slaagde, waren planeetwaarnemingen en waarnemingen van de Maan, kortom elk object dat met het blote oog kon gezien worden. Nadien installeerde ik enkele planetariumprogramma's op mijn computer waardoor ik uiteindelijk de missende link vond: sterrenkaarten, een onmisbaar gegegeven als je gaat waarnemen als beginner. Later kwam daar een grote atlas bij om nog beter deep-sky objecten te kunnen terugvinden. Door meer en meer gebruik te maken van sterrenkaarten en atlassen leerde ik de locatie van deep-sky objecten aan de hemel te herkennen waardoor ik er uiteindelijk toch in slaagde ze te waarnemen doorheen mijn telescoop.

Van het ene object naar het andere

Op een koude heldere winternacht ging ik op zoek naar de grote Orionnevel (M42). De eerste nevel die ik ooit zou zien en tot mijn grote verbazing vond ik het object wonderwel goed. De reden hiervoor was het combineren van de voorgaande zaken: sterrenkaart, positie van objecten op de kaart, kennis van de sterrenbeelden. Zo zag je dus ook op de sterrenkaart dat net ten noorden van M42 de open sterrenhoop NGC 1981 ligt welke goed te zien is zodat door middel van starhoppen (van ster naar ster gaan tot je aan het object bent) het object in het beeldveld verscheen. Na verloop van tijd en oefening vindt je stelselmatig meer en meer deep-sky objecten waardoor je het waarnemen eerder zal beginnen ervaren als een gezonde verslaving. Wanneer je dan ook nog eens beschikt over een grotere telescoop zal zich een compleet nieuwe wereld openen doordat je dan ook nog eens minder heldere objecten kan gaan waarnemen.

Conclusie

Het moraal van dit verhaal is dat oefening en ervaring de sleutel zijn tot het vinden van deep-sky objecten. Doe zeker eerst kennis op in boeken of websites, dit vertegenwoordigt zo'n 20%. De overige 80% is oefening in de praktijk. Als je bepaalde objecten niet vindt, geef het dan zeker niet op. Hoe meer je gaat waarnemen, hoe meer objecten je zal weten te vinden. Lees zeker ook de andere tips en artikelen op Spacepage waardoor je uw kennis nog meer zal bijschaven over dit onderwerp. Je vindt hier ook een reeks sterrenkaarten die je al meteen op weg kunnen helpen. Verder adviseren wij u ook om te starten met een zoeker zonder vergroting. Op deze manier zal je beter objecten kunnen zoeken dan met een zoeker die wel een vergroting heeft. Bij het bekijken van de sterrenkaarten 's nachts gebruik je best een rode zaklamp voor de bescherming van de ogen. Op die manier moeten uw ogen zich niet steeds terug aan de donkere nacht aanpassen. Gebruik ook een oculair van minstens 1° beeldveld of meer.

Sander

Vancanneyt Sander

Oprichter & beheerder van Spacepage & Poollicht.beSterrenkunde en ruimteweer redacteur.