XMM-Newton
Foto: ESA

Iedereen met interesse in sterrenkunde in hoogenergetische straling zou XMM-Newton moeten kennen, de Europese ruimtetelescoop die waarnemingen verricht in röntgenstraling. Voluit staat het voor X-ray Multi-mirror Mission en dat zegt iets over de gebruikte technologie. Elk van de drie telescopen van 58 cm diameter met scherende invaloptiek bestaat uit 58 spiegelsegmenten.

De telescopen zijn de grootste van dat type die ooit in de ruimte werden gebracht, ze hebben een brandpuntsafstand van 7,5 m. Alle spiegels samen hebben een oppervlakte van meer dan 120 vierkante meter. Hij werd op 10 december 1999 gelanceerd, het was de eerste commerciële vlucht van de Ariane 5. De waarnemingen begonnen in juni 2000. Omdat hij niet kan waarnemen in de stralingsgordels van de Aarde bevindt dit observatorium zich steeds minstens 20 000 kilometer van de Aarde. Op het hoogste punt van zijn elliptische baan, op ongeveer 100 000 kilometer, is hij ideaal geplaatst om gedurende lange tijd hetzelfde object te kunnen bestuderen. XMM is een missie in het kader van Horizon 2000 programma, waar hij in 1985 al intrede maakte op de tekentafel. Toen al stond de wens naar spectroscopie in hoge resolutie van zwakke röntgenbronnen hoog op het verlanglijstje van sterrenkundigen. Hij kan beschouwd worden als de opvolger van de European X-ray Observatory Satellite (Exosat, 1983 – 1986) en levert hoge kwaliteitsspectra. De zes instrumenten zijn de drie Britse European Photon Imaging Camera’s en een Optical Monitor en de twee Nederlandse Reflection Grating Spectrometers. Een grote sterkte van XMM is dat alle instrumenten tegelijk waarnemen. Hij moest tien jaar functioneren, maar is nu al verlengd tot 31/12/2012. Het is met zijn lengte van meer dan 10 m en een massa van 3,9 ton de grootste Europese wetenschappelijke satelliet tot nu toe. Zesenveertig bedrijven uit 14 Europese landen en één uit de VS hebben bijgedragen tot de bouw. Op de romp zitten twee miniatuurcamera’s van OIP (Antwerpen), dochterbedrijf van Delft Sensor Systems. XMM heeft een grotere opening en een kleiner brandpuntsafstand dan de Chandra X-ray Observatory (VS, 1999 - ) en kan dus zwakkere objecten fotograferen, maar met een kleinere resolutie.

XMM-NewtonIngenieurs testen de XMM-Newton ruimtetelescoop een laatste maal
alvorens deze gelanceerd wordt - Foto: ESA

Resultaten

  • Op basis van waarnemingen van XMM werd een supernova verantwoordelijk geacht voor de gammaflitser GRB 011211.
  • In januari 2006 werd het duizendste wetenschappelijke artikel op basis van gegevens van XMM gepubliceerd.
  • De XMM-Newton Slew Survey had in juni 2008, door gewoon te registreren bij het bewegen van het ene naar het andere object, al 30% van de hemel gezien en 7 700 röntgenbronnen gevonden. XMM doet per jaar ongeveer 600 gerichte waarnemingen, maar in het beeldveld komen gemiddeld nog zeventig andere bronnen voor.
  • Op 24 december 2009 verscheen in Nature een overzicht van tien jaar waarnemingen met de CXO en XMM. Samen hebben ze voor een revolutie in de röntgensterrenkunde gezorgd.
  • De hele XMM-catalogus bevatte in april 2010 353.191 detecties van 262.902 unieke röntgenbronnen en is daarmee met voorsprong de grootste catalogus van röntgenbronnen ooit. Alle waarnemingen samen beslaan aan de hemel ongeveer 800 vierkante graden. De eerste röntgensatelliet, Uhuru (VS, 1970 - 1973), ontdekte 339 bronnen en Rosat (Duitsland, 1990 – 1998) meer dan 150 000.

M81In april 2001 maakte XMM-Newton deze opname van het sterrenstelsel M81 - Foto: ESA

Voorbeelden van toevallige ontdekkingen zijn deze van 2XMM J011028.1-460421, of HLX-1, een middelzwaar zwart gat van 500 zonsmassa’s in 2009 en deze van de meest massieve cluster van sterrenstelsels in het verre heelal in 2008: 2XMM J083026+524133. De massa is ongeveer 5 x 10**14 zonsmassa’s. Gericht onderzoek leerde onder meer dat de Marsatmosfeer ook röntgenstraling uitzendt. In tien jaar bekeek XMM eenmaal Mars, tweemaal Jupiter en driemaal Saturnus. Het onderzoek van de dubbelpulsar PSR J0737-3039 leverde nieuwe inzichten op over de complexe interactie tussen de twee neutronensterren die modellen op de proef stellen. Er gebeurde ook onderzoek aan zwarte gaten, stervormingsgebieden, hete plasmawolken, botsende sterrenstelsels, clusters van sterrenstelsels en donkere materie.

Aan opvolging van XMM wordt ook al gedacht: misschien de International X-ray Observatory (IXO, na 2021) of de X-ray Evolving Universe Spectroscopy (na 2017).

Dirk Devlies

Dirk Devlies

Sterrenkunde redacteurSpecialist van sterrenkundige softwareLid Astro Event Group vzwLid Vereniging Voor Sterrenkunde (VVS)