De Joint Airlock luchtsluis wordt bevestigd aan het internationale ruimtestation ISS.
Foto: NASA

De Joint Airlock, ook wel 'Quest' genoemd wordt, werd speciaal ontworpen om bemanningsleden aan boord van het internationale ruimtestation ISS de kans te geven zich buiten het ruimtestation te begeven tijdens ruimtewandelingen. Voor deze kleine module werd vastgemaakt aan het ISS konden ruimtevaarders enkel maar een ruimtewandeling uitvoeren vanuit de Russische Zvezda module of vanuit een Amerikaans ruimteveer. Dankzij de Joint Airlock kunnen nu zowel Amerikaanse alsook Russische ruimtevaarders zich buiten het ruimtestation begeven door middel van één speciale luchtsluis. 

Dankzij het Joint Airlock onderdeel beschikt het internationale ruimtestation ISS dus over een speciaal ontworpen luchtsluis. Voor de komst van Joint Airlock konden Amerikaanse ruimtevaarders met hun Extravehicular Mobility Units (EMU) zich enkel naar buiten begeven vanuit een Amerikaans ruimteveer. De Russische kosmonauten konden dan weer ruimtewandelingen uitvoeren met hun Orlan ruimtepakken enkel vanuit de Russische Zvezda module. Hierdoor was de nood aan een universele luchtsluis dan ook groot. Net als de Amerikaanse Destiny en Unity modules werd ook de Joint Airlock in opdracht van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA gebouwd door het Amerikaanse lucht- en ruimtevaartbedrijf Boeing. Dit onderdeel werd na zijn assemblage uitvoerig getest in de faciliteiten van het NASA’s Marshall Space Flight Center in Alabama waarna het gevaarte werd over gebracht naar het Kennedy Space Center in Florida.

De Quest module, dat een prijskaartje had van 164 miljoen dollar, werd zoals veel andere ISS segmenten ook vervaardigt uit een aluminium constructie en bestaat uit twee compartimenten die aan elkaar vastgemaakt werden. Het grootste compartiment wordt de 'Equipment lock' genoemd en doet dienst als opbergruimte voor Russische en Amerikaanse ruimtepakken. Het tweede en kleinste compartiment van de Joint Airlock is de 'Crew lock' en is de luchtsluis waardoor de ruimtevaarders zich naar buiten begeven. De Quest luchtsluis beschikt ook over vier gastanks (High Pressure Gas Tanks) waarvan twee gevuld zijn met zuurstof en twee met stikstof. Deze kunnen gebruikt worden om de Amerikaanse modules van het ISS te voorzien van zuurstof maar hebben vooral de functie de luchtsluis opnieuw te vullen met zuurstof nadat deze geopend werd en om de ruimtepakken opnieuw te voorzien van zuurstof. In het verleden werden deze tanks steeds opnieuw gevuld door Amerikaanse ruimteveren maar na het stopzetten van het Space Shuttle programma werd deze taak overgenomen door nieuwe ruimtetuigen zoals de Dragon en Antares bevoorradingstuigen. De Joint Airlock, die een lengte heeft van 5,5 meter en bij zijn lancering een gewicht had van meer dan zes ton, werd in juli 2001 in de ruimte gebracht met behulp van een Space Shuttle tijdens de STS-104 ruimtemissie. Dit onderdeel werd uiteindelijk op 15 juli 2001 vastgehecht aan de stuurboordzijde van de Unity koppelingsmodule door middel van de robotarm van het ruimteveer Atlantis. Deze tilde het gevaarte uit het vrachtruim van het ruimteveer waarna de Joint Airlock vastgemaakt werd aan de Unity module. De eerste ruimtewandeling vanuit de Joint Airlock werd op 20 februari 2002 uitgevoerd. 

Technische gegevens Joint Airlock module

Technische naam: Quest Joint Airlock
Lengte: 5,5 m
Maximale diameter: 4 m
Gewicht: 6,5 ton
Volume: 34 m³
Aantal zonnepanelen: 0
Aantal koppelingspoorten: 0
Lanceerdatum: 12 juli 2001
Lanceerbasis: Kennedy Space Center (USA)
Draagraket: Space Shuttle Atlantis
Fabrikant: Boeing

Joint Airlock
Een Amerikaanse astronaut begeeft zich tijdens een ruimtewandeling naar buiten via de Joint Airlock - Foto: NASA.

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.