F16 van de Belgische luchtmacht
Foto: Lukasz Golowanow

Maandenlang werd België in 1990 opgeschud door meldingen van eigenaardige voorwerpen die bij nacht het luchtruim doorkliefden. Het Belgische leger talmde eerst nog maar besloot uiteindelijk, onder druk van de vele meldingen, in actie te schieten. De burger mocht bij deze waarnemingen dan wel dromen van groene Marsmannetjes, toch vreesde de Belgische luchtmacht veeleer voor buitenlandse spionage.

Tijdens de nacht van 30 op 31 maart 1990 noteerden de radars van twee F16-jachttoestellen een eigenaardige stip. Na maandenlange studie had de luchtmacht haar bevindingen in een rapport bekendgemaakt. Het object vloog maar het kon in geen geval een vliegtuig zijn. Er is geen logische verklaring voor. Kortom een ufo!

-
De F16-radar noteerde boven Tubize, in de nacht van 30 op 31 maart 1990,
een stip die zich tegen een zeer hoge snelheid in hoogte en richting verplaatste.
Conclusie: Een Unidentified Flying Object (ufo)

De luchtmacht wist niet wat ze zag

Waren het buitenaardse wezens die de voorbije maanden door ons luchtruim raasden of waren het reflecties van meerdere aardse objecten die zeg maar half België tijdens de nacht van 30 op 31 maart 1990 hebben wakker gehouden? Het grote vraagteken blijft bestaan, ook na het rapport van de Belgische luchtmacht. Landsverdediging geeft toe dat haar vliegtuig- en grondradar wel degelijk 'iets abnormaal' hebben waargenomen tijdens de maartse nacht en ze voegt eraan toe dat ze het verschijnsel niet kan verklaren. Maar de luchtmacht wil uitdrukkelijk niet spreken van 'ufo’s' omdat de piloten niets hebben gezien met het blote oog.

Eind november 1989 wordt België wakker geschud: boven Luik en omstreken circuleren vreemde lichtgevende voorwerpen die omschreven worden als duistere driehoekige massa’s met onderaan wit-gele lichten en verder roodachtige ronde en pulserende lichtzones. Ongeveer 1 500 mensen merken dit op en ook SOBEPS (de Belgische vereniging voor de bestudering van ruimteverschijnselen) noteert de lichtende nachtduivels.
Nog maanden daarna maken burgers met de regelmaat van de klok melding van rare vliegende en lichtgevende voorwerpen. België bevindt zich hierdoor in een echte ufo-gekte. Zijn het Marsmannetjes die ons komen bezoeken of is er iets anders aan de hand? Sommige waarnemers krijgen een redelijke verklaring. Zo kan men achterhalen dat een dicotheek in Halen (Limburg) oorzaak is van heel wat ufo-getuigenissen. De danstent lokt haar klanten met laserstralen en zogenaamde sky-tracers die van ver te zien waren.

Rare stippen

-
Ook luchtmachtkolonel Wilfried De Brouwer staat voor een raadsel.
De mysterieuze stip was zeker en vast geen vliegtuig, maar wat dan wel?

Wanneer de stroom van (al dan niet juiste) waarnemingen blijft aanhouden, kan het Belgische leger niet langer werkloos toezien. Onze luchtmacht is niet zozeer bevreesd voor een invasie van 'groene mannetjes met een trechter op de kop (en varianten)', maar wel voor het feit dat buitenlandse machten ons luchtruim betreden om onze nationale defensie te bespioneren. Tijdens de nacht van 30 op 31 maart 1990 brengt de luchtmacht dan ook twee F16 jachttoestellen in gereedheid die, bij het minste vermoeden van een ongedefinieerd vliegend voorwerp, de lucht zullen worden ingestuurd. Uiteindelijk komt er een alarm waardoor de vliegtuigen het luchtruim in gestuurd worden. Op hun radar zien zij inderdaad enkele rare stippen. Kolonel De Brouwer. lichtte het rapport over de waarnemingen toe: "Zowel de grondradar van Semmerzake als de radars in de F16-toestellen noteerden een stip. Die stip veranderde op het ogenblik dat zij op het radarscherm werd vastgelegd enorm snel van richting en hoogte: van 6 à 7 000 voet naar 11 000 voet in 15 seconden. Ze verplaatste zich zeer snel, tot 1 900 km per uur, zelfs sneller dan het geluid, zonder dat de geluidsmuur doorbroken werd. Er bestaat geen enkel vliegtuig dat deze parameters kan evenaren”.

Niet te definiëren

Het was dus geen vliegtuig dat de luchtmacht op haar radarscherm zag, maar wat dan wel werd waargenomen blijft ook voor het leger uiterst duister. Betekent dit dan dat een ufo in ons luchtruim circuleerde? “Dat durven wij niet stellen”, antwoordt kolonel De Brouwer. “Onze piloten hebben niets gezien met het blote oog, dus ook geen ruimtetuig. Wij kunnen alleen maar zeggen dat, als er iets in de lucht was, de bewegingen van dat voorwerp in ieder geval volledig verschillen van de parameters van een vliegtuig. Wij kunnen het 'ding' echter niet definiëren”. Conclusie: Boven het Belgisch luchtruim bevond zich dus een Unidentified Flying Object (ufo)!